Verzetsvrouw Gisela Wieberdink-Söhnlein (100) overleden

1 minuut leestijd
De jonge Gisela Söhnlein
De jonge Gisela Söhnlein (Collectie Nationaal Monument Kamp Vught)

Verzetsvrouw Gisela Wieberdink-Söhnlein, die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder meer betrokken was bij de redding van Joodse kinderen, is dinsdag op honderdjarige leeftijd overleden. Dat meldt het Verzetsmuseum Amsterdam.

De jonge Gisela Söhnlein
De jonge Gisela Söhnlein (Collectie Nationaal Monument Kamp Vught)
Gisela Söhnlein (1921-2021) studeerde tijdens de oorlog rechten in Amsterdam. In september 1942 raakte ze, met een aantal dispuutgenoten, via Piet Meerburg betrokken bij een groep studenten die Joodse kinderen redde, onder meer via de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg, waar Joden voor hun deportatie werden verzameld.

Doordat Gisela’s stiefvader bij de spoorwegen werkte, kon zij gratis reizen in de trein. Gisela was niet vaak in de crèche; ze haalde kinderen op van hun adressen in Amsterdam en bracht ze naar onderduikadressen. Hierbij werkte zij nauw samen met de Utrechtse studente Hetty Voûte. Een standbeeld in station Utrecht was ontmoetingsplek voor de groepsleden. Ze maakten gebruik van een herkenningsfluitje. Over haar keuze voor het verzet zei ze later luchtig:

“Het moest gewoon gebeuren.”

In juni 1943 werden Gisela en Hetty gepakt. Via Kamp Haaren en Kamp Vught kwamen zij in het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück. Ze hielpen kampgenoten de moed erin te houden door het zingen van zelfgeschreven liedjes onder de namen Pooh&Piglet. Vlak voor de bevrijding werden ze door het Rode Kruis naar Zweden gebracht.

Gisela Sohnlein (r) en Hetty Voute (l)
Gisela Sohnlein (r) en Hetty Voute (l) – Foto: Collectie Nationaal Monument Kamp Vught

Verzetsmuseum

Hetty Voûte was vanaf de oprichting bij het Verzetsmuseum in Amsterdam betrokken. Voor een tentoonstelling over studentenverzet in 1990, getiteld Heden geen college, bracht Voûte het museum met Gisela in contact. Gisela Wieberdink-Söhnlein droeg later bij aan een tentoonstelling over de redding van Joodse kinderen in 2005 (Dag Pap, tot morgen), over haar studiegenoot Hannie Schaft en de zusjes Oversteegen in 2008 (Drie meiden in verzet) en over borduurwerken in gevangenschap in 2011 (Elke dag een draadje).

In 1988 kreeg Gisela Wieberdink-Söhnlein voor haar hulp aan vervolgde Joden de Yad Vashem onderscheiding toegekend.

Boek: De Hollandsche schouwburg

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×