In Apeldoorn komt, zo berichtte de Stentor op 11 maart jongstleden, vóór 17 april – de dag waarop Apeldoorn in 1945 bevrijd werd van de Duitsers – een replica van het beeld waarbij, in een zuil van het stadhuis, jaarlijks wordt herinnerd aan de gedwongen tewerkstelling van Apeldoornse mannen door de toenmalige bezetter in arbeidskamp Rees vlak over de grens
Het is blijkbaar besmettelijk daar in de Achterhoek. In de afgelopen jaren moesten ze in het Gelderse dorp Vorden op 4 mei zo nodig van gemeentewege daar begraven liggende nazi-soldaten herdenken. Dit jaar herdenkt regionale krant de Gelderlander op de vooravond van de nationale dodenherdenking een Doetinchemse NSB’er, die ‘fout, maar niet verkeerd’ zou zijn geweest. Een nuance die voor
OPINIEDe publicitair uiterst succesvolle jonge historicus en jurist Thierry Baudet, die al eerder pleitte voor een dictatuur van de meerderheid (NRC Handelsblad 13-11-2010), ontwaart tegenwoordig in allerlei van hem afkomstige schrijfsels en interviews bij politieke en culturele elites in Nederland en daarbuiten een ziekelijke afkeer van geborgenheid en een eveneens pathologische drang naar ontworteling en vervreemding. Dit hoewel anderzijds wordt
O P I N I E De recente uitspraak van het Arnhemse Hof over de Vordense dodenherdenking doet onwillekeurig denken aan de beruchte uitspraak van de Hoge Raad in 1942, waarin deze de deportatie van Nederlandse joden door de Duitse bezetter niet in strijd met de Nederlandse wet verklaarde. Hoe terecht is deze associatie? De uitspraak van het Arnhemse Hof