Op 3 maart 1818 werd Gerrit Jan Pieperiet op de Koornmarkt in Almelo geëxecuteerd voor de moord op notaris Jan Dikkers. Volgens de Haagse advocaat Robert Kiek was de man echter onschuldig. In de Volkskrant roept hij de Hoge Raad op het tweehonderd jaar oude vonnis te herzien.
Volgens de overlevering waren de laatste woorden van de ter dood veroordeelde Gerrit Jan Pieperiet: “Ik ben onschuldig!”. De Haagse advocaat Robert Kiek denkt dat de man inderdaad onschuldig was. De advocaat dook in de stukken en stelt dat Gerrit Roessing, een kameraad van de veroordeelde, waarschijnlijk verantwoordelijk was voor de dood van de notaris. In een gratieverzoek zou Pieperiet dit ook hebben beweerd. Het verzoek bereikte koning Willem I echter nooit. De veroordeling van Pieperiet zou gebaseerd zijn op een late verklaring van Roessing.
Volgens de NOS gaat het om het laatste doodvonnis dat in Nederland werd voltrokken. Dat is echter niet waar. Nog in 1837 werd in Zwolle bijvoorbeeld een moordenaar ter dood gebracht. Wel was het de laatste keer dat in Almelo iemand na een veroordeling werd geëxecuteerd.
De terechtstelling van Gerrit Jan Pieperiet wordt in Almelo geregeld nagespeeld. Advocaat Kiek was enige tijd geleden getuige van zo’n toneelstuk en besloot toen eens in de geschiedenis te duiken. De procureur-generaal zou hem schriftelijk hebben toegezegd in het eerste kwartaal van 2014 een besluit te nemen op zijn verzoek de veroordeling van Pieperiet nog eens tegen het licht te houden.