“Een doodsklap voor de aristocratische manieren”, zo noemde een journalist het toen Abraham Lincoln tijdens een bezoek aan Richmond zijn hoed afnam voor een zwarte man. “Kniel niet voor me. Dat is niet goed. Je moet alleen voor God knielen,” zo sprak de Amerikaanse president een andere zwarte man toe. Het was 4 april 1865, de Amerikaanse Burgeroorlog zou over vijf dagen eindigen en de stad in Virgina was kort daarvoor veroverd door de Unie op de Confederatie.
Lincoln was enkele maanden eerder als president voor een tweede termijn gekozen en werd met veel enthousiasme onthaald door de zwarte bevolking die haar vrijheid aan hem dankte. Op 1 januari 1863, midden in de burgeroorlog, had hij de Emancipatieverklaring ondertekend, waarmee hij de slaven in het Zuiden hun vrijheid gaf. Het is de hereniging van Noord en Zuid en de beëindiging van de slavernij waaraan Lincoln tot op de dag van vandaag zijn faam dankt.
Tot op heden bestond er nog geen Nederlandstalige biografie van deze historische persoon. Een groot manco dat nu eindelijk opgevuld is door de Nederlandse Amerikakenner en journalist Frans Verhagen (1954). Hij is hoofdredacteur van Amerika.nl en publiceerde acht boeken, waaronder Bush is dom en 37 andere clichés over Amerika en President Obama in een notendop.
Zijn nieuwste boek vertelt het levensverhaal van Lincoln van zijn geboorte op 12 februari 1809 in Hodgenville (Kentucky) tot zijn dood op 15 april 1865 in Washington D.C. als gevolg van een moordaanslag. Het 380 pagina’s tellende boek is rijkelijk geïllustreerd en voorzien van een tijdlijn, literatuurlijst en personenregister. Achterin het boek zijn ook enkele belangrijke teksten van Lincoln te vinden, waaronder zijn befaamde op 19 november 1863 uitgesproken rede van Gettysburg, waarin hij in slechts 273 woorden de essentie van Amerika samenvatte.
Verhagen is een bewonderaar van Lincoln en slaagt erin de lezer te overtuigen van de genialiteit van zijn hoofdpersoon. Als jongeman leek die allesbehalve voorbestemd voor het hoogste ambt van de Verenigde Staten. Het leven aan de Frontier, de grens tussen het gekoloniseerde oosten en het Wilde Westen, was hard. Lincoln verloor zijn moeder op negenjarige leeftijd, genoot nauwelijks onderwijs en sleet zijn dagen met landarbeid. Zijn houthakwerk voor de zogenaamde rail fences, houten hekken zonder spijkers en palen, zou hem tijdens zijn politieke carrière nog van profijt zijn. Het toonde dat de president niet afkomstig was uit een elitair milieu en dat hij gewend was zijn handen uit de mouwen te steken. Het was zijn leeslust waarmee Lincoln zich in zijn jeugd onderscheidde van leeftijdsgenoten. Niet alleen deed hij kennis op door het vele lezen, maar ook legde hij de basis voor de taalvaardigheid die hem in zijn politieke carrière zoveel succes bracht.
Na diverse baantjes gehad te hebben, waaronder kruidenier en landmeter, wist Lincoln zich te ontrekken aan een bescheiden bestaan. Hij dook in de juridische boeken en werkte zich met zelfstudie op tot jurist. Inmiddels was hij als lokale volksvertegenwoordiger actief en werd hij van 1834 tot 1840 vier keer als lid van de Whig Party gekozen in het Congres van Illinois. Het is dit deel van het boek van Verhagen waarin het aan de politieke spanning ontbreekt die wel aanwezig is in de daarop volgende hoofdstukken. Dat dit deel van het boek minder weet te boeien, komt waarschijnlijk omdat het Congres van Illinois, hoe belangrijk ook voor de carrière van Lincoln, ver afstaat van de Nederlandse lezer. Het is Washington waar het allemaal om draait. President Obama, ook een bewonderaar van Lincoln, onderschatte overigens de symboliek van Illinois niet, zo benadrukt Verhagen. Hij kondigde in 2007 zijn presidentskandidatuur aan in het State Capitol in Springfield, hoofdstad van de staat Illinois. Obama was de eerste zwarte president, Lincoln de eerste president die geboren was ten westen van de Appalachen.
In 1956 stapte Lincoln over naar de door hem medeopgerichte Republikeinse partij. Na in 1958 de verkiezing tot senator van Illinois verloren te hebben van de Democraat Stephen Douglas, herstelde hij zich met verve. De “prairiejurist”, zoals één van zijn latere ministers hem eens noemde, werd op 6 november 1860 verkozen tot president. De wijze waarop Verhagen de presidentscampagne beschrijft, heeft dezelfde spanning als de verslaglegging van tegenwoordige Amerikaanse presidentsverkiezingen. Een groot verschil met nu is de lengte en vorm van de debatten, zo schrijft Verhagen. De kandidaten, Lincoln en senator Douglas, interrumpeerden elkaar niet en alleen al voor hun openingsverhaal hadden ze een uur de tijd. De tijd van de flitsende televisiedebatten, waarin politici elkaar moeten aftroeven met vlotte oneliners, lag nog in het verschiet.
