Het Gemeentemuseum Weesp heeft bij een veiling onlangs een bijzondere achttiende-eeuwse porselein kop weten te bemachtigen.
Het kopje werd tussen 1760 en 1770 gemaakt door de poseleinfabriek in Weesp. Toen het roodbeschilderde oorloze kopje onlangs opdook bij een veiling in Londen, besloot het Gemeentemuseum Weesp mee te bieden. Het museum kon het kopje uiteindelijk meenemen naar Nederland.
Het Rijksmuseum in Amsterdam
kocht in 1962 al een schoteltje dat van hetzelfde servies bleek te zijn. Dit schoteltje is door het Rijksmuseum nu in langdurig bruikleen gegeven aan het Gemeentemuseum Weesp zodat kop schotel eindelijk weer verenigd zijn.
Het servies werd gemaakt in de eerste porseleinfabriek in Nederland. Deze fabriek werd in 1759 door graaf Graaf van Gronsveld-van Diepenbroick-Impel (1715-1772) gevestigd in een oude jeneverstokerij aan de Kromme Elleboogsteeg in Weesp. De graaf had aan het Pruisische hof kennis opgedaan over het produceren van porselein en besloot die kennis in Weesp in de praktijk te gaan brengen. Aangezien hij in Nederland niet kon beschikken over veldspaat en het Limburgse kwarts nog niet bekend was, verving de graaf deze grondstoffen voor porselein door gebrande, fijngemalen witte kiezelstenen. De fabriek was productief tot 1769.
Porselein dat in de Weesper porseleinfabriek werd gemaakt, werd gemerkt met twee gekruiste zwaarden met drie bollen tussen de punten. Dit merkteken is ook op de kop en schotel te vinden.