Het Rijksmuseum gaat de eigen koloniale collectie onderzoeken, om te achterhalen of er stukken tussen zitten die op onrechtmatige wijze zijn verkregen. Martine Gosselink, hoofd van de afdeling geschiedenis van het museum, zegt dat tegenover het NRC.
Gosselink laat tegenover de krant weten dat een onderzoek nuttig kan zijn, omdat het museum zich daarna mogelijk beter kan voorbereiden op eventuele claims. Ook sluit ze niet uit dat objecten op initiatief van het Rijksmuseum terug worden gegeven, mocht blijken dat ze op onrechtmatige wijze zijn verkregen.
Proef
Het gaat in eerste instantie om een proef, waarbij tien objecten uit de koloniale tijd worden onderzocht. Een van die objecten is een Singalees kanon uit de achttiende eeuw. Nederlanders maakten dit kanon in 1765 buit tijdens een militaire campagne in Sri-Lanka. Het werd later geschonken aan stadhouder prins Willem V, voor diens rariteitenkabinet in Den Haag. Een ander object dat onderzocht wordt is de zogenaamde diamant van Banjarmasin, die ooit eigendom was van sultan Panembahan Adam van Banjarmasin (Zuid-Borneo). In de museumcollectie staat over deze diamant:
“Nadat er problemen waren ontstaan rond de troonsopvolging besloot Nederland in 1859 het sultanaat van Banjarmasin met geweld in te lijven. De diamant werd tot Nederlands staatsbezit verklaard. In Amsterdam werd de ruwe diamant van 70 karaat later geslepen tot een rechthoek van 36 karaat.”
Achtergrondverhaal over het kanon van de koning van Kandy
Ook interessant: Rijksmuseum wil het niet meer over negers hebben
Boek: De geschiedenis van Nederland in 100 voorwerpen