Tussen 1962 en 1964 werden in en rond de Amerikaanse stad Boston in totaal elf vrouwen misbruikt en gewurgd. De politie ging op zoek naar de zogenaamde Boston Strangler en in 1964 werd Albert DeSalvo gearresteerd. Hoewel hij bekende werd hij uiteindelijk niet veroordeeld voor de moorden. Nu, bijna vijftig jaar later, denkt de Amerikaanse justitie toch bewijs te hebben gevonden dat DeSalvo achter ten minste een van de moorden zat.
De moorden in Boston waren in de jaren zestig groot nieuws, ook buiten Amerika. In twintig maanden tijd werden tussen 1962 en 1964 elf vrouwen seksueel misbruikt en vermoord, meestal in hun eigen huis. Het laatste slachtoffer, Mary Sullivan, werd in januari 1964 dood in haar appartement aangetroffen. Justitie heeft nu sperma onderzocht dat op haar lichaam is aangetroffen.
Niet veroordeeld
Na zijn arrestatie bekende Albert DeSalvo de elf moorden te hebben gepleegd. Hij gaf zelfs aan dat hij nog twee vrouwen had vermoord waarmee het slachtofferaantal op dertien zou komen. DeSalvo werd echter niet veroordeeld. Justitie was van mening dat er teveel tegenstrijdigheden in zijn verhaal zaten en daarnaast waren er nog twee mensen die beweerden achter de moorden te zitten.
DeSalvo kreeg overigens wel een levenslange gevangenisstraf opgelegd, maar dat was voor een aantal overvallen en verkrachtingen. Hij overleed in 1973 bij een ruzie in de gevangenis.
DNA
Justitie heeft onlangs dna-materiaal dat op het levenloze lichaam van Mary Sullivan werd aangetroffen vergeleken met het dna van een neef van DeSalvo. Volgens de onderzoekers blijkt hieruit dat het vrijwel zeker is dat DeSalvo het meisje verkrachtte en vermoordde. Om er helemaal zeker van te zijn wordt het graf van Albert DeSalvo binnenkort geopend zodat er dna-materiaal van hem afgenomen kan worden.