Verhagens beschrijving van Lincolns presidentschap is het meest beklijvende deel van zijn boek. In dit deel wordt het politieke talent en historische belang van Lincoln duidelijk. De slavernij in het Zuiden speelt vanzelfsprekend een belangrijke rol. Al voor Lincolns verkiezing was dit een twistpunt tussen het Noorden en Zuiden. Niet enkel omdat Republikeinse politici in het Noorden slavernij beschouwden als een onrecht, maar ook vanwege het feit dat slaven weliswaar niet zelf mochten stemmen, maar wel als 3/5 van een vrije persoon werden meegeteld bij het bepalen van het aantal afgevaardigden van een staat. Dit gaf slavenstaten veel politieke macht. Toen Lincoln, die beschouwd werd als een radicale tegenstander van de slavernij, aan de macht kwam, zagen de zuidelijke staten hierin de gewenste aanleiding om zich af te splitsen en tezamen de Confederatie te vormen. Dit vormde de aanzet tot de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865), die begon met de aanval van de Confederatie op fort Sumter.
Als leider van de Unie, bestaande uit de niet afgesplitste noordelijke staten, zag Lincoln in dat niet de slavernij, maar het herstel van de natie de inzet van de oorlog moest zijn. “Het is een oorlog voor een groot nationaal doel en de neger heeft er niets mee te maken”, zo sprak Lincoln eens. Verhagen noemt Lincoln de “ultieme pragmaticus”. Een radicaal standpunt over de beëindiging van de slavernij had hem in conflict kunnen brengen met minder radicale politici in het Noorden en hij wist dat soldaten van de Unie niet bereid waren hun leven op te offeren voor het lot van de negers. Halverwege de oorlog besloot hij met het uitvaardigen van de Emancipatieverklaring slaven in het Zuiden alsnog hun vrijheid te geven. Het was geen principieel besluit, maar een sluwe, politieke stap met als doel het ondermijnen van de machthebbende plantagebezitters en hun van slavernij afhankelijke samenleving. “Als ik de Unie kon behouden zonder enige slaaf te bevrijden, dan zou ik dat doen”, zo citeert Verhagen Lincoln, “en als ik haar kon behouden door alle slaven te bevrijden, dan zou ik het evenzeer doen.”
Lincolns Emancipatieverklaring was een politieke meesterzet, maar Verhagen verduidelijkt ook hoe onmisbaar Lincoln was voor de overwinning van de burgeroorlog door de Unie. Getergd door trage generaals, nederlagen en grote slachtofferaantallen wist Lincoln vol te houden. Achteraf gezien is het duidelijk dat Lincoln overwonnen heeft, maar op dat moment was de verleiding voor de gemiddelde politicus groot om de strijdbijl te begraven. De strijd om de idealen van Amerika zou dan voor niets zijn geweest. Lincoln toonde ruggengraat en wordt daarom tot op de dag van vandaag vereerd als Redder van het Vaderland. Hij beschermde de erfenis van George Washington, de Vader des Vaderlands. In die zin is het heel begrijpelijk dat president Obama, in het verscheurde Amerika van vandaag de dag, Lincoln als zijn grote voorbeeld ziet.
Maar niet enkel vanwege zijn onverwoestbare doorzettingsvermogen en gevoel voor timing, maar ook om andere redenen is Lincoln geen stoffig historisch personage, maar een voorbeeld voor veel hedendaagse politici, binnen en buiten Amerika. Door open brieven te sturen aan kranten en in het Witte Huis te spreken met gewone burgers toonde hij zich een modern politicus en was hij twitterende politici ver vooruit. Hij wist interne conflicten op te lossen zonder de commotie van tegenwoordig. Hij durfde bovendien zijn ongelijk toe te geven. Boze brieven aan zijn ministers of generaals verdwenen vaak onverzonden in zijn bureaula. In plaats van in elke valkuil te trappen en elk conflict tot op het bot uit te vechten, koos Lincoln er soms voor om een probleem simpelweg te negeren. Daarbij viel hij terug op een wijsheid uit zijn tijd op de prairie. “Als je boomstronken tegenkwam die te diep zaten en te moeilijk waren om eruit te trekken en te vochtig om in brand te steken”, zo zei hij eens, “dan ploegde je eromheen.”
Zeker de lezer met minder inzicht in het politieke systeem van de Verenigde Staten zal zich bij het lezen van Verhagens weinig meeslepende beschrijving van Lincolns vroege politieke carrière mogelijk afvragen of de hoofdpersoon belangwekkend genoeg is om over verder te lezen. Maar zodra zijn presidentscampagne en presidentschap aan bod komen, overtuigt Verhagen de lezer van Lincolns historische belang en politieke talent. Geregeld verwijst de auteur naar de actualiteit, waardoor zijn verhaal nog beter beklijft. Daarbij komt dat Verhagen ook de geschiedenis van de Amerikaanse Burgeroorlog, waarover in Nederland weinig gepubliceerd is, helder weet uit te leggen. De biografie is aan te bevelen voor geïnteresseerden in Amerika en in politiek, misschien wel juist nu er in Amerika en ook in Nederland verkiezingen op komst zijn. Lincolns politieke talent is ongeëvenaard en zijn manier van politiek bedrijven nog altijd verrassend actueel.