In de Middeleeuwen speelden stenen tijdens kroningsceremonieën soms een grote rol. Het bekendste voorbeeld is waarschijnlijk de Stone of Scone waarop van de negende tot en met de veertiende eeuw Schotse koningen werden gekroond. Maar ook in andere gebieden werden soms kroningsstenen gebruikt. Zo kende Zweden bijvoorbeeld de Stenen van Mora.
Het is niet helemaal duidelijk wanneer de Zweedse traditie om koningen te kronen op een speciale steen ontstond. Wel is duidelijk dat de Zweedse vorst Magnus I van Zweden in 1275 bij Mora werd gekroond en dat toen gebruik werd gemaakt van een kroningssteen. De traditie wordt ook vermeld door de bekende IJslandse dichter en geschiedschrijver Snorri Sturluson.
Mora verwijst naar historische locatie ongeveer tien kilometer ten zuidoosten van de huidige stad Uppsala, waar vroeger veel grafheuvels te vinden waren en ook de kroningsceremonieën plaatsvonden. Een nieuwe koning ging steeds op een van de oudere kroningsstenen staan en werd vervolgens door zijn onderdanen toegejuicht. Hierna werd een nieuwe steen uitgehouwen die een plek kreeg bij de andere, ter herinnering aan de net voltooide kroningsceremonie.
De praktijk van het verkiezen van koningen bij de Stenen van Mora ging door tot eind vijftiende eeuw.
Plundering
Begin zestiende eeuw werd de historische locatie om onduidelijke redenen geplunderd en verdwenen veel van de kroningsstenen. Enkele overgebleven exemplaren, waaronder een steen die herinnert aan de kroning van Albrecht van Mecklenburg in 1364, worden permanent geëxposeerd in een klein gebouwtje in de buurt van het voormalige Mora.
De mythische heuvel van Tara en de Ierse ‘steen van het lot’
Bronnen â–¼
-Heidens! Volksgebruiken vandaag met sporen van voorchristelijke tradities – Marcel De Cleene (Sterck & De Vreese) p.16