De Haagse Lita de Ranitz (1876-1960) verzamelde haar leven lang poppen en poppenhuisspullen. Samen met vriendinnen trok ze geregeld door Europa, op zoek naar nieuwe spulletjes. Dat leverde een unieke collectie op. Lita deed meer dan verzamelen alleen: ze richtte zelf ook poppenhuizen en poppenkamers in. Het meest bekende huis maakte ze in 1910, toen ze 34 jaar was. Een groot deel van haar bijzondere levenswerk is te zien op de zolder van het Haags Historisch Museum.
Lita en haar familie
Lita de Ranitz werd in 1876 geboren in de Haagse Archipelbuurt. Haar vader werkte als secretaris voor Koning Willem III en later voor Koningin-moeder Emma. Hij had een goede band met beiden. Het schijnt dat Lita en haar zus Anna zelfs nog samen met Prinses Wilhelmina hebben gespeeld. De zusjes De Ranitz groeiden op in een deftig, welgesteld Haags gezin. Lita trouwde op haar 43ste met kunstschilder Willem Tholen. Samen gingen ze in Scheveningen wonen. Toen Willem overleed en de Tweede Wereldoorlog uitbrak, verhuisde Lita naar Amsterdam. Daar trok ze in bij haar ongehuwde zuster.
Lita schreef voor verschillende tijdschriften en publiceerde enkele romans, maar was vooral een fervent verzamelaar van poppen en poppenhuizen. Daarnaast was zij, net als haar zus Anna, goed in handwerken. Anna exposeerde haar borduurwerken zelfs in een galerie. Zij maakte ook verschillende kleedjes en gordijnen voor het grote poppenhuis van Lita. Creativiteit zat de zusjes in het bloed: hun vader was een zeer verdienstelijk kunstschilder. Een paar van zijn werken zijn zelfs opgenomen in de collectie van het Koninklijk Huis. In de poppenhuizen van Lita hangen ook kunstwerkjes van de hand van haar vader.
Poppenhuizen
Lita’s miniatuur woonkamers zijn veelal luxueus ingericht, wat misschien een verkeerd beeld oplevert van de leefomstandigheden in de negentiende eeuw. Dergelijke woonkamers waren toen alleen weggelegd voor welgestelde mensen die genoeg geld hadden voor fraaie kroonluchters, prachtig meubilair, mooie schilderijen en een warme haard in elke kamer. Binnen arbeiderskringen zag het er heel anders uit; daar was geen geld voor decoraties of mooie meubels en een aparte woonkamer kenden ze niet. Vaak was de woonkeuken met kachel het enige vertrek in huis.
De collectie van Lita bevat naast woonkamers ook een aantal keukens die passen bij de meer gegoede families uit die tijd. De keukens hebben namelijk allemaal een eigen waterpomp en stookplaats. Dat had de arbeidersklasse niet in huis. Meestal gebruikten zij een gemeenschappelijke waterpomp die op een binnenplaats stond en soms werd er ook gekookt op die binnenplaats.
Lita verzamelde ook winkels. In de negentiende eeuw was er meestal geen zelfbediening in winkels, zoals in de miniatuurzaakjes is terug te zien. Lita kocht onder meer een paar winkeltjes kant-en-klaar. Deze werden in de negentiende eeuw in serie gemaakt en verkocht als speelgoed. Haar verzameling kent echter ook verschillende kamers die nooit speelgoed zijn geweest, maar speciaal voor haar zijn gebouwd, zoals het grote poppenhuis.
Het grote poppenhuis
In 1908 zond de toen 32-jarige Lita het poppenhuis uit haar kinderjaren in voor de tentoonstelling ‘Opvoeding van het kind’. De belangstelling voor dit poppenhuis was groot en van alle kanten werden nieuwe miniaturen geschonken ter decoratie van het huis, dat hierdoor spoedig te klein werd. Herman Ros, leraar aan de Ambachtsschool adviseerde Lita om een heel nieuw poppenhuis te bouwen. Ros maakte hiervoor in overleg met Lita een ontwerp. Het nieuwe poppenhuis werd een eigentijds huis, vergelijkbaar met villa’s die in die tijd in Den Haag en elders werden gebouwd. In september 1910 was het huis klaar en werd de Nederlandse vlag op de nok van het dak gehesen.
Lita heeft veel moeite gedaan om het huis zo echt mogelijk te maken. Zo heeft ze er diverse moderne uitvindingen uit die tijd in verwerkt. Het poppenhuis toont bijvoorbeeld stromend water, heeft elektrisch licht, een telefoon en zelfs een stofzuiger. De stofzuiger was toen net uitgevonden. Die was bedoeld voor de dienstmeiden, aangezien de rijke huiseigenaren zelf niet schoonmaakten, kookten of boodschappen deden. Met alle schilderijen, luxe stoffen, exotische meubels, porseleinen en zilveren voorwerpen geeft het grote poppenhuis van Lita een beeld van hoe rijke mensen rond de vorige eeuwwisseling woonden.
~ Rosa Bilkes – Haags Historisch Museum