Het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in Leiden heeft dinsdag een nieuwe aanwinst gepresenteerd. Een zogenaamd goudbaartje, een vroegmiddeleeuwse betaalmiddel dat twee jaar geleden werd gevonden op de Utrechtse Heuvelrug.
Het opgerolde stripje van 22-karaats goud dateert uit de zesde eeuw en weegt 20 gram. Het goudbaartje was opgerold zodat het makkelijk te bevestigen was een een riem of snoer. In 2008 werd het gevonden door een amateurarcheoloog op de Utrechtse heuvelrug. De vondst is opmerkelijk omdat deze goudbaartjes met name buiten Nederland werd gebruikt als betaalmiddel. Volgens het Rijksmuseum voor Oudheden heeft een rijke koopman het muntgeld waarschijnlijk verloren tijdens een reis over de Utrechtse heuvelrug. Dat was in de Merovingische tijd, van de vijfde tot de zevende eeuw, een belangrijk handelsgebied. Dit blijkt onder meer uit Merovingische goudschatten die eerder zijn gevonden in Rhenen, Remmerden en Dorestad.
De Merovingen waren een dynastie van de Frankische koningen die tussen de vijfde en zevende eeuw over verschillende gebieden in Frankrijk, Zuid-Nederland, Duitsland en België regeerden. Stamvader van de dynastie was Merovech, koning van de Salische Franken. Diens kleinzoon voerde het christendom in als staatsgodsdienst van het Frankische Rijk.
Het RMO heeft het goudbaartje onderzocht en geen moderne bewerkingssporen aangetroffen. Aan één kant is goed te zien dat er een stukje is afgekapt. Volgens het museum bestaat het goudbaartje voor negentig procent uit goud. Dit edelmetaal was tijdens de Merovingse tijd een belangrijk betaalmiddel en geschenk. Zowel munten als sieraden werden vaak van goud gemaakt. Het stripje goud is ruim veertien centimeter lang.
Het goudbaartje is de komende maanden te zien in de centrale hal van het museum. In december krijgt het een definitieve bestemming in de nieuw te openen afdeling Archeologie van Nederland in het Rijksmuseum van Oudheden.
Overzicht van boeken over de Middeleeuwen