Op deze derde oorlogsdag beginnen de slechte communicatie en coördinatie, samen met de soms chaotische bevelvoering (ook in hogere regionen), een wrange rode draad te worden aan Nederlandse kant. Wat niets af doet aan de inzet van velen. Het gaat voorbij aan wat er nodig is om in een ongepantserde cockpit te klimmen. Of je voor de derde opdracht die dag met je maat op een motor met zijspan te hijsen.
Opmars Noord-Nederland
De 1e Duitse cavaleriedivisie is 12 mei aangekomen bij de Wonsstelling. Deze voorpoststelling van Kornwerderzand was ongeveer 7 kilometer lang en lag tussen Makkum en Zurich in Friesland. Er zat weinig beton in verwerkt en de geplande inundaties waren maar gedeeltelijk uitgevoerd. De stellingen werden verdedigd door een versterkt bataljon. Na een inleidende luchtaanval en artilleriebeschieting volgde de Duitse aanval. Rond het middaguur waren de troepen in de voorposten teruggedrongen. Dit werd door eenheden in Zurich gezien als bevel tot terugtrekking, wat vervolgens ook gebeurde.
Het IJsselmeerflottielje, met onder meer de oude kanonneerboten Friso en Brinio, beschoot de haven van Stavoren om daar Duitse pogingen voor een oversteek naar Noord-Holland te beletten. Ondanks dat de Friso bij deze marineacties door luchtaanvallen verloren ging, werden de Duitse plannen met Friso’s vier 10,5 cm kanons voldoende gedwarsboomd om deze te verijdelen. Meer over de strijd in het noorden bij strijdbewijs.nl
Gevechten aan de Grebbelinie
De nachtelijke tegenaanval op bataljonsterkte over de Grebbeweg om het voorterrein van de Grebbeberg zelf te heroveren, verliep chaotisch. Men werd door eigen troepen beschoten, die kennelijk niet op de hoogte waren van de tegenaanval. De tegenaanval liep vast en is uiteindelijk gestaakt.
De 12e zag strijd op de flanken van de Grebbelinie, waar in en om lokale voorposten werd gevochten. Zoals door de 10e compagnie pantserafweergeschut bij Veenendaal, noordelijk van de Grebbeberg. Hun order die ochtend luidde: “Standhouden, ieder sneuvelt ter plaatse” (dergelijke orders komen meestal van dapperen ‘in the rear, with the gear’).
Het 4e Regiment Huzaren van het 2e Legerkorps had sinds 10 mei met relatief weinig verliezen al de nodige actievolle verkenningen en soms redelijk succesvolle vertragingsacties achter de rug. Op de 12e krijgen ze het met SS eenheden aan de stok bij operaties in het gebied voor het noordelijke deel van de Grebbelinie. Hier en daar is hun verdediging succesvol, maar de gebrekkige communicatie en een chaotische bevelvoering verminderen de effectiviteit.
Op de Grebbeberg zelf, het zwaartepunt van de aanvallen, weten de Duitsers in de verdediging door te dringen. Ze ondervinden soms meer-, soms minder tegenstand, maar een volledige doorbraak mislukt. Wel is ‘s avonds de oostzijde van de Grebbeberg in hun handen. De Nederlandse artillerie weet vanwege de gebrekkige communicatie en artilleriewaarneming slechts af en toe effectief vuur uit te brengen ter ondersteuning. Communicatie- en infanterie-artillerie coördinatieproblemen spelen onze artillerie ook elders die dagen parten. Het hield hun aandeel in de strijd vaak beperkt ondanks dat ze – op papier – niet zelden redelijk wat stukken in stelling konden brengen.
Meer verslagen bij grebbeberg.nl, grebbelinie en tiscali-grebbelinie – met soms van elkaar afwijkende (bron)verslagen en analyses. Lokale ervaringen en percepties konden sterk verschillen, en een bestudering achteraf zit (ook) vol ‘fog of war’.
