Het is bijna dagelijkse kost: politici die fouten maken, vertrouwelijke informatie lekken, baantjes voor zichzelf of vrienden regelen en aan hoogmoed leiden. Deze week nog bleek minister Ard van der Steur (VVD) te hebben gelogen over zijn aandeel in een familiebedrijfje. En dat was bepaald niet zijn eerste of ergste ‘zonde’. Dit jaar is ‘zonden in de politiek’ het thema van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis.
Het is een cliché maar politici is niets menselijks vreemd. Net zoals iedereen staan zij bloot aan zonden als hebzucht, hoogmoed en woede. Naast de algemene zonden die voor iedereen gelden, zijn daar ook de politieke zonden: ministers die de Kamer onjuist of onvolledig informeren of Kamerleden die vertrouwelijke informatie lekken. Hoe hebben de normen zich ten aanzien van dit soort ‘politieke zonden’ in Nederland ontwikkeld? Hoe opportunistisch of principieel gaat de politiek dezer dagen om met morele en politieke zonden? En hoe tijds-, persoons- en cultuurgebonden zijn de begrippen politieke zonde en politieke deugd? Over deze vragen gaat het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2016.
Baantjesjagen
Een van de belangrijkste regels van de politiek is de vertrouwensregel. Deze ongeschreven regel wil dat een kabinet alleen kan regeren wanneer het door een meerderheid van het parlement wordt vertrouwd. Die regel komt voort uit de kwestie-Mijer uit 1866. In haar bijdrage gaat Sofie Wolf uitgebreid in op deze kwestie rond de conservatieve minister van Koloniën Pieter Mijer (1812-1881). Destijds was dit een zware, verantwoordelijke post. Na slechts drieënhalve maand liet de minister zichzelf echter benoemen tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, een erg gewilde en goed betaalde positie. De Kamer voelde zich geschoffeerd toen bleek dat een en ander doorgestoken kaart was.
Mijer was de post beloofd door de eveneens conservatieve premier Van Zuylen van Nijevelt in ruil voor hulp bij de formatie van zijn minderheidskabinet. De media beschuldigden het kabinet van nepotisme. Uiteindelijk leidde de kwestie tot de val van het kabinet Van Zuylen en nieuwe verkiezingen.
– Ien Dales
Ook vandaag worden politici met enige regelmaat verdacht en beschuldigd van oninteger gedrag als baantjesjagen en vriendjespolitiek. Vrij recent was daar Camiel Eurlings (CDA) die na minister van Verkeer en Waterstaat te zijn geweest directeur bij KLM werd, waarmee hij de schijn van niet integer handelen wekte. Tweede Kamerlid Pieter Omzigt (CDA) nuanceerde dat beeld enigszins bij de presentatie van het jaarboek eerder deze week. Politici zitten volgens Omzigt soms klem tussen de hoge eisen die wij burgers aan hen stellen. Aan de ene kant willen we niet dat zij gebruik maken van hun wachtgeldregeling, maar als ze te snel weer een nieuwe baan hebben, zijn ze ‘baantjesjagers’.
Drees deugde
Ook privégedrag kan een aanleiding zijn om politici de maat te nemen. Zo bestond minister van Defensie Sidney van den Bergh (VVD) het om in 1959 een liefdesrelatie te onderhouden met een getrouwde vrouw. In haar artikel ‘Een bewindsman is ook maar een mens. Toch?’ gaat Charlotte Brand in op de kwestie. Wie denkt dat men vroeger strenger was op dat vlak, zit er naast. Nog niet zolang geleden moest de Maastrichtse burgemeester Onno Hoes (VVD) op zoek naar een nieuwe baan, omdat de gemeenteraad het promiscue liefdesleven van de destijds met televisie-presentator Albert Verlinde gehuwde burgervader te risqué vond.
Als lichtend voorbeeld van hoe het wel zou moeten draagt Jelle Gaemers in zijn artikel Willem Drees (PvdA) aan. Drees deugde, ongeacht of men het eens was met zijn ideeën. Het is hoogst twijfelachtig of hij net als Wouter Bos (PvdA) een verloren zonnebril à 113 euro zou hebben gedeclareerd of op rekening van de belastingbetaler flessen wijn van 127 euro zou hebben besteld zoals ex-Kamerlid Mark Verheijen (VVD). Maar Gaemers vraagt zich af of Drees’ stijl van politiek leiderschap nog wel van deze tijd is.
Deugden zijn tijdgebonden. Wat vroeger echt niet kon, kan nu wel en andersom. Ze zijn ook cultuurgebonden: een rokkenjagende flamboyante boef kan in Italië het hoogste ambt bereiken, maar zal in het noorden van Europa direct worden uitgekotst.
Het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis werd traditiegetrouw in de Oude Zaal van de Tweede Kamer uitgereikt aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Het bevat verder nog artikelen van Toon Kerkhoff, Gert Oostindie en Tom-Jan Meeus, necrologieën van dit jaar overleden oud-Kamerleden als Willem Aantjes en recensies van relevante boeken.
Boek: Zonden in de politiek – Jaarboek parlementaire geschiedenis