De Raad voor Cultuur heeft ingestemd met het voornemen van staatssecretaris Halbe Zijlstra om de eerste tranche van complexen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aan te wijzen als beschermd monument. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft dat bekendgemaakt.
Deze eerste tranche bestaat uit zeven complexen: Werk aan de Hoofddijk, Fort Rijnauwen, Tussenstelling Rijnauwen-Vechten, Fort Vechten, Tussenstelling Utrecht,
Tussenstelling ’t Hemeltje-Vechten en Fort ’t Hemeltje.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie was een verdedigingslinie tussen de Zuiderzee en de Biesbosch. Vanaf ongeveer 1870 tot en met de Tweede Wereldoorlog kon deze linie bij dreiging onder water gezet worden om vijanden tegen te houden. In 2009 maakte toenmalig minister Ronald Plasterk beken de Nieuwe Hollandse Waterlinie aan te willen wijzen als rijksmonument.
Gezien de omvang van de waterlinie gebeurt de feitelijke aanwijzing in zeven tranches. De Raad voor Cultuur heeft nu dus ingestemd met de eerste tranche, bestaande uit zeven complexen.
De gehele waterlinie bestaat uit 96 complexen. Nu de Raad geadviseerd heeft over de eerste tranche, gaat de RCE verder met de voorbereiding van de dossiers van de overige tranches.