Dark
Light

De Russische Revolutie (1917) – Oorzaken, verloop en gevolgen

Een samenvatting van de Oktoberrevolutie
11 minuten leestijd
De Russische Revolutie - Propagandaposter
De Russische Revolutie - Propagandaposter

Ruim een eeuw geleden vond de Russische Revolutie plaats. In oktober 1917 kwamen de bolsjewieken van Lenin in Rusland aan de macht. Wat waren de oorzaken van deze communistische revolutie? Hoe verliep de revolutie en wat waren daarvan de nationale en internationale gevolgen? Dit artikel vat de belangrijkste historische hoofdlijnen samen.

Het herdenkingsjaar 2017, honderd jaar Russische Revolutie, vertaalde zich zoals bij wel meer herdenkingen het geval is, in diverse recente publicaties over deze gebeurtenis. In dit artikel is gebruikgemaakt van standaardliteratuur over dit thema, maar ook van enkele recent verschenen boeken. De drie belangrijkste geraadpleegde boeken zijn Kees Boterbloem, Revoljoetsija! De betekenis van de Russische Revolutie in historisch perspectief (2017), het boek 1917 – Romanovs & Revolutie (2017) en De Romanovs 1613-1918 (2016) van Simon Sebag Montefiore.

Oorzaken en achtergronden Russische Revolutie

De Russische Revolutie kwam uiteraard niet plotsklaps uit de lucht vallen, maar kwam voort uit een complex aan oorzaken. De vijf belangrijkste oorzaken waren, aldus de belangrijkste historische standaardwerken (zie in “Bronnen” onderaan) over de Russische Revolutie:

  1. Economie: armoede onder boeren
  2. Politiek: gebrek aan democratie
  3. Maatschappelijk: omvangrijke groep kritische Russische intelligentsia
  4. De regeerperiode onder Nicolaas II
  5. Eerste Wereldoorlog als katalysator

1. Economie: armoede onder boeren

Russische boer - Sergei Vinogradov, 1897
Russische boer – Sergei Vinogradov, 1897
Aan het begin van de twintigste eeuw behoorde Rusland tot de grootmachten in Europa, samen met landen als Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk. Maar er was een verschil. Economisch gezien liep Rusland op de andere landen achter. Pas in 1861 schafte het land de lijfeigenschap af. Op papier leek hiermee een einde te komen aan het feodalisme, maar in de praktijk bleven veel Russische boeren afhankelijk van de vroegere landeigenaren. En derde van de grond bleef in het bezit van grootgrondbezitters, adel en kerk. De boeren kregen nauwelijks (nieuwe) eigen grond en moesten – aanvankelijk 49 jaar lang – pacht betalen ter compensatie van het bedrag dat de regering de oude landeigenaren had geschonken voor de afschaffing van het feodalisme. De boeren bleven schuldenaars en vastzitten aan de grond waar ze altijd al werkten. En ze bleven arm. Armoede was troef in Rusland en de sterke bevolkingsgroei van Rusland in de negentiende en twintigste eeuw maakte de situatie er niet beter op.

In de jaren 1885-1915 maakte Rusland echter wel een economische groeispurt door. Het land werd rijker door de snel groeiende industrialisatie en handel, maar hiervan profiteerde maar een miniem deel van het Russische volk. De boeren, liefst 80 procent van de bevolking, merkten niets van de welvaartsgroei. In het boek The Russian Revolution van de gerenommeerde Australische historica Sheila Fitzpatrick staat hierover:

The three decades before the 1917 Revolution saw not impoverishment but an increase in national wealth; and it was in this period that Russia experienced its first spurt of economic growth as a result of the government’s industrialization policies, foreign investment, modernization of the banking and credit structure, and a modest development of native entrepreneurial activity. The peasantry, which still constituted 80 per cent of Russia’s population at the time of the Revolution, had not experienced a marked improvement in its economic position. (p.15)

