Dark
Light

Victor Marijnen, de minst bekende naoorlogse premier

4 minuten leestijd
Victor Marijnen in 1963
Victor Marijnen in 1963 (CC BY-SA 3.0 nl - Harry Pot - Spaarnestad - wiki)

Victor Marijnen is vermoedelijk de minst bekende premier die Nederland na de Tweede Wereldoorlog heeft gehad. Zijn enige kabinet regeerde van 1963 tot 1965 en zal vooral in de herinnering blijven voortleven omdat het de omroepkwestie (waarover verderop meer) niet wist op te lossen. Voordien was Marijnen minister van Landbouw geweest. Slecht deed hij dat niet, maar ook niet zo opvallend dat er nu nog over wordt gesproken. Hetzelfde geldt voor de periode na zijn premierschap, toen hij onder meer Kamerlid en burgemeester van Den Haag was.

Victor Marijnen als minister van Landbouw en Visserij
Victor Marijnen als minister van Landbouw en Visserij (CC0 – Nijs, Jac. de / Anefo – wiki)
Marijnen werd geboren in 1917 in Arnhem. Zijn vader was middenstander. Marijnen studeerde rechten in Nijmegen en werkte vervolgens bij enkele departementen. Later werd hij algemeen secretaris van de Algemene Katholieke Werkgeversvereniging en het Katholiek Verbond van Werkgeversvakverenigingen. Binnen de Katholieke Volkspartij (KVP, later opgegaan in het CDA) gold hij als een landbouwdeskundige.

Het was dan ook niet zo heel vreemd dat hij in 1959 minister van Landbouw werd. Dat gebeurde in het kabinet onder leiding van zijn partijgenoot Jan de Quay, een naam die overigens ook niet iedereen wat zal zeggen. De Quay was nogal omstreden omdat hij tijdens de oorlog samen met twee anderen de beruchte Nederlandsche Unie had geleid, die probeerde zaken te doen met de Duitse bezetters. Toch wilde de KVP per se dat hij premier werd.

Het kabinet-De Quay was de eerste naoorlogse regering waaraan de PvdA niet deelnam. Na jaren van rooms-rode samenwerking besloten de katholieken (sinds de verkiezingen van 1959 de grootste partij) de steven te wenden en een centrumrechtse coalitie te vormen. Samen met ARP, CHU en VVD opereerden zij tot de stembusgang van 1963 tamelijk succesvol.

Het kabinet van Marijnen in vergadering bijeen
Het kabinet van Marijnen in vergadering bijeen (CC0 – Harry Pot / Anefo – wiki)

Capabel

Na de verkiezingen zetten ze hun krachtenbundeling voort. De Quay, die pas na lang aandringen in 1959 het premierschap op zich had genomen, wilde niet nog een termijn. Uiteindelijk kwam de KVP daarom uit bij Marijnen. Die had zich als bewindsman van Landbouw redelijk capabel getoond.

Marijnen ging onverdroten verder op de door De Quay ingeslagen weg. Het kabinet van zijn voorganger had de voorzichtige ‘geleide’ loonpolitiek uit de jaren vijftig verlaten. De aanhoudende hoogconjunctuur maakte dat mogelijk. De lonen schoten omhoog en de welvaart groeide. Ook het socialezekerheidsstelsel was door het kabinet-De Quay verder uitgebouwd met de invoering van de Algemene bijstandswet en de Kinderbijslagwet. Het kabinet-Marijnen, dat profiteerde van de binnenstromende aardgasbaten, voegde daar nog het sociaal minimum en een verhoging van allerlei uitkeringen aan toe.

Maar Marijnen kreeg ook te maken met problemen waaruit bleek dat de tijdgeest aan het veranderen was. Om te beginnen was er de kwestie-Irene. De tweede dochter van koningin Juliana wilde trouwen met de Spaanse prins Carlos Hugo de Bourbon Parma. Omdat deze aanspraak maakte op de troon in zijn land, weigerde het kabinet toestemming voor het huwelijk. Irene verloor daardoor haar recht op troonopvolging. Dat de prinses voor haar toekomstige echtgenoot overging tot het katholieke geloof, zorgde in protestants Nederland voor veel deining.

Ontzuiling

Echt moeilijk kreeg Marijnen het door een conflict over het omroepbestel, een kwestie waarin de eerste signalen van de ontzuiling zichtbaar waren. Het kabinet-De Quay had zich in 1961 uitgesproken voor het toelaten van commerciële televisie, maar dat plan was in 1963 door een meerderheid van de Tweede Kamer afgewezen. KVP, PvdA en ARP voelden er niets voor het bestel te openen voor commerciële zendgemachtigden. Zij waren bang dat hun zuilgenoten KRO, VARA en NCRV hierdoor in de verdrukking zouden komen. Maar de VVD was wel voorstander van commerciële zenders. De CHU, die van de drie christelijke partijen het dichtst bij de liberalen stond, toonde daar evenmin bezwaar tegen.

Testbeeld van TV Noordzee (1)
Testbeeld van TV Noordzee (CC0 – Hugo van Gelderen / Anefo – wiki)
De ruzie tussen de coalitiepartners liep op toen in 1964 vanaf een olieplatform in zee commerciële tv-uitzendingen van start gingen. Dat gebeurde buiten de territoriale wateren om de Nederlandse wetgeving te omzeilen. De programma’s werden, onder de naam TV Noordzee, verzorgd door de Reclame Exploitatie Maatschappij (REM), een naamloze vennootschap waarvan de Rotterdamse scheepsmagnaat Cornelis Verolme de voornaamste aandeelhouder was.

In het kabinet ontbrandde een hevig debat over deze provocerende actie. De christelijke partijen eisten dat er onmiddellijk een einde zou worden gemaakt aan de uitzendingen. Ondanks verzet van de VVD en een deel van de CHU kwam er een noodwet tot stand om ze te verbieden. Mariniers werden ingezet om de zendapparatuur op het ‘REM-eiland’ te verzegelen.

De discussie in het kabinet over het omroepbeleid bleef hierna doorwoeden. De Tweede Kamer drong aan op duidelijkheid, maar Marijnen slaagde er niet in zijn ministers op één lijn te krijgen. Voor sociaaleconomische kwesties was hij wellicht niet bevreesd, bij de huwelijksperikelen van Irene had hij ook nog efficiënt geopereerd, maar voor een nieuwerwets verschijnsel als tv-piraterij miste hij de juiste antenne. Op 27 februari 1965 diende de premier het ontslag van zijn regering in.

Nacht van Schmelzer

Zonder dat er verkiezingen hadden plaatsgevonden kwam het kabinet-Cals, van KVP, ARP en PvdA, tot stand. Dat zou al na zo’n anderhalf jaar verongelukken in de Nacht van Schmelzer, maar daarbij speelde Marijnen geen rol meer. Hij had na zijn premierschap weliswaar korte tijd in de Tweede Kamer gezeten, maar in januari 1966 verliet hij de landelijke politiek. In 1968 werd hij benoemd tot burgemeester van Den Haag. Die functie vervulde hij tot 1975, toen een hartaanval een einde aan zijn leven maakte.

×