Op hikingtocht in Ierland raadde de gastheer van onze bed and breakfast in het pittoreske Tinahely ons aan absoluut een bezoekje te brengen aan de lokale pub: Tallon’s Pub. De lokale ingewijden kennen deze kroeg echter beter als “The Dying Cow Pub”. Vanzelfsprekend vroegen wij ons af waar deze bizarre naam vandaan kwam. Navraag bij de stamgasten gaf ons het antwoord en meteen leerden we een interessant stukje Ierse geschiedenis kennen.
Ten gevolge van de Rozenoorlogen, was Engeland grotendeels hun eertijdse gezag over Ierland kwijtgeraakt. De beruchte Hendrik VIII nam echter in 1541 de titel aan van Koning van Ierland en Ierland werd het Koninkrijk Ierland. Hendrik had zich namelijk in 1534 afgescheurd van de Rooms-Katholieke Kerk en door zichzelf te kronen tot Koning van Ierland kon hij de titel “Heer van Ierland” behouden, een titel die door de paus werd toegewezen aan de Koning van Engeland. Ierland werd dus de facto een personele unie met Engeland [1]. In de daaropvolgende decennia koloniseerden de Engelsen het Groene Eiland en herstelden ze, vaak niet gespeend van het nodige wapengekletter, hun controle over Ierland. Een Engelse gouverneur of Viceroy werd aangesteld die alle feitelijke macht naar zich toetrok. Pro forma werd ook een parlement opgericht met hogerhuis en lagerhuis, maar dit orgaan had in praktijk erg weinig zeggenschap. De verpauperde Rooms-katholieke Ierse bevolking mocht niet zetelen in dit parlement en werd bestuurd door een oligarchie gevormd door een Britse, protestantse elite [2].
Dit repressieve klimaat had al tijdens de zestiende en zeventiende eeuw gezorgd voor enkele gewapende opstanden. In 1791 werd in Belfast de Society of the United Irishmen opgericht, een groep radicale, republikeinse protestanten, geïnspireerd door de Amerikaanse onafhankelijkheid in 1776 en de Franse Revolutie van 1789 die hun heil zochten in gewapend verzet. Hun acties culmineerden in 1798 in de Ierse Opstand. De rebellie duurde slechts drie maanden en werd bloederig de kop ingedrukt, de tol aan Ierse als aan Engelse zijde samen: 30.000 doden. Het Engelse repressieapparaat verstarde. Martelingen en executies waren schering en inslag en Ierland werd onder Staat van Beleg geplaatst [3].
Het is in deze sfeer dat “The Dying Cow” het levenslicht zag. Tijdens het revolutiejaar 1798 stoten enkele Engelse soldaten ’s avonds laat op een zestal Ierse keuterboeren die samen met een waardin een glas aan het drinken waren in wat nu “The Dying Cow” heet. Ieren mochten volgens de krijgswetten echter niet samenscholen, zeker niet ’s avonds en ook het openhouden van een public place, een café dus, werd als illegaal aanzien voor de lokale bevolking. De vindingrijke Ieren beweerden echter dat er geen sprake was van een samenscholing, laat staan dat ze zich in een pub zouden bevinden. Ze waren toevallig gepasseerd bij de boerderij van Tallon en de boerin had de zes in paniek gevraagd haar te helpen met één van haar koeien die op sterven lag. Als beloning voor hun hulp had ze de lieden op een glas bier getrakteerd. Tallon’s pub en zijn fameuze bijnaam waren geboren.
Een kleine anekdote uit een opstand die verstrekkende gevolgen zou hebben. Het belangrijkste voortvloeisel van deze opstand was namelijk de Act of Union van 1801. Zowel het Ierse als het Engelse parlement stemden voor een samenvoeging van het Koninkrijk Ierland en het Koninkrijk Engeland om zo het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland te vormen [4]. Dit was een cruciale stap voor de Ierse Katholieke bevolking richting meer inspraak, om verdere onrust te vermijden in Ierland zouden zij namelijk meer vertegenwoordiging krijgen in de Engelse regering. De discrepantie in de Ierse maatschappij bleef echter bestaan. De onderlaag van de bevolking bleef immers bestaan uit een grote katholieke massa van landbouwers, die onder erbarmelijke omstandigheden leefden. De echte machthebbers bleef de op Engeland gerichte protestantse minderheid. De kleine boeren produceerden voor hun pachtheren vooral graan voor export, voor hun eigen voorzieningen waren ze volledig afhankelijk van de teelt van aardappelen. In 1846 mislukte de aardappeloogst echter volledig, met de gekende massale vlucht van de Ierse bevolking naar Amerika tot gevolg. De Ierse strijd voor onafhankelijkheid zou onophoudelijk blijven duren tot 1949, hierover later meer. De vijandigheid van de Ieren jegens de Engelsen blijft bij velen echter tot op de dag van vandaag onderhuids bestaan…
~ Pieterjan Vinck – Vigor Clius
2 – Bartlett, T. en Jeffery, K., A Military History of Ireland, Cambridge University Press, 1997, p. 151
3 – Strachan, J.R., Ireland, Revolution and Evolution, Peter Lang, 2010, p. 135
4 – Ranelagh, J., A Short History of Ireland, Cambridge University Press, 1994, p. 67