2. Politiek: gebrek aan democratie

Bloedige Zondag, demonstranten vluchten weg voor tsaristische troepen. Afbeelding uit een Sovjetpropagandafilm uit 1925.
Bloedige Zondag, demonstranten vluchten weg voor tsaristische troepen. Afbeelding uit een Sovjetpropagandafilm uit 1925.
Tot 1906 kende Rusland geen politieke partijen. Een echte democratische traditie had het land niet. De laatste tsaren, de vermoorde Alexander II (1818-1881), maar meer nog Alexander III (1845-1894) en Nicolaas II (1868-1918) voerden een autocratisch bewind waarbij ze tegengeluiden het zwijgen oplegden – bijvoorbeeld via gevangenisstraffen of door lastige burgers en revolutionairen naar Siberië te verbannen – en geen ruimte was voor de stem van het volk. Toen in januari 1905, op Bloedige Zondag, de politie een volksdemonstratie om meer burgerrechten bloedig uiteensloeg, brak een tijd van maatschappelijke onrust aan. Tsaar Nicolaas II besloot daarop een ‘parlement’, de Doema, in te stellen. Parlement staat hier tussen aanhalingstekens, omdat de Doema democratisch gezien een farce was. Zo werden twee van de in totaal vier Doema’s die tussen 1906-1917 bestonden, voortijdig ontbonden door de tsaar, die daartoe grondwettelijk gezien (in april 1906 kreeg Rusland zijn eerste grondwet) het recht had. De andere twee Doema’s zaten hun periode wel uit, maar hadden praktisch niks in te brengen: de tsaar maakte de politiek en niemand anders.

Bekijk ook: ‘Bloedige Zondag’ en de Revolutie van 1905

3. Maatschappelijk: kritische Russische intelligentsia

Meerdere historici, onder wie Sheila Fitzpatrick en Richard Pipes, hebben het belang van de omvangrijke en actieve intellectuele elite, de intelligentsia, onderstreept als belangrijke factor in het ontstaan van de Russische Revolutie. Het bestaan van deze intellectuele groep was een noodzakelijke voorwaarde voor een revolutie. De groep beschikte over een ideologie (het communisme zoals uitgetekend door Karl Marx) en had een radicaal politiek program, namelijk: de macht grijpen.

Het Russisch socialisme bestond al voordat Karl Marx, samen met Friedrich Engels, het Communistisch Manifest (1848) uitbracht. Kees Boterbloem, hoogleraar geschiedenis aan de University of South Florida, schrijft hierover in zijn boek Revoljoetsija!:

De eerste generatie van de Russische intelligentsia begon al in de jaren 1830 en 1840 na te denken over een Russische socialisme. De meest vooraanstaande denkers onder hen waren Alexander Herzen (1812-1870) en Michail Bakoenin (1814-1876). Beiden geloofden dat de dorpsgemeenschap (mir, of soms obsjtsjina) commune-achtige trekjes had, zoals de periodieke herverdeling die bedreven werd om families te begunstigen die groter waren geworden sinds de laatste verkaveling. (…) In 1848, toen Europa in revolutionair vuur en vlam leek te staan, werd tsaar Nicolaas I (1797-1855) uiterst nerveus over de debatten die de intellectuelen in zijn land met elkaar voerden (sowieso mocht niets ervan worden gedrukt). De tsaar liet iedereen oppakken van wie bekend was dat hij ooit iets negatiefs over zijn land gezegd had. Herzen was al eerder naar West-Europa vertrokken en ontliep daardoor gevangenschap. Bakoenin werd opgepakt in Bohemen en naar Rusland uitgewezen, waar hij lang in de gevangenis zou zitten.” (p. 30-31)

Nikolaj Tsjernysjevski
Nikolaj Tsjernysjevski
De oppositie nam door deze repressie alleen maar toe. Cruciaal was in dit opzicht de arrestatie in 1862 van de tot dan toe redelijk gematigde filosoof, schrijver en socialist Nikolaj Tsjernysjevski (1828-1889). Tsaar Alexander II sloot hem op in de Peter-en-Paul-gevangenis in Petrograd (nu: Sint-Petersburg), waar Tsjernysjevski zich toelegde op de roman Wat te doen?. Deze roman schetste het prototype van een revolutionair en verheerlijkte, als een soort handboek voor terrorisme, degenen die opstanden tegen de heersende orde. Het boek kwam in 1863 uit en werd razend populair onder Russische revolutionairen. Lenin was een van de bewonderaars en gaf zijn eerste theoretische werk, dat veertig jaar na Tsjernysjevski’s boek verscheen, dezelfde titel mee: Wat te doen? (1902).

