Süleyman Shah (1178-1236) wordt beschouwd als een van de grondleggers van het Ottomaanse rijk. Hij was de grootvader van Osman I, de stichter van de dynastie die het Ottomaanse Rijk oprichtte en bestuurde. Zijn graf bevindt zich in Syrië.
Heel veel is er over Süleyman Shah niet bekend. Hij zou zijn verdronken in de rivier de Eufraat en zou in de buurt begraven zijn. Zijn tombe, die bekend staat als “Türks tombe”, bevindt zich in Syrië en wordt door veel Turken beschouwd als een heilige plaats. Dankzij de verdragen van Ankara (1921) en Lausanne (1923) mag Turkije op deze plek de Turkse vlag en een erewacht plaatsen.
Er is wel eens sprake geweest van een verhuizing van het graf naar Turks grondgebied. In de jaren twintig van de vorige eeuw zou het graf door een overstroming van het Assadmeer onder water komen te staan. Het graf werd toen verplaatst naar andere plek aan de rivier de Eufraat, ongeveer tachtig kilometer ten noorden van het Syrische kasteel Qal’at Ja’bar (en 35 kilometer van de Turkse grens). In 1991 werd vanwege een dreigende nieuwe overstroming overwogen het graf naar Turkije te verplaatsen. Hier zag men toen echter van af.
Nadat in 2011 de Syrische burgeroorlog uitbrak hield Turkije de erewacht bij de tombe intact.
In 2014 kwam de tombe opnieuw in het nieuws doordat leden van de Islamitische Staat in Irak en Syrië (IS) dreigden het graf te vernietigen.
Op 21 februari 2015 stelden Turkse troepen de resten van de grondlegger van het Ottomaanse Rijk veilig. De resten werden op een andere plek in Syrië, die gecontroleerd wordt door de Syrische regering, herbegraven. Artefacten uit het graf worden tijdelijk in Turijke bewaard. Het gebouw zelf is opgeblazen, om te voorkomen dat leden van IS het als basis kunnen gebruiken.