Gevechten aan het zuidfront
De voorhoede van de 9e pantserdivisie, de spits van het Duitse 26e korps, bereikte ‘s middags de Moerdijkbruggen die nog steeds in handen van de Duitse para’s waren. Delen van de inmiddels verspreid geraakte Lichte divisie worden naar het Dordrecht-strijdtoneel gedirigeerd, waar ze gevechten leverden met de para’s die hun bruggenhoofd proberen uit te breiden. Ook grensbataljons, zoals 3.GB, zijn ver van hun startplaats nog in actie. De ad-hocs van het Depot Pontonniers en Torpedisten zijn eveneens betrokken in de strijd rond Dordrecht. Pontonniers vechten daarnaast zij-aan-zij met reguliere eenheden in de Betuwestelling, waar tot de laatste dag zal worden gevochten.
Meer verslagen bij zuidfront-holland1940.
Gevechten in Rotterdam
Ook in Rotterdam hielden de gevechten aan. Nederlandse artillerie beschoot de Waalhaven en het kleine vliegveld aldaar, waar de Duitsers voor hun bevoorrading van afhankelijk waren. De Moerdijkbruggen (en omgeving) werden eveneens door onze artillerie beschoten. Er werd de 12e een Nederlandse tegenaanval om de Willemsbrug te heroveren voorbereid. Deze aanval moest door onder meer de plusminus driehonderd reeds druk vechtende mariniers worden uitgevoerd. Hun thuis in Rotterdam, de Marinekazerne, gaat op de 12 bij een Duits bombardement in puin. De geplande tegenaanval moet uiteindelijk tot 13 mei wachten. Meer verslagen bij zuidfront-holland1940
Gevechten rond Den Haag
Hier werd tegen de verspreide luchtlandingseenheden doorgevochten. Er werden drie aanvallen ingezet op de Duitsers in Valkenburg. Deze aanvallen, het wordt ietwat eentonig, zijn nogal slecht gecoördineerd en waren ondanks de sterke inzet en moed van sommige subeenheden, niet succesvol. Dit neemt niet weg dat van het oorspronkelijke Duitse plan om op de 10e mei onze regering en koningin Wilhelmina in de residentie te grazen te nemen, niets is terechtgekomen. Op de 12e komen de Duitsers dus wederom alleen defensief in actie rond Den Haag. Meer verslagen bij mei1940
Gevechten in de lucht
Van de overgebleven of weer gerepareerde LVA toestellen moeten een aantal vanwege benzine- of munitiegebrek aan de grond blijven. Een greep uit de LVA-acties van 12 mei. Zes D-XXIs dekken C-Vs* op een verkenningsmissie en C-Xs die de Duitsers in het Rotterdamse Feijenoordstadion aanvallen. ‘s Avonds begeleiden D-XXIs nog een eenzame T-V om de Duitsers bij de Wonsstelling te bombarderen. Een paar G-Is escorteren verkenningsvluchten en drie G-Is voeren aanvallen uit op Duitse stellingen bij de Grebbelinie. Meer over de LVA lotgevallen bij bhummel.dds.nl, of bij lva-40.nl.
De Wonsstelling in het noorden was weliswaar opgerold, maar Kornwerderzand -de noordelijke hoofdverdediging- had alleen nog maar wat sporadische luchtaanvallen geproefd. Behoorlijk gedeukt, maar niet doorbroken, hield de Grebbelinie min-of-meer stand. De zuidelijke Nederlandse eenheden bleven in gevecht rond Dordrecht en de Betuwestelling, en zelfs geïsoleerde troepen in de verder verlaten Peel-Raamstelling vochten soms door op de 12e mei. In Rotterdam en rond Den Haag was sprake van een patstelling. In de lucht niet. Daar werden ‘the few, fewer’ zoals de Britten het zouden zeggen. Zo begon de 13e mei, de dag waarop de zwaarste gevechten zouden worden geleverd…
Bij de meidagen schrijft Michiel Mans dagelijks een historisch verslag over de Duitse inval van mei 1940. Dit artikel werd eerder gepubliceerd op ThePostOnline
Boek: Mei 1940 – De strijd op Nederlands grondgebied
Boek: Grebbelinie 1940 – E.H. Brongers
* De verhalen van Lt. Postma bij bhummel.dds zijn representatief voor de lotgevallen van onze oudste, zeer actieve draadjesvliegtuigen