Dark
Light

Hoer of heldin? ‘Driehoeksverhouding’ verzetsechtpaar en SD-agent

Auteur:
5 minuten leestijd
Verraad - De driehoek van een verzetsechtpaar en een SD-agent

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren sommige mensen bereid ver te gaan om anderen te helpen. Zo besloot de communistische Leen Reef-Weel in te gaan op de avances van een Hauptscharführer van de SD om haar man Herman – en zes andere verzetslieden – uit Kamp Vught te bevrijden. Het moedige plan slaagde, maar had nare gevolgen. In Verraad. De driehoek van een verzetsechtpaar en een SD-agent (Uitgeverij Aspekt, 2016) legt oud-politicus en voormalig Provo-activist Roel van Duijn deze pijnlijke familiegeschiedenis volledig bloot.

Folder van Hazemeyer Signaalapparatenfabriek, 1930. - Bron: www.holechistorie.nl
Folder van Hazemeyer Signaalapparatenfabriek, 1930. – Bron: www.holechistorie.nl
Het verhaal van Van Duijn is onmiskenbaar een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse historiografie over de Tweede Wereldoorlog. De auteur snijdt een decennialang verzwegen thema aan, namelijk de soms pijnlijke ethische dilemma’s die mensen tijdens oorlogen en in crisissituaties moeten trotseren. Daarnaast besteedt Van Duijn aandacht aan twee andere relatief onderbelichte oorlogsthema’s: de geschiedenis van de vrij onbekend gebleven Twentse verzetsgroep Hazemeyer en de rol van vrouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Hazemeyer-groep

De communisten Herman en Leen Reef waren een van de eersten in Nederland die, kort na de Duitse inval, een verzetsgroep oprichtten. Deze groep, de Hazemeyer-groep (vernoemd naar de fabriek waar Herman werkte), kwam geregeld samen in hun huis aan de C.T. Storkstraat 26 in Hengelo. Ze stencilden er allerlei verzetsbladen, zoals De Vonk, Vrij Nederland en De Waarheid. Zelf bedachten ze anonieme oproepen om in verzet te komen en verspreidden die via posters of stencils. Ook zamelden ze geld in, onder meer via Hermans fabriek: de Hazemeyer Signaalapparatenfabriek aan de Bornschestraat in Hengelo, die cynisch genoeg veel apparatuur leverde aan het Duitse leger. Van Duijn:

“Herman nam het op zich om in de fabriek en bij kennissen in Hengelo geld in te zamelen voor het solidariteitsfonds, voor slachtoffers van de bezetters. Joden, achtergebleven familieleden van gearresteerde of gefusilleerde verzetsmensen. Ondergedoken Joden. Die werden op die manier van voedsel voorzien. Wel drie- tot vierhonderd gulden overhandigde Herman elke maand.” (29)

Arrestatie van Herman Reef

De groep pleegde zo nu en dan aanslagen op Duitse treinen, of probeerde dat. Zoals een aantal Duitse treinstellen met generaals, die op 13 oktober 1942 via Hengelo-Almelo vanuit Nederland terugkeerden naar Duitsland. De bom die Herman Reef met een kompaan geplaatst had, werd echter ontdekt en de Duitse autoriteiten zochten deze vondst tot op de bodem uit. Enkele dagen later deed de SD een inval in de Hazemeyer-fabriek, waarbij ze Hermans collega Theo Egberts arresteerden. Op 23 oktober keerde de Grüne Polizei terug en pakten zestien andere jongemannen uit de fabriek op, onder wie Herman Reef en – voor de zekerheid hem ook – zijn gelijknamige neef.

Karl Peter Berg
Karl Peter Berg
Na een aantal dagen in Enschede gevangen te hebben gezeten, liet de SD een aantal mannen vrij en liet de overgebleven personen naar Arnhem brengen, waar ze in de Koepelgevangenis opgesloten werden om zo nu en dan voor verhoor opgehaald te worden. Ook Herman kreeg zware verhoren te verduren en werd daarbij met name door de SD’er August Ahlbrecht – die na de Tweede Wereldoorlog werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf – onder handen genomen. Maar hij sloeg niet door.

Albrecht had…

“…voor Verschärfte Vernehmung (verscherpt verhoor) voortdurend toestemming van zijn superieuren in Den Haag. Dit betekende slaan en doorslaan totdat de bekentenis eruit was. (…) Ahlbrecht schopte, bond mensen vast aan zijn bureau om ze met gummiknuppels te bewerken. Herman heeft het geweten. (…) Maar zijn bleke kaken heeft hij op elkaar gehouden. Petje af. Herman voelde zeker doodsangst, maar zijn woede tilde hem daaroverheen.” (50,51)

Amersfoort en Vught

In december 1942 transporteerden de nazi’s Herman en een aantal andere leden van de Groep Hazemeyer naar Kamp Amersfoort, waar ze bij aankomst – dat was gebruikelijk in dit kamp – in elkaar geslagen werden door een groepje SS-bewakers. De beruchtste SS’er in Amersfoort was Karl Peter Berg, maar ook anderen hadden een slechte naam: types als Stöver (‘Kleine Nelis’), Ridder, Titho en de gevreesde psychopaat Joseph Kotalla (de ‘Beul van Amersfoort’) kon je maar beter niet van te dichtbij leren kennen.

