Het Amerikaanse IT-bedrijf IBM bracht op 3 april 1986 zijn eerste echte laptop op de markt, de PC Convertible. Twee jaar eerder had het bedrijf al een draagbare computer ontwikkeld, de Portable Personal Computer, maar deze was was niet geschikt om ook op schoot te gebruiken en kan daarom niet aangemerkt worden als een echte laptop.
De PC Convertible (of IBM 5140) wordt wel beschouwd als schootcomputer en daarom ook gezien als een vroege laptop. Het apparaat kon ingeklapt worden en had in vergelijking met zijn voorganger een groter LCD-scherm. Bovendien was de draagbare computer met zes kilo een stuk lichter dan zijn voorganger die ruim dertien kilo woog. Geen aantrekkelijk gewicht om langere tijd op de schoot te hebben…
Het nieuwe apparaat beschikte over een Intel 8088 processor, had een geheugen van 256 kb (uitbreidbaar tot 640 kb) en twee 3,5-inch diskettestations die gebruikt konden worden voor de opslag van gegevens.
Reclame voor de IBM PC Convertible Commercial
GRiD Compass
Hoewel de PC Convertible beschouwd wordt als een van de vroegste voorbeelden van de laptopcomputer, was het niet de allereerste laptop. Die eer is namelijk weggelegd voor de GRiD Compass, een inklapbare draagbare computer die in 1982 op de markt werd gebracht door de Britse industrieel ontwerper Bill Moggridge. Anders dan eerdere draagbare computers was dit apparaat in theorie ook geschikt als ‘schootcomputer’.
Door gewone consumenten werd de vroege laptop nog niet veel gebruikt. Het apparaat werd vooral afgenomen door Amerikaanse overheidsdiensten en was onder meer populair omdat hij tegen een stootje kon. Mede hierdoor werd de computer onder meer aangeschaft door de Amerikaanse luchtmacht en ruimtevaartindustrie.
De laptop was met ongeveer vijf kilo aanzienlijk lichter dan eerdere draagbare computers. Wie het apparaat wilde aanschaffen moest wel flink in de buidel tasten. De GRiD Compass kostte namelijk ruim 8.000 dollar, omgerekend naar vandaag is dat meer dan 25.000 dollar.
De eerste portable computer die een commercieel succes werd, was de Osborne 1. Deze draagbare minicomputer woog tien kilo en voor een nieuw exemplaar moest 1795 dollar neergelegd worden. Deze computer was ontworpen door Adam Osborne en had een geheugen van slechts 64 kB.