Schrijver Adriaan van Dis heeft een brandbrief gestuurd naar minister Bussemaker van Cultuur om aandacht te vragen voor de penibele situatie waarin het Letterkundig Museum in Den Haag verkeert. In de brief, die mede-ondertekend is door een groot aantal prominente schrijvers, wordt gevraagd om een extra subsidie van 500.000 euro per jaar.
Sinds de grote cultuurbezuinigingen die in 2013 werden doorgevoerd heeft het museum het zwaar. Bijna een derde van het personeel moest ontslagen worden. Adriaan van Dis:
“Het museum ontbeert zelfs een hoofd Collecties. Onderzoeksprojecten met universiteiten kunnen door tijdgebrek niet van de grond komen. Het kan bovendien de digitalisering niet ter hand nemen, ondanks de plannen die het daarvoor heeft en ondanks het feit dat het dit jaar – met steun van de fondsen – met groot succes het literaire platform www.literatuurmuseum.nl heeft gelanceerd. Die site dreigt nu te verdwijnen.”
De schrijvers wijzen er in de brief verder op dat het Letterkundig Museum sinds 2013 vanwege het ontbreken van een aankoopbudget niet meer actief is op de handschriften- en illustratiemarkt. Hierdoor kon het onlangs bijvoorbeeld niet meebieden toen het handschrift van het beroemde literaire werk Hersenschimmen op de markt kwam. Dit terwijl de erven-Bernlev de gehele literaire nalatenschap van de auteur aan het museum nalieten. Alleen het genoemde handschrift ontbrak.
De ondertekenaars van de brief – waaronder schrijvers als Arnon Grunberg, Remco Campert en A.F.Th. van der Heijden, maar ook erven van bekende schrijvers als Godfried Bomans, Harry Mulisch en Hella S. Haasse – zeggen te spreken namens vrijwel alle Nederlandse schrijvers en illustratoren.
Volgens de auteurs is het museum geholpen met een extra jaarlijkse subsidie van 500.000 euro. Daarmee is niet de gehele bezuiniging te niet gedaan, maar kan het museum wel weer vooruit. Over het belang van het museum schrijven de auteurs:
“Het Letterkundig Museum is de schatbewaarder van ons literair erfgoed – nationaal en over de grenzen heen: koloniaal en postkoloniaal. Door het beheren van een waardevolle collectie schrijversbrieven, handschriften, kinderboekenillustraties en voorwerpen krijgen we letterlijk inzicht in veranderende opvattingen en mentaliteiten; figuurlijk door het organiseren van tentoonstellingen, lezingen en andere activiteiten die het belang en de waarde van literatuur permanent onder de aandacht van het publiek brengen.”
Boekenreeks: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur