Op 23 mei 1568 boekte een klein leger onder leiding van twee broers van Willem van Oranje een eerste overwinning op de Spanjaarden. Deze slag bij Heiligerlee wordt daarom vaak aangemerkt als het begin van de Tachtigjarige Oorlog.
Onder leiding van de graven Lodewijk en Adolf van Nassau werd tijdens de slag een deel van Groningen op de Spanjaarden veroverd. Laatstgenoemde liet tijdens de slag wel het leven. Volgens sommige bronnen sloeg zijn paard op hol nadat de opstandelingen de Spaanse troepen hadden ingesloten. Adolf zou vervolgens door de Spaanse troepen zijn gedood. Adolf van Nassau werd zevenentwintig jaar oud. Bij Heiligerlee bevindt zich een monument ter nagedachtenis aan hem. Ook in het Wilhelmus wordt hij herdacht; in het vierde couplet:
‘Lijf ende goedt te zamen, heb ick oock niet verschoont,
Mijn broeders hoogh van namen, hebben dit ook betoont.
Graaf Adolph is gebleven in Vrieslandt in den slagh,
Zijn ziel in ’t eeuwig leven, verwacht den jongsten dagh.’
De slag
Na de Beeldenstorm van 1566 had de Spaanse koning Filips II de beruchte Hertog van Alva naar de Nederlanden gestuurd, om daar met harde hand de orde te herstellen. Terwijl Alva een schrikbewind voerde, werkte de uitgeweken Willem van Oranje vanuit Duitsland aan de opbouw van een leger waarmee hij de Nederlanden op vier plaatsen kon binnenvallen.
De eerste aanval vond plaats op 23 mei 1568, bij het plaatsje Heiligerlee, vlakbij Groningen. De troepen van Adolf en Lodewijk van Nassau hadden zich hier verschanst toen duidelijk werd dat ze werden achtervolgd door Spaanse troepen. Lodewijk voerde vervolgens een ruiteraanval uit waarna hij de Spaanse troepen een drassig landschap in lokte. De Spanjaarden werden vervolgens omsingeld. Tegen het advies van een hoge legerleider, die had geopperd eerst op versterking te wachten, besloten de Spaanse troepen de aanval op de opstandelingen te openen.
Aan Spaanse zijde zouden tussen de 1500 en 2500 man zijn gesneuveld. Vooral in het zogenoemde Sardijnse regiment van Gonzalo de Bracamonte vielen veel slachtoffers. De belangrijkste persoon die aan de zijde van de Spanjaarden sneuvelde was de graaf van Arenberg, Jan van Ligne, de trouwste dienaar van de hertog van Alva. De verliezen aan de kant van de opstandelingen worden geraamd op circa vijftig.
De Hertog van Alva reageerde furieus op de aanval bij Heiligerlee. Uit vergelding liet hij begin juni op de Grote Markt in Brussel de al eerder ter dood veroordeelde graven Egmont en Horne onthoofden.
De slag bij Heiligerlee was niet het begin van een zegereeks. Op 21 juli revancheerde de hertog van Alva zich al voor de nederlaag. Bij Jemmingen versloeg hij toen het complete leger van Lodewijk van Nassau. Laatstgenoemde wist zich slechts ternauwernood in veiligheid te brengen, zwemmend bereikte hij een schip van de watergeuzen. Verschillende militaire operaties van de opstandelingen liepen hierna op een fiasco uit waardoor Willem van Oranje aan het eind van 1568 voor grote problemen stond. Niet alleen was hij nagenoeg failliet, ook was duidelijk geworden dat de inwoners maar weinig begrepen van zijn pogingen de macht van de Spanjaarden te breken. De verwachte steun bleef uit. Bovendien was een van Oranje’s broers gesneuveld in de strijd en een invasie in Brabant was dramatisch verlopen. Willem van Oranje keerde terug naar Slot Dillenburg.
Begin van de Tachtigjarige Oorlog
De slag bij Heiligerlee staat bekend als het begin van de Tachtigjarige Oorlog. De meningen zijn echter verdeeld over het exacte begin van de oorlog. Soms wordt de door de opstandelingen verloren slag bij Dalheim als het echte begin gezien. Deze slag vond een maand eerder plaats, op 23 april 1568. Ook de gewapende inval in Brabant, in oktober 1568, is in het verleden wel aangemerkt als het begin van de Tachtigjarige Oorlog
Willem van Oranje (1533-1584) – Vader des Vaderlands
Overzicht van boeken over de Tachtigjarige Oorlog
Korte video over de Slag bij Heiligerlee
Bronnen â–¼
– Nederland van alle tijden – Blokker, Van Es, Spiering
– Geschiedenis van de Nederlanden – Hans Blom e.a.