In de zomer van 1941 ging Operatie Barbarossa, de grootste militaire operatie ooit, van start. Bijna vier miljoen Duitse, Roemeense en Finse troepen vielen de Sovjet-Unie binnen over een 2.900 kilometer breed front. De Wehrmacht wist uiteindelijk enorm diep in het Sovjetgrondgebied door te dringen en een aantal zeer grote overwinningen te boeken, maar zou er niet in slagen het Rode Leger op de knieën te krijgen. Een samenvatting van de operatie.
In Mein Kampf had Adolf Hitler al aangegeven dat Duitslands ultieme doel in het oosten lag. Daar zou volgens Hitler genoeg levensruimte (Lebensraum) zijn om de Duitse bevolking in al haar behoeften te voorzien. Daar kwam nog eens bij dat Hitler het communisme beschouwde als zijn aartsvijand en de Slaven als Untermenschen. Er werd daarom al vanaf de zomer van 1940 gewerkt aan een plan voor de invasie van de Sovjet-Unie. In het kielzog van de Wehrmacht zouden de Einsatzgruppen komen, belast met het uit de weg ruimen van met name Joden. Lang niet alle Duitse generaals geloofden in het slagen van de campagne, maar Hitler wel. Na de grootschalige zuiveringen binnen het Sovjetofficierscorps in de jaren dertig en de Winteroorlog (1939-1940), waar het Rode Leger slechts met grote moeite de Finnen op de knieën wist te krijgen, had Hitler geen hoge dunk van de militaire capaciteiten van het Rode Leger. “Trap de deur in en het hele verrotte bouwwerk zal instorten!” beweerde hij.
Bliksemcampagne
Operatie Barbarossa, vernoemd naar de keizer van het Heilige Roomse Rijk en leider van de Derde Kruistocht in de twaalfde eeuw, zou uit drie speerpunten bestaan: één richting Leningrad, één richting Moskou en één richting Kiev. De Duitse strijdkrachten moesten “Sovjet-Rusland verpletteren” in een snelle bliksemcampagne, waarbij de hoofdmacht van het Rode Leger in het westen van Rusland moest worden vernietigd. In de maanden die volgden bewogen tienduizenden transporttreinen oostwaarts. Alleen al het Duitse troepencontingent bestond uit 3.200.000 troepen, ruim 2.000 vliegtuigen, 3.350 pantservoertuigen, 7.184 stukken artillerie, 600.000 motorvoertuigen en meer dan 600.000 paarden.
Naïef
De invasie zou uiteindelijk als een verrassing komen voor de Sovjettroepen in het grensgebied, hoewel er genoeg aanwijzingen voor de inval waren geweest. Sovjetspionnen en -inlichtingenagenten hadden talloze onheilspellende berichten doorgegeven, maar veel ervan werd afgedaan als desinformatie van de Britten, bedoeld om een wig te drijven tussen de twee bondgenoten. Ook de honderden schendingen van het Sovjetluchtruim en de troepenbewegingen in het grensgebied overtuigden het Sovjetopperbevel niet. Het lijkt haast naïef dat ook de altijd wantrouwige Stalin niet geloofde in een Duitse inval. Hij was er echter van overtuigd dat Hitler geen oorlog op twee fronten zou riskeren. Niettemin had hij voorgevoelens: Nikita Chroesjtsjov herinnerde zich Stalin in de weken voor de Duitse aanval als
“in een toestand van verwarring, angst en ontmoediging, zelfs verlamming.”
Zondagnacht 22 juni 1941 om 00:30 uur kregen de Sovjetfrontcommandanten vanwege de vele Duitse troepenbewegingen – ze konden het gedruis horen van wapentuig dat in stelling werd gebracht – dan eindelijk opdracht om hun troepen in opperste staat van paraatheid te brengen. Veel eenheden ontvingen dit bericht niet eens, en de weinigen die het bevel wel ontvingen waren niet in staat een effectieve verdediging te organiseren in de paar uren voor de start van de Duitse invasie. Het werd strikt verboden om zonder expliciete toestemming iets te ondernemen. “Geef niet toe aan provocaties en open het vuur niet,” berichtte het opperbevel.
Chaos
Een kleine drie uur later, om 03:15 uur Duitse tijd, staken de Asmogendheden de grens over. Aan Sovjetzijde heerste volslagen chaos; de Duitse Blitzkrieg overrompelde de Sovjetfronttroepen. Binnen enkele uren waren de Sovjetverbindingen zo goed als uitgeschakeld. Diverse steden en talloze vliegvelden werden gebombardeerd. De Luftwaffe verloor op de eerste dag 35 vliegtuigen; de Sovjetluchtmacht ruim 2.000. In de maanden die volgden drongen de Duitsers maar liefst 600 kilometer door in de Sovjet-Unie en werden in meerdere grote omsingelingen honderdduizenden Sovjettroepen omsingeld en gevangen genomen. Deze omsingelingsoperaties kostten echter veel tijd: vele Sovjettroepen, deels geïndoctrineerd en deels gedwongen, vochten zich letterlijk dood. Dit was de Wehrmacht nog niet eerder overkomen. Tijdens de veldtocht in het Westen een jaar eerder vochten de Duitsers tegen een vijand die zich niet zo fanatiek tot het uiterste verzette. Ook had het Duitse opperbevel een ernstige misrekening gemaakt over de hoeveelheid troepen die de Sovjet-Unie kon inzetten: steeds maar weer doken er nieuwe Sovjetformaties op naarmate de Duitsers verder doordrongen in de Sovjetachterhoede.
Operatie Barbarossa kende een uiterst succesvolle beginfase, maar de operatie was te laat in het seizoen van start gegaan. Door het regenachtige herfstweer werden de wegen modderig en onbegaanbaar en stokte de snelle opmars. Toen de winter inzette had de Wehrmacht Moskou en Leningrad nog niet ingenomen. En het zag zich genoodzaakt zich in te graven: de Duitsers waren er niet in geslaagd de Sovjet-Unie in één campagne te verslaan. Steeds meer Duitsers vreesden een herhaling van Napoleons campagne in Rusland in 1812.
Grootste front aller tijden
Operatie Barbarossa had de opening van het Oostfront betekend, waar in de vier jaar die volgden maar liefst 80 procent van de Duitse Wehrmacht en het overgrote deel van het Rode Leger actief was. Wat betreft het aantal betrokken troepen was het Oostfront het grootste front aller tijden. Naar schatting 30 miljoen militairen en burgers van de asmogendheden en de Sovjet-Unie zouden hier om het leven komen.
Mislukte veldtochten van Napoleon en Hitler tegen Rusland
Boek: Operatie Barbarossa – De bloedigste oorlog uit de geschiedenis
Documentaire over Operatie Barbarossa
Oorspronkelijk gepubliceerd op 20 juni 2011