In Italië zijn twee schilderijen zijn bij een groot justitieel onderzoek twee schilderijen van Vincent van Gogh teruggevonden. De werken werden in 2002 gestolen uit het Van Gogh Museum. Het gaat om Zeegezicht bij Scheveningen (1882) en Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen (1884/85). Volgens het museum verkeren de twee werken nog in redelijk goede conditie. Beide zijn niet meer voorzien van hun lijst en vertonen enkele beschadigingen. Wanneer de werken weer terugkomen naar Amsterdam is nog onduidelijk.
De gestolen schilderijen zijn teruggevonden tijdens een grootscheeps, lopend onderzoek in opdracht van het Italiaans Openbaar Ministerie, uitgevoerd door een specialistisch team van de Guardia di Finanza, het team dat onderzoek doet naar georganiseerde criminaliteit.
Vrijdagochtend wordt de ontdekking officieel bekendgemaakt tijdens een persconferentie in Napels. Axel Rüger, directeur van het Van Gogh Museum, is daar aanwezig. De museumdirecteur:
‘Ma zoveel jaar durf je niet meer te rekenen op een mogelijke terugkeer. […] Ze zijn terecht! Dat ik dat ooit nog zou kunnen zeggen, daar durfde ik niet meer op te hopen. Wanneer de werken terug kunnen naar Amsterdam is nog onduidelijk. Maar ik ga ervanuit dat we mogen rekenen, ook nu, op de onvoorwaardelijke steun van de Italiaanse autoriteiten’.
Niet bekend is waar de werken sinds de inbraak in 2002 zijn geweest, maar aangenomen wordt dat de doeken niet onder geschikte condities hebben verkeerd. Beide werken zijn niet meer voorzien van hun lijst. Zeegezicht bij Scheveningen (1882) is beschadigd. De verf in de linkeronderhoek is afgebroken op een oppervlakte van circa 5 bij 2 centimeter. Het gestolen doek Het uitgaan van de Hervormde kerk te Nuenen (1884/85) is op het eerste gezicht ongeschonden, afgezien van wat kleine beschadigingen aan de doekranden. Nader onderzoek door een restaurator is nodig om de precieze conditie van de werken vast te stellen alvorens ze te herstellen.
Kunsthistorische waarde
Het Van Gogh Museum stelt dat de kunsthistorische waarde van de schilderijen groot is.
‘Zeegezicht bij Scheveningen’ is het enige schilderij in de museumcollectie uit Van Goghs periode in Den Haag (1881-1883). Het is één van de slechts twee zeegezichten die hij in zijn Nederlandse jaren schilderde en is een belangrijk voorbeeld van Van Goghs vroegste schilderstijl waarin hij zich al heel eigenzinnig toonde. Met de hopelijk aanstaande thuiskomst van ‘Zeegezicht’ wordt een belangrijk hiaat in de museumpresentatie gevuld.
Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen is een klein doek dat Van Gogh begin 1884 schilderde voor zijn moeder. Afgebeeld is de kerk van de Nederlands Hervormde Gemeente in het Brabantse Nuenen, waaraan Van Goghs vader verbonden was als predikant. In 1885, na de dood van zijn vader, nam Van Gogh het doek opnieuw ter hand en voegde de kerkgangers op de voorgrond toe, waaronder vrouwen met een omslagdoek die gedragen werd in tijden van rouw. Mogelijk is dit een verwijzing naar de dood van zijn vader.
“Door de biografische lading heeft het schilderij een grote emotionele waarde. De museumcollectie kent geen andere schilderijen waarop het kerkje is afgebeeld. Het is bovendien het enige schilderij in de collectie dat voorzien is van een origineel spieraam. Dit spieraam zit vol met verfresten omdat Van Gogh er waarschijnlijk zijn kwasten erop schoonmaakte.”
Lees ook: Vincent van Gogh (1853-1890) – Zijn leven en werk
Overzicht van boeken over Vincent van Gogh