Wie ergens Te elfder ure aan begint, heeft de zaken wel erg lang uitgesteld. Hij of zij begint vlak voor het einde nog eens aan een bepaalde klus. Deze uitdrukking is afkomstig uit de Bijbel.
Met het elfde uur wordt in deze uitdrukking niet elf uur ’s ochtends of elf uur ’s avonds bedoeld, maar het elfde uur van een werkdag. De uitdrukking gaat terug op een verhaal in het evangelie van Mattheüs waarin beschreven wordt hoe een landheer personeel zoekt voor het werk in zijn wijngaard. Hij bleef de hele dag zoeken en ook “te elfder ure”, terwijl de werkdag toen dus eigenlijk al bijna voorbij was.
De gelijkenis van de arbeider in de wijngaard:
“Want het Koninkrijk der hemelen is gelijk een heer des huizes, die met den morgenstond uitging, om arbeiders te huren in zijn wijngaard. En als hij met de arbeiders eens geworden was, voor een penning des daags, zond hij hen heen in zijn wijngaard. En uitgegaan zijnde omtrent de derde ure, zag hij anderen, ledig staande op de markt. En hij zeide tot dezelve: Gaat ook gij heen in den wijngaard, en zo wat recht is, zal ik u geven. En zij gingen. Wederom uitgegaan zijnde omtrent de zesde en negende ure, deed hij desgelijks. En uitgegaan zijnde omtrent de elfde ure, vond hij anderen ledig staande, en zeide tot hen: Wat staat gij hier den gehelen dag ledig? Zij zeiden tot hem: Omdat ons niemand gehuurd heeft. Hij zeide tot hen: Gaat ook gij heen in den wijngaard, en zo wat recht is, zult gij ontvangen. Als het nu avond geworden was, zeide de heer des wijngaards, tot zijn rentmeester: Roep de arbeiders, en geef hun het loon, beginnende van de laatsten tot de eersten. En als zij kwamen, die ter elfder ure gehuurd waren, ontvingen zij ieder een penning. En de eersten komende, meenden, dat zij meer ontvangen zouden; en zij zelven ontvingen ook elk een penning. En dien ontvangen hebbende, murmureerden zij tegen den heer des huizes, Zeggende: Deze laatsten hebben maar een uur gearbeid, en gij hebt ze ons gelijk gemaakt, die den last des daags en de hitte gedragen hebben.”Mattheüs 20:1-12
De eersten zullen de laatsten zijn
De landheer stelt vervolgens dat de arbeiders niet moeten klagen, omdat ze het voordat ze aan hun werk begonnen eens waren over de vergoeding die ze kregen. Dat de werkkrachten die pas te elfder ure aan de slag gingen evenveel kregen was niet hun zaak.
“Of is het mij niet geoorloofd, te doen met het mijne, wat ik wil? Of is uw oog boos, omdat ik goed ben? Alzo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.” Mattheüs 20:15-16
Bekijk ook: Top 100 Bijbelse uitdrukkingen, gezegden en woorden
Het uur U, een cruciaal of beslissend moment
Boek: Muggenzifters en zondebokken – Spreekwoorden en gezegden uit de Bijbel