Wie vroeger rondliep met een ziekenfondsbrilletje had een niet al te beste bril op zijn of haar hoofd. De kwaliteit liet soms te wensen over en als het een beetje tegenzat had de bril dikke jampotglazen.
Inmiddels bestaan de echte ziekenfondsbrilletjes niet meer. Dit soort brillen dateren namelijk uit de tijd dat Nederlanders nog verschillend verzekerd waren. Armere mensen zaten in het ziekenfonds, terwijl rijkere mensen zich particulier verzekerden. Zij kregen vaak wat duurdere brillen, met een steviger montuur en hoogwaardigere glazen.
De ziekenfondsbril had een vrij simpel model met een stalen montuur. En wie wat slechtere ogen had ging naar huis met dikke, lelijke brillenglazen. Opmerkelijk genoeg zijn dergelijke brillen tegenwoordig vrij populair onder hoger opgeleiden. Het montuur is dan echter wel van een betere kwaliteit, maar de vorm lijkt sterk op die van de oude ziekenfondsbril. En het glas is meestal ook mooi geslepen.
Beter af
Het ziekenfondsbrilletje mag dan van niet al te beste kwaliteit zijn geweest, verzekerden waren destijds wel beter af dan tegenwoordig. Vanuit de huidige basisverzekering (die alle Nederlanders van achttien jaar en ouder verplicht hebben) worden brillen en lenzen helemaal niet vergoed. Alleen bij grote medische problemen kan een deel van de kosten soms vanuit de verzekering betaald worden. Wie een ‘gewone’ bril of lenzen koopt, betaalt de kosten zelf. Tenzij men een aanvullende verzekering heeft afgesloten.
Boek: Het goede leven – Hoe Nederland in een halve eeuw steeds welvarender werd
Voor de invoering van de basisverzekering (2006) was iedere Nederlander onder een bepaalde inkomensgrens verplicht verzekerd via het ziekenfonds. Hiervoor werd ook zogenaamde ziekenfondspremie op het inkomen ingehouden. Ook de werkgever betaalde een deel van de kosten. Vanaf 1941 was men, door het zogenoemde Ziekenfondsbesluit, verplicht zich te verzekeren via het ziekenfonds. Voor die tijd waren er vrijwillige ziekenfondsverzekeringen.