Als je stokdoof bent, doen je oren het niet al te best meer. Je hoort niet of nauwelijks. Het woord stokdoof wil aangeven dat het écht niet goed gesteld is met het gehoor van een persoon. Alleen ‘doof’ zeggen is kennelijk niet voldoende, de persoon in kwestie is ‘stokdoof’.
‘Stok’ wordt vaker als voorvoegsel gebruikt om extra waarde te geven aan het woord erna. Denk aan stokstijf en stokoud. Stok heeft hier dus niet direct iets met een houten voorwerp te maken, maar betekent slechts ‘zeer’ of ‘uiterst’. Mogelijk was eerder sprake van een uitdrukking als ‘zo doof als een stok’ en werd dit later ingekort tot ‘stokdoof’.
Het woord stokdoof duikt in Nederlandse geschreven bronnen voor het eerst op in 1764.
Bronnen ▼
-https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/sijs002chro01_01_0035.php?q=stokdoof#hl1
-https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/stokdoof
-https://nl.wiktionary.org/wiki/stokdoof