Precies een dag nadat de Goedheiligman op zijn paard vertrokken is, hoor je in de aanloop naar het einde van het jaar dezelfde deuntjes: ‘It’s the most wonderful time of the year!’ Versierde huizen, lichtgevende bomen en mooi gedekte tafels. Het contrast met normale dagen kan deze maand niet groter zijn voor mensen zonder dikgevulde portemonnee of erger; zonder dak boven hun hoofd. Dit keer geen Scrooge in de hoofdrol van dit wijze kerstverhaal; maar Lazarus.
Rijk versus arm
Er was eens een rijke man met een groot huis. Hij kleedde zich in linnen en purperen gewaden. De schaarse en dus dure verfstof purper werd gewonnen uit levende zeeslakken en gaf kleding een diepe rood of paarsachtige kleur. Deze purperkleur werd in de tijd van Jezus alleen gedragen door koningen. Het was duidelijk; deze man stopte zijn rijkdom niet onder stoelen of banken.
Sterven van de honger
Rijk of arm, we hebben allemaal problemen. De rijke man naar eigen mening ook. Hij ergerde zich namelijk aan een vieze zwerver voor de deur van zijn riante optrekje. Deze zwerver lag dagelijks op de stoep in zijn vodden te wachten op de laatste kruimels van een van zijn feestelijke maaltijden. Het verpeste zijn uitzicht. De armoedzaaier had stinkende wonden op zijn lijf en dat trok honden aan. Zij likten de zwerende plekken en dat alles was een onsmakelijk tafereel voor zijn goed verzorgde woning. Lazarus, de man op de stoep, had honger. Maar de rijke man voedde hem niet. Lazarus kreeg zelfs zijn laatste restjes niet. Het ging steeds slechter met Lazarus en zo kwam de dag dat hij stierf. Maar een begrafenis kreeg hij niet, alhoewel hij volgens het Bijbelverhaal door engelen werd weggedragen en naar Abraham werd gebracht in het hiernamaals.
In z’n blootje is iedereen gelijk
Rijk of arm, iedereen zal sterven. En zo ook de rijke man. Hij kreeg een grootse uitvaart die net zo omvangrijk was als het leven dat hij leefde. Toch eindigden Lazarus en de rijke man na hun dood op dezelfde plek. Er waren geen gewaden meer om het lichaam mee te bedekken, iedereen was gelijk zoals de beide mannen in het leven op aarde altijd al gelijk waren geweest voor God. Zoals in elk mooi verhaal valt er een wijze les te leren: de rijke man krijgt namelijk een koekje van eigen deeg.
Breng mij verlichting
In Lucas 16 wordt beschreven dat de Rijke man het dodenrijk als een kwelling ervaarde. We kunnen opmaken dat hij in de hel is beland; hij heeft het warm en is dorstig. Zoals hij gewend was uit zijn vorige leven riep hij om hulp:
‘Vader Abraham heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar mij toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.’
Maar Abraham antwoordde:
‘Kind, bedenk dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend. Nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn.’
De rijke man had Lazarus laten barsten terwijl hij de middelen had om te helpen. Nu voelde hij op zijn beurt hoe het voor Lazarus geweest moest zijn. Daarnaast maakte de rijke man zich grote zorgen om zijn familie, die moest weten dat als ze zo door zouden leven ze op dezelfde pijnlijke plek terecht zouden komen. Maar helaas; er was geen bediende of boodschapper die voor hem klaar stond om het bericht terug naar aarde te sturen. De rijke man kon maar een ding doen: hopen dat zijn broers een wijzer leven zouden leiden dan hij…
Een Bijbels tintje op een boot
Deze ultieme kerstgedachte bevond zich, in de vorm van een afbeelding op een hakkebord, op de achterkant van een achttiende-eeuws schip. Een hakkebord is van hout en wordt als versiering gebruikt op de spiegel van een schip. Hierop is ook vaak de herkomst of de naam van het schip terug te vinden. De spiegel wordt rijkelijk versierd met gekleurde ornamenten en Bijbelse verwijzingen zijn daarbij zeer gebruikelijk.
Als we het hakkebord bestuderen zien we rondom de voorstelling van Lazarus en het huis van de Rijke man een guirlande, bestaande uit gesneden bladeren waarin bloemen en vruchten verwerkt zijn. Aan de linker- en rechterzijde is een rond medaillon te zien met daarin een staande vrouwenfiguur. Links is de personificatie van de Hoop afgebeeld, een vrouw met een anker, en rechts Caritas (de Liefde), een vrouw met een drietal kinderen. Bovenop het hakkebord liggen twee putti (een putto of engeltje is een mollig vaak naakt kinderfiguurtje, soms afgebeeld met vleugeltjes).
De linker heeft een zuil vast en de rechter een boek, zij verbeelden respectievelijk de deugden Standvastigheid en Geloof. Het middenstuk bestaat uit een gesneden en verguld ornament, versierd met een rij dansende putti en daarboven een krans van acanthusbladeren.
Wie goed doet…
Op de achterkant van het hakkebord zie je de stadswapens van Hoorn (de hoorn) en Amsterdam (de drie Andreaskruizen). Dit specifieke hakkebord zal op een beurtschip hebben gezeten dat tussen Hoorn en Amsterdam in een vaste dienstregeling op- en neer voer.
Maar waarom werd dit Bijbelse verhaal van Lazarus en de Rijke man achterop het schip afgebeeld? Misschien wel om het schip behouden vaart te wensen en de bemanning eraan te herinneren dat wie goed doet, goed ontmoet. Want dat is in 2018 niet anders dan in de tijd van Lazarus of de achttiende eeuw…
~ Sarah Bosmans en Marleen Manneke – Het Scheepvaartmuseum
www.hetscheepvaartmuseum.nl
Bekijk ook onze historische kerstverhalen
Overzicht van boeken over de maritieme geschiedenis