Tussen januari en maart 1943 ontruimden de nazi’s Kamp Amersfoort, vanwege een grondige verbouwing en uitbreiding. Herman kwam hierna in Kamp Vught terecht. Het leven in dit kamp was verschrikkelijk, maar Herman zat in een barak waar hij het relatief gezien minder slecht had getroffen dan in Amersfoort.

Plotseling vrij!

Leen Reef. Bron: boek
Leen Reef. Bron: boek
Op 28 april 1943 zag Herman ineens zijn vrouw Leen in het kamp lopen, vergezeld van enkele hoge SS-functionarissen. Herman mocht komen opdraven en zijn gevangenispak inruilen voor burgerkleding, evenals zes andere personen die gevangen zaten. Hoe had Leen Reef deze vrijlating voor elkaar gekregen? Auteur Van Duijn ontrafelt het geheim van de onverwachte vrijlating van Herman, via een interview met de door hem opgespoorde aangetrouwde nicht van Herman, Annie Reef.

Leen had regelmatig contact met een bevelhebber van de SD in Den Haag, Konrad Hofmann, die invloedrijk was. Ze hadden onder meer samen gedanst in het Wehrmachtheim in Arnhem, een ontspanningsoord voor Duitse militairen en de man had Leen uiteindelijk weten te verleiden – of andersom – in ruil voor de vrijlating van Herman. Van Duijn beschrijft uitgebreid de resultaten van zijn zoektocht naar achtergrondinformatie over deze SD’er Hofmann.

De affaire van zijn vrouw Leen met een SD-bevelhebber had grote gevolgen in de naoorlogse jaren, met name op het huwelijk tussen Leen en Herman. Van Duijn schrijft:

“De spanningen vraten Herman verder aan. Waren het alleen de kampherinneringen? Er waren ook heftige ruzies met Leen, die hij soms ‘een schip zonder roer’ noemde. Speelde daarin nog de vrijage met de SD-man een rol? Zeker…” (171)

Verraad - De driehoek van een verzetsechtpaar en een SD-agent
Verraad – De driehoek van een verzetsechtpaar en een SD-agent
Herman Reef werd later in zijn leven enige tijd opgenomen in een psychiatrische inrichting, officieel met de diagnose ‘KZ-syndroom’. Maar Van Duijn vermoedt dat hartenpijn ook zeker van invloed was op de psychische gesteldheid van Reef. Op 23 oktober 1972 stierf Herman Reef aan een hartaanval.

Hoer of heldin?

De verdienste van Van Duijn is dat hij een onbesproken, gevoelig thema uit de Tweede Wereldoorlog blootlegt waaraan nog maar nauwelijks aandacht is besteed. Namelijk vermeende ‘moffenmeiden’ die eigenlijk heldinnen waren. Voor Van Duijn zelf is het duidelijk dat Leen Reef een heldin was, omdat ze door haar relatie met een SD’er niet allen haar man maar ook zes anderen uit de groep Hazemeyer het leven heeft gered. Van Duijn heeft mijns inziens gelijk: Leen was een heldin en geen moffenhoer. Na de bevrijding zagen de autoriteiten het net zo en gaven geen gehoor aan de geruchten over haar relatie met een SD’er. De tragiek van het heldinnenverhaal is echter dat de man voor wie ze het eigenlijk allemaal deed, Herman, haar nooit zou vergeven.

Het thema van Van Duijns boek lijkt trouwens veel op dat van Paul Verhoeven speelfilm “Zwartboek” uit 2006. Deze film gaat over het leven van de verzetsstrijdster Esmée van Eeghen, die van het verzet opdracht had gekregen om een relatie te beginnen met een SD’er teneinde belangrijke informatie te kunnen losweken. Uiteindelijk werd ze verliefd op de Duitse officier Hans Schmälzlein. Zowel het verzet als de Duitsers dachten vervolgens dat ze voor de tegenpartij actief was, en in 1944 werd Esmée door Ernst Knorr bij het van Starkenbroghkanaal doodgeschoten.

Boek: Verraad – De driehoek van een verzetsechtpaar en een SD-agent
Zie ook: De wedergeboorte van een moffenmeid

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×