Toespraak van staatssecretaris Frans Weekers bij de slag van de eerste munt ter ere van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden.
Dames en heren,
Op 30 november 1813 ging een gerucht door Den Haag. Iemand had Engelse fregatten bij de kust van Scheveningen gezien. Volgens de verhalen kon het niet anders of de prins van Oranje was aan boord. Mensen trokken naar het strand. Naar precies dezelfde plek waar Willem V, de vader van deze prins van Oranje, Nederland in 1795 was ontvlucht voor de Fransen. Het water, geregeld de vijand omdat het zo vaak afpakte, gaf de Nederlanders vandaag wat terug. Tegenwind zorgde voor een paar uur vertraging voordat de prins eindelijk weer voet op Hollandse bodem zette.
Die paar uur konden er na achttien jaar Franse overheersing ook nog wel bij. Want wat in 1793 was begonnen met de Bataafse Revolutie, leidde in 1795 tot een Franse annexatie van Nederland. Nederland was op slag een centraal bestuurd land. Bestuurd door Frankrijk, welteverstaan. Door Napoleon Bonaparte. En door diens broer Lodewijk Napoleon. Als we nu terugkijken, hebben we eerlijk gezegd veel aan de Franse tijd overgehouden. Achternamen, huisnummers en standaardmaten zoals de kilo en de liter bijvoorbeeld. Maar voor de Nederlanders in de vroege negentiende eeuw was de Franse aanwezigheid een invasiemacht. En economisch gezien was de Franse overheersing bijzonder beroerd.
Toen Willem eenmaal aanmeerde, was volgens de ’s-Gravenhaagsche Courant uit die tijd ‘het vreugdegejuich dan ook onbeschrijfelijk’. Twee dagen later werd prins Willem in Amsterdam ingehuldigd tot soeverein vorst. Het was het begin van het huidige Nederlandse koningshuis.
De landing in Scheveningen en de huldiging van Willem I herinnerde de Nederlanders eraan dat er altijd hoop is. Uiteindelijk komen de betere tijden er weer aan. Het is niet onverstandig daar ook vandaag de dag bij stil te staan. En dat doen we nu met een munt. Een munt die de afbeelding van alle Nederlandse vorsten sinds Willem I draagt. De munt is ontworpen door Roosje Klap en Claudia Linders. Zij hebben de profielen van de vorsten door een lint met elkaar verbonden. De diepte die zij daarmee op de munt hebben gecreëerd, biedt een inkijkje in 200 jaar geschiedenis. We zien helemaal in de verte Willem I, de aartsvader van het Nederlandse moderne koningschap. En via zijn zonen Willem II en Willem III reizen we door de twintigste eeuw, naar Wilhelmina. Onze eerste vorstin, door historicus Cees Fasseur zo mooi omschreven als ‘krijgshaftig in een vormeloze jas’. Het lint van de profielen reist vervolgens via Juliana en Beatrix naar Willem-Alexander, onze huidige vorst. Het verhaal over 200 jaar koningshuis op een paar vierkante centimeter, ik geef het u te doen.
Het is een munt die past in een rijke Nederlandse traditie van toonaangevende muntontwerpen die de Koninklijke Nederlandse Munt fantastisch vorm geeft. De vrijheid die het ministerie de muntadviescommissie geeft in de keuze van ontwerpers, betaalt zich iedere keer uit in verrassende voorstellen. En ook nu weer in een prachtige munt. Mijn dank daarvoor! Dan wil ik nu graag vicepresident van de Raad van State Piet Hein Donner uitnodigen voor de ceremoniële slag van deze prachtige munt!