Verzetsman schoot landwachter dood in Scholtenhuis

4 minuten leestijd
Scholtenhuis in 1940
Het ‘V-teken’, voorheen gebruikt door het verzet, werd in 1941 overgenomen door de Duitsers met de slogan “Victorie want Duitschland wint voor Europa op alle fronten”, Scholtenhuis aan de Grote Markt in Groningen in 1941.

In Doorgeven. Het verhaal van een Gronings verzetsgezin beschrijft Ingrid van der Vlis op fenomenale wijze het leven van de familie Dijkema voor, na, maar vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog. Drie jongens uit het gezin zaten in het verzet en richtten samen de knokploeg KP Remco op. Ze pleegden overvallen op distributiekantoren en voerden af en toe liquidaties uit. Ongeëvenaarde moed, tragiek en domme pech zijn termen die de verzetsbelevenissen van de familie Dijkema goed typeren.

Van der Vlis besteedt veel aandacht aan KP-lid Reint Dijkema (1920-1944), die – naast het uitvoeren van overvallen en liquidaties – tijdens de oorlog het verzetsblad Doorgeven verspreidde. Dit moet Reint in augustus 1944 met de dood bekopen in Kamp Vught. Zijn achterblijvende verloofde Ina Knottnerus bewaarde Reints verzetsbladen, die uiteindelijk door familieleden van Ina na haar overlijden werden ontdekt. Van der Vlis’ boek is gebaseerd op dit materiaal, op archiefstukken en op gesprekken met familieleden.

Doorgeven begint met een hoofdstuk waarin het doktersgezin van Klaas Dijkema uit Siddeburen geïntroduceerd wordt. Daarna volgt een hoofdstuk over het Groninger verzetswerk, de KP Remco, hoofdstukken over liquidaties en overvallen, de arrestatie en dood van Reint Dijkema en een afsluitend hoofdstuk over hoe het de familie – van wie een deel emigreerde naar Canada – na de Tweede Wereldoorlog is vergaan.

Liquidatie van Elsinga

De KP Remco had in elk geval veel lef, zoals blijkt uit Van der Vlis’ beschrijving van een liquidatie op klaarlichte dag in de stad Groningen:

“Op 20 december 1943 vertelde Reint dat hij opdracht had gekregen om politieluitenant Elsinga te liquideren. Anne Jannes Elsinga was gemeenteveldwachter in Bedum geweest. vermoedelijk verbitterd om uitblijvende promotie sloot hij zich al voor de oorlog aan bij de NSB, waar hij zich ontpopte als een felle antisemiet. Na de Duitse inval werd hij vrij snel benoemd tot luitenant en hoofd van de Bijzondere Recherche in Groningen. Hij stond bekend als een fanatieke speurder die bij verhoren zeer hard kon zijn. Onlangs was Elsinga op het spoor gekomen van de mensen die de verzetskrant ‘Trouw’ in Bedum drukten en verspreidden. Reint stuurde hem eerder al namens het verzet brieven met de waarschuwing om te stoppen met zijn jacht op onderduikers en verzetsmensen (…) Op oudejaarsdag moest de beslissing vallen; Reint en Piet gingen samen op pad; Klaas Simon zat op wacht. Even voor negen uur ’s morgens kwam Elsinga naar buiten. Hij nam zijn fiets en ging op weg naar het Scholtenhuis aan de Grote Markt. Op veilige afstand volgden de broers. Elsinga fietste de Peizerweg en Paterswoldseweg af en naderde de Rasculebrug [de huidige Eendrachtsbrug]. De broers waren nu vlak achter hem, ze waren allebei gewapend (…) De drie schoten die Reint nu loste, waren voldoende. Elsinga krabbelde nog wel overeind en keek Piet zelfs nog even aan, die al met zijn revolver klaarstond. Hij hoefde echter niet meer te schieten. Elsinga zakte weer in elkaar en bleef op klaarlichte dag dood op straat achter.” (29,30)

De Duitsers in de stad namen keihard wraak, want Elsinga was naar hun mening “een van onze allerbesten”. Als represaillemaatregel liquideerden de nazi’s – stante pede – zes ‘stadjers’, die bekend stonden als anti-Duits. Maar dit was nog niet voldoende om Elsinga te wreken. Er werden liefst 36 Groningers gearresteerd en naar Kamp Vught afgevoerd. Al deze personen overleefden het kamp en waren vóór september 1944 weer thuis.

