Rusland staat momenteel door het conflict in de Oekraïne in het centrum van de publieke en politieke aandacht. Als het aan Ruslandkenner Orlando Figes ligt, past dit conflict in de langetermijnzoektocht van Rusland naar het waarmaken van utopische dromen sinds de revolutie van 1917.
In het boek Revolutionair Rusland 1891-1991. Een geschiedenis (Nieuw Amsterdam, 2014), verdedigt Figes – hoogleraar geschiedenis aan de University of London – de stelling dat de Russische Revolutie van 1917 geen op zichzelf staande gebeurtenis was, maar past binnen een langdurige Russische zoektocht naar het aardse Utopia.
De auteur legt zijn stellingname in de tweede alinea van zijn boek als volgt uit:
“Het lijkt misschien vreemd om de Russische Revolutie te beschrijven als een historische gebeurtenis die een eeuw lang heeft geduurd. De meeste korte historische beschouwingen richten zich enkel op 1917 en de jaren ervoor en erna. Maar wie de ware oorsprong van de revolutie wil begrijpen, haar gewelddadige verlopende omslag van vrijheid naar dictatuur, kan niet anders dan het tsaristisch bewind aan een nauwgezette analyse onderwerpen. En wie oog wil krijgen voor de gevolgen op de lange termijn van de revolutie, moet die wel begrijpen tegen de achtergrond van de opkomst én neergang van de Sovjet-Unie ” (7)
Generale repetitie in 1905
Het boek volgt een eeuw Russisch revolutionaire geschiedenis door drie generaties te onderscheiden en aan de hand hiervan chronologisch de geschiedenis te doorlopen. Figes begint bij de hongersnood van 1891, vervolgt met de mislukte revolutie van 1905 (die hij ‘generale repetitie’ noemt) en behandelt daarna in een fraai geschreven en spannend betoog alle hoofdmomenten uit de twintigste-eeuwse historie van Rusland.
Uiteraard krijgen de revolutie van 1917 en De Grote Terreur van de jaren 1930 ruime aandacht, maar in de nasleep op de revolutie ook het tijdvak van de Koude Oorlog en het langzame sterven van het communisme in de jaren 1980 en beginjaren 1990.
Partner of baas verklikken
Figes heeft een vlotte schrijfstijl en behandelt interessante, delicate onderwerpen. Om hiervan een kleine indruk te geven een citaat over de Grote Terreur en de verklikkersfeer die in die tijd epidemische vormen had aangenomen:
“Veel klikbrieven waren een uiting van kwaadwilligheid. De makkelijkste manier om een rivaal uit te schakelen was die persoon aanbrengen bij de politie. Vaak was daarbij jaloezie of amoureuze rivaliteit in het spel: echtelieden en minnaars konden zich van niet langer gewenste partners ontdoen door hen aan te geven. Ook de weerzin van de lagere klassen tegen de bolsjewistische elite wakkerde de Grote Terreur aan. Als arbeiders in de fabriek of op de kolchoz niet tevreden waren over hun baas, verklikten ze die gewoon.” (266)