De Russische intelligentsia, kortom, slaagden er uitstekend in om de Russische publieke opinie te bespelen en het revolutionaire gedachtegoed – ondanks tegenwerking door de overheid – van munitie te voorzien.

4. De regeerperiode onder Nicolaas II

Grigori Raspoetin
Grigori Raspoetin
De laatste Russische tsaar Nicolaas II was een zachtaardige man die liever tijd besteedde aan zijn gezinsleven dan aan ceremoniële plichtplegingen. Hij trouwde in 1894 met de van origine Duitse prinses en grootvorstin Alexandra Fjodorovna. Het echtpaar kreeg eerst vier dochters: In 1904 kwam hun zoon Aleksej ter wereld, wat van cruciaal belang was vanwege de vereiste mannelijke troonopvolging. Al snel bleek echter dat Aleksej aan hemofilie leed, een ziekte waarbij bloedingen niet automatische stollen. Paniek dus. Elke bloeding van Aleksej bedreigde het voortbestaan van de tsarendynastie van de Romanovs. Aleksej zou ook de reden vormen om vanaf 1907 de gestoorde monnik Grigori Raspoetin, die Aleksej moest genezen maar vooral garant stond voor schandalen en roddels, binnen de intimi van de tsarenfamilie op te nemen.

De plotselinge machtsovergang in 1894 (vanwege het overlijden van tsaar Alexander III) zorgde ervoor dat de officiële kroning pas anderhalf jaar later, in mei 1896, kon plaatsvinden. De voorbereiding van de festiviteiten in Moskou kostte namelijk veel tijd. De kroning verliep niet zonder incidenten, wat door tijdgenoten geïnterpreteerd werd als een slecht voorteken. Historicus Michael Piotrovsky vermeldt in 1917- Romanovs & Revolutie:

“De zware briljanten ketting van de Sint-Andreasorde, symbool van de macht en onoverwinnelijkheid van Rusland, raakte los van de hermelijnen mantel en viel voor de voeten van de tsaar op de grond.” (p.82)

Kroning van Nicolaas II (Valentin Serov)
Kroning van Nicolaas II (Valentin Serov)

Maar veel erger nog was de ramp op het Chondykaveld, net buiten Moskou, op 18 mei 1896, waar een volksfeest plaatsvond. Tijdens de festiviteiten waren gratis kroningssouvenirs te verkrijgen, zoals bekers, glazen en doeken, en er verspreidden zich geruchten dat er ook grotere ‘cadeaus’ uitgedeeld werden zoals rundvee, paarden en zelfs boerenhuisjes. In de drukte die dit veroorzaakte, een uitzinnige menigte van een 500.000 man kwam hierop af, werden meer dan duizend mensen doodgedrukt. Nicolaas en Alexandra besloten echter de festiviteiten daarna niet af te gelasten, maar door te feesten, zoals het geplande bal bij de Franse ambassadeur dat veel geld had gekost. Piotrovsky schrijft:

“Er begonnen geruchten rond te zingen over de onverschilligheid van de tsaar voor zijn eigen volk.” (p.64)

Al met al was het dus een slechte start voor het tsarenpaar Nicolaas en Alexandra. Daarbij speelde nog, op langere termijn, dat Nicolaas II geen oppositie duldde, de Doema enkele keren buitenspel zette en tegenstanders de mond snoerde. Daarnaast was zijn vrouw van Duitse origine en werd zij tijdens de Eerste Wereldoorlog verdacht van spionage.