Reint schiet landwachter dood

'Door moordenaarshand gevallen'
‘Door moordenaarshand gevallen’
Op 4 juni 1944 kreeg Reint een verontrustend telefoontje van een onbekende verzetsman, dat de Duitsers bezig waren met acties. Reint besloot meteen naar Groningen te gaan om andere verzetslieden te waarschuwen. Toevallig had een NSB’er, de politieagent Jaap van der Sluis die in de stad Groningen resideerde, net een dag eerder de opdracht gekregen om Reint op te sporen en te arresteren. Reint had heel veel pech die dag. In de Oude Boteringestraat liep hij Van der Sluis tegen het lijf, die hem op de fiets achtervolgde, zijn revolver trok en Dijkema instrueerde naar het Scholtenhuis [het beruchte hoofdkantoor van de Groninger SD] te fietsen. Tot drie keer toe probeerde Reint te ontsnappen, maar dit mislukte telkens. Bij de derde poging was inmiddels een SD’er toegesneld, die op Dijkema schoot en hem in zijn arm raakte, die daardoor brak.

“Eenmaal in het Scholtenhuis kwam Reint, geboeid aan handen en voeten, in een kamer terecht waar hij voor een bureau moest blijven staan. De landwachter die hem moest bewaken, legde achteloos zijn geweer op het bureau. Wat kon een dubbel geboeide arrestant met een gebroken arm nog beginnen? Er bleek toch nog iets mogelijk: ‘[Reint] liet zich voorover vallen, greep het geweer, zette zich af, zodat hij weer terugvielen schoot, half zittend, half liggend, de op hem toelopende landwachter neer.’ Het slachtoffer was Ernst Geert Oosterhuis, een 52-jarige Groninger. Hij werd zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht en overleed daar de volgende dag. In ‘Volk en Vaderland’ [9-6-1944] plaatsten zijn leidinggevenden een rouwadvertentie voor hun ‘door moordenaarshand gevallen’ kameraad.” (40,41)

Doorgeven. Het verhaal van een Gronings verzetsgezin
Doorgeven. Het verhaal van een Gronings verzetsgezin
Reint hoopte met deze actie meteen doodgeschoten te worden, zodat hij niet uit de school kon klappen over verzetslieden en activiteiten van de ondergrondse. Dit gebeurde echter niet: binnenstormende mannen bewerkten hem met geweerkolven, net zolang tot Reint bewegingsloos op de grond lag. Ze dachten dat hij dood was, maar toen bleek dat hij nog leefde voerde de SD “terrorist Dijkema” (zoals ze hem noemden) af naar het ziekenhuis om hem te laten opknappen. Zo konden ze hem tenminste ondervragen en hopelijk ook andere verzetslieden oprollen, was de gedachte.

Kamp Vught

Na verschrikkelijke martelingen in het Scholtenhuis – waarbij Reint een aantal acties bekende en ook enkele namen van anderen prijsgaf, maar alleen van gesneuvelden of al bekende namen – werd hij op 18 juni 1944 naar Kamp Vught afgevoerd. Op de meegegeven documenten stond een rood kruis: de doodstraf. Korte tijd later, op 22 augustus, schiet een executiepeloton in Vught Reint dood. Hij is een van de 329 slachtoffers die in Kamp Vught geëxecuteerd zijn.

Boek: Doorgeven – Het verhaal van een Gronings verzetsgezin

0
Reageren?x
×