Cliëntelisme ontstond in Spanje halverwege de negentiende eeuw. Plaatselijke landeigenaren, caciques, deelden de lakens uit en zetten op aangeven van landelijke bestuurders de verkiezingen naar hun hand.
Turnismo
Nadat de Eerste Spaanse Republiek begin 1874 omver was geworpen, gaf de invloedrijke politicus Antonio Cánovas del Castillo vorm aan de restauratie van de monarchie en besteeg koning Alfonso XII de Spaanse troon. Het politieke systeem dat door Cánovas werd gecreëerd, vond zijn weerslag in de grondwet van 1876 en beoogde zonder twijfel de voortzetting van eeuwenoude Spaanse tradities. Onderdeel van de politieke doctrine van Cánovas was de creatie van een stelsel dat conservatieve en meer progressief getinte bewegingen in staat stelde elkaar af te wisselen als regeringspartij. Als de ene partij was uitgeregeerd, werd de koning gevraagd de regering te ontslaan en de Cortes (het parlement) te ontbinden. De daaropvolgende manipulaties met de verkiezingen brachten dan automatisch de andere partij aan de macht.
Dit systeem, het zogeheten turnismo, had als voordeel dat het voortbestaan van de monarchie gegarandeerd was en dat het voor de nodige stabiliteit zorgde. Het turnismo werd vooral in stand gehouden door lokale caciques die op grote schaal verkiezingsfraude pleegden.
Caciquismo als fundament van de restauratie
In Spanje ontwikkelde zich, net als in andere landen in het Middellandse Zeegebied, in de loop van de negentiende eeuw het cliëntelisme. Dat was een systeem waarin binnen rurale gemeenschappen landeigenaren en boeren zich aan elkaar verbonden door het verlenen van wederzijdse diensten. De bevolking kreeg daardoor toegang tot de middelen die in het bezit waren van de patroons – de caciques – en genoten hun bescherming in ruil voor diensten zoals het geven van een stem aan de door de patroon voorgestelde kandidaat. Dit systeem van sociaal-politieke organisatie ontstond in Spanje tijdens het regentschap van de progressief-liberale generaal Baldomero Espartero, dat duurde van 1840 tot 1843 (koningin Isabel II was toen nog minderjarig).
Door Espartero’s onteigeningspolitiek kwam veel land in handen van geestverwanten van de regent, die de macht over de rurale gemeenschappen overnamen en daar de lakens uitdeelden. Het was een systeem dat kon functioneren onder voorwaarde dat het gecontroleerd werd door een groep van particulieren, gevrijwaard van bemoeienis van buitenaf. Kenmerkend was dat het verlenen van wederzijdse diensten op persoonlijke basis plaatsvond en niet gebaseerd was op collectief optreden van cliënten, zodat geen klassenvorming en klassenactie optrad. Het was zeker niet zo dat het caciquismo ontstond vanwege het analfabetisme onder de bevolking, door hun vermeende politieke onkunde, passiviteit of door de armoedige situatie waarin zij zich bevond. Ook is het onjuist te veronderstellen dat het uitsluitend de elite was die ervan profiteerde. Het caciquismo ontstond als zeer effectieve methode om middelen en diensten te ruilen binnen kleine groepjes die zich niet bekommerden om de behoeften buiten de eigen groep, laat staan om die van de maatschappij. Caciques waren uit eigenbelang politiek eenvoudig te manipuleren. Zij kozen steevast de kant van de partij die aan de beurt was om te regeren en stuurden verkiezingen in de richting die op enig moment wenselijk werd geacht.
Pucherazo
Om de verkiezingen naar hun hand te zetten, lieten de caciques geen middel onbenut. Stemmen werden gekocht, kiezers geïntimideerd, stemlokalen ingericht in partijkantoren waar uitsluitend leden toegang hadden en lokalen gesloten nadat eerst de eigen aanhang had gestemd. Men sjoemelde met sluitingstijden van de verkiezingslokalen door kerkklokken vooruit te zetten en talloze ongeldige stembiljetten werden ingebracht die de stemcommissie bij de telling als geldig verklaarde. Bijvoorbeeld stembiljetten op naam van overledenen, de votos de lázaros, naar analogie van het Bijbelverhaal over Lazarus. Veelvuldig kwam het voor dat een afgevaardigde werd verkozen met een hoeveelheid stemmen dat het aantal kiesgerechtigden in een district ruimschoots overtrof. Dit alles staat in Spanje bekend als el pucherazo, afgeleid van het woord puchero ofwel de ‘pot’ waarin men de valse stemmen bewaarde om later toe te voegen aan de stembussen. Deze term is nog steeds in zwang als aanduiding voor verkiezingsfraude.
Het caciquismo als instrument om de verkiezingen te manipuleren, bleef intact zolang de rurale gebieden de belangrijkste sociaal-economische factor in Spanje waren. Pas toen urbanisatie substantiële vormen begon aan te nemen, brokkelde het caciquismo af.
Fuentes, J.F., El Fin del Antiguo Régimo (1808-1868), Editorial Sintesis, Madrid 2007
Suarez Cortina, M., La España Liberal (1868-1917), Editorial Sintesis, Madrid, 2006