5. De Eerste Wereldoorlog als katalysator

Russische poster uit de Eerste Wereldoorlog
Russische poster uit de Eerste Wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918), die uitbrak onder het bewind van tsaar Nicolaas II, werkte als een katalysator en vormde de feitelijke aanleiding voor het uitbreken van de Russische Revolutie. De Russische verliezen qua mankracht (begin 1917 al zes miljoen soldaten), maar ook de voedseltekorten waren dramatisch en de roep om het beëindigen van de oorlog klonk steeds luider. Een cruciaal moment was de keuze van Nicolaas II om in de zomer van 1915 zelf opperbevelhebber van het Russische leger te worden. Aan de fronten kreeg het Russische leger het zwaar te verduren, terwijl in Rusland de impopulaire Alexandra en de gestoorde Raspoetin de lakens uitdeelden. In de media zongen wilde geruchten rond over spionage door Alexandra (die van Duitse komaf was) en Raspoetin.

Nicolaas II besloot ondanks de gigantische verliezen door te vechten, waarmee hij zijn eigen ondergang in de hand werkte. In november 1916 vaardigde hij een krijgsbevel uit, zich gedecideerd uitsprekend voor het behalen van de overwinning. Die overwinning hield volgens Nicolaas concreet in: herstel van de etnografische grenzen van Rusland, creatie van een vrij Polen én verovering van Constantinopel en de zeestraten rond Turkije.

Aangezien ook het Ottomaanse Rijk deelnam aan de oorlog, was de verovering van Constantinopel en de Turkse zeestraten voor Nicolaas II de sleutel tot de algehele overwinning. Deze idealistische overmoed, samen met het feit dat Nicolaas II de binnenlandse politiek totaal veronachtzaamde, zou de ondergang van de Romanovs inluiden.

Twee keer een Russische Revolutie in 1917

In februari 1917 was de maat voor de Russische revolutionairen vol. De Februarirevolutie begon met demonstrerende vrouwen op 23 februari (oude stijl, 8 maart in West-Europa), de Internationale Vrouwendag. Binnen enkele dagen gingen in Petrograd 150.000 tot 200.000 mensen de straat op en begonnen te staken. Op 27 februari vormde zich in Petrograd een Sovjet (raad) van 600 gekozen personen. In een poging de woelige situatie te sussen, beval de tsaar de Doema op te heffen. Maar de leden van het parlement weigerden te gehoorzamen en riepen zichzelf uit tot regering. Samen met de Sovjet van Petrograd stelden ze begin maart 1917 een Voorlopige Regering in.

De Voorlopige Regering regelde onder meer vrijheid van meningsuiting, pers en vergadering. Zij schafte discriminatie van religie, klasse en etniciteit bij wet af. Ook voerde het nieuwe bewind algemeen stemrecht voor mannen en vrouwen in.

Stakers van de Poetilov-fabriek op 23 februari 1917
Stakers van de Poetilov-fabriek op 23 februari 1917

In april 1917 keerde Lenin, die in het buitenland zat, terug uit ballingschap. Lenin was een bolsjewiek, die met zijn partijgenoten vond dat de zittende regering met veel mensjewieken erin te gematigd was. Verder sloot de gematigde regering onder (tweede president) Aleksandr Kerenski (1881-1970) geen vrede met Duitsland, waardoor de honger en oorlogsellende voortduurden. Daarom grepen in oktober 1917, onder leiding van Lenin, naar schatting 25.000-30.000 bolsjewieken de macht via een staatsgreep. Kerenski en zijn regering werden afgezet. Hierna stichtte Lenin een dictatuur door politieke tegenstanders uit hun functie te ontheffen en/of te arresteren en een eenpartijstaat te creëren.

Op 3 maart 1918 sloten de bolsjewieken vrede met Duitsland via de Vrede van Brest-Litovsk. De vredesvoorwaarden waren voor Rusland zeer ongunstig. De gebieden Finland, Polen, Koerland, Estland en Litouwen werden onafhankelijk van Rusland en gingen onder Duits bestuur vallen. Door de Vrede van Brest-Litovsk raakte Rusland 34% van haar bevolking (55 miljoen mensen) kwijt en verloor ze ook 32% van de totale landbouwgrond, 54% van alle industrieondernemingen en 89% van de Russische kolenmijnen.

Propagandabeeld van Vladimir Lenin
Propagandabeeld van Vladimir Lenin

Burgeroorlog (1918-1922)

In de jaren 1918 tot 1922 was Rusland verwikkeld in een burgeroorlog tussen de Witten (anti-communisten) en de Roden (bolsjewieken). De legers van de Witten bestonden uit soldaten van de voormalige tsaristische legers. Onder hen bevonden zich monarchisten, liberalen, mensjewieken, sociaal-revolutionairen, leden van adel en Kozakken. Naast het Witte Leger en Rode Leger, bestonden er diverse onafhankelijke troepen van anarchisten en etnische minderheden.

De Russische Burgeroorlog kostte, mede door het uitbreken van hongersnoden en ziektes, aan ongeveer 15 miljoen Russen het leven, onder wie 100.000 joden die door pogroms van het Witte Leger omkwamen. Het Rode Leger excelleerde ook in terreur, moordde hele dorpen uit en richtte in deze tijd ook een eigen geheime dienst op, de Tsjeka, bedoeld om (politieke) tegenstanders op de sporen en te laten uitschakelen.

Door de gebrekkige samenwerking in het Witte Leger, veel generaals vochten vooral voor hun eigen eer, en de goede organisatie van het Rode Leger door Leon Trotski, wisten de Roden – de bolsjewieken – de strijd in hun voordeel te beslechten. Na de eindoverwinning richtten zij in december 1922 de Sovjet-Unie op.

Nationale en internationale gevolgen

Stalin op een poster uit de Sovjet-tijd
Stalin op een poster uit de Sovjet-tijd
Voor Rusland brak na de Russische Revolutie een lange periode van dictatuur aan, eerst onder Lenin (tot 1924) en daarna onder de leiders als Jozef Stalin (1928-1953), Nikita Chroesjtsjov (1953-1964), Leonid Brezjnev (1964-1982) en Michael Gorbatsjov (1985-1990).

De gevolgen van de decennialange communistische dictatuur waren voor Rusland ingrijpend. Zo vielen tijdens de Grote Terreur onder Stalin (1936-1938) miljoenen slachtoffers. Hongersnoden en showprocessen tegen politieke tegenstanders eisten talloze slachtoffers, terwijl in de periode van de Goelag-kampen – tussen 1918 en 1987 – in Siberië liefst achttien miljoen mensen korter of langer vastzaten.

De Russische Revolutie – dat is algemeen bekend – had diepgaande internationale gevolgen. Het communistische ideaal van de wereldrevolutie (‘proletariërs aller landen verenigt u!’) slaagde in Oost-Europa, dat een communistisch machtsblok werd. Maar ook landen als China (Mao Zedong), Mongolië, Korea, Vietnam en Cambodja (Pol Pot), om maar enkele voorbeelden te noemen, kregen te maken met communistische dictatuur, terreur en geweld.

De Koude Oorlog tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten liep uiteindelijk goed af met de Val van de Muur in 1989 en de ondergang van het communisme, maar de laatste jaren nemen de spanningen tussen beide grootmachten toe. Mocht een soortgelijke situatie terugkeren als de Koude Oorlog, dan mogen we hopen dat ook in onze tijd de wapens (zoveel mogelijk) koud blijven.

Boektip: De Russische Revolutie

Bronnen

Boeken
-Kees Boterbloem, Revoljoetsija! De betekenis van de Russische Revolutie in historisch perspectief (Amsterdam: AUP Uitgevers, 2017).
-Simon Sebag Montefiore, De Romanovs 1613-1918 (Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2016).
-Michael Piotrovsky, 1917 – Romanovs & Revolutie (Amsterdam: WBooks, 2017).
-Orlando Figes, Tragedie van een volk. De Russische Revolutie 1891-1924 (2e druk; Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2008 [1996]) 81–94.
-Sheila Fitzpatrick, The Russian Revolution (2e editie; Oxford: Oxford University Press, 1994).
-Richard Pipes, The Russian Revolution 1899-1919 (1st edition; New York: Vintage Books, 1990).
-Leon Trotski, The History of The Russian Revolution (1930).

Internet
-http://www.encyclopedia.com/history/modern-europe/russian-soviet-and-cis-history/russian-revolution
-https://www.britannica.com/event/Russian-Revolution-of-1917

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken. Meer informatie

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.015 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×