Adriaan de Groot was een Nederlandse psycholoog, wiskundige en begenadigd schaker die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de psychologische wetenschap in Nederland. Hij is ook bekend als de grondlegger van de Cito-toets, een eindtoets voor het basisonderwijs.
Adriaan Dingeman de Groot werd in 1914 geboren als zoon van een huisarts. In zijn jeugd was hij een begenadigd schaker, hij behoorde tot de top tien van Nederland en en vertegenwoordigde ons land in drie Olympiades (1936 München, 1937 Stockholm en 1939 Buenos Aires).
De Groot studeerde wiskunde en psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 1946 promoveerde hij op Het denken van den schaker. Een experimenteel-psychologische studie. Na de vertaling van zijn proefschrift in het Engels werd hij wereldberoemd. Bovendien stond het proefschrift aan de basis van de cognitieve revolutie in de psychologie.
Na zijn studie werkte De Groot als wiskundeleraar en bedrijfspsycholoog. Van 1950 tot 1979 was hij hoogleraar toegepaste psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en daarna werd hij buitengewoon hoogleraar aan de Rijksuniversiteit in Groningen.
Methodologie
In de jaren ’50 was de psychologie met name levensbeschouwelijk, speculatief en intuïtief en nog weinig wetenschappelijk. De Groot probeerde dat te veranderen en publiceerde in 1960 het boek ‘Methodologie’, waarin wordt beschreven hoe wetenschappelijk kan worden onderzocht in de psychologie. De psycholoog moet eerst een hypothese stellen, die empirisch toetsen en vervolgens een theorie formuleren. Die theorie wordt nog steeds gebruikt in de sociale wetenschappen.
Cito-toets
De wetenschappelijke basis miste De Groot ook in het onderwijs. Op basis van zijn eigen ervaringen als leraar, vond hij dat er teveel willekeur sloop in de doorverwijzing van basisonderwijs naar het middelbaar onderwijs. De subjectiviteit van de leraar drukte daar een te zware stempel op. Hij beschreef dit in zijn boek ‘Van vijven en zessen’. De Groot pleitte voor een onafhankelijke instituut dat een meerkeuzetoets moest ontwikkelen. Deze toets moest een beter beeld geven van de vaardigheden van de basisscholieren. Het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO) werd hierna opgericht en in 1966 werd de eerste Cito-toets afgenomen.
De Groot hield zich ook bezig met het hoger onderwijs. Hij moderniseerde de propedeuse en introduceerde het studiepuntensysteem.
Niet alleen stond De Groot aan de basis van veel vernieuwingen in de psychologie en het onderwijs, ook bracht hij een groot aantal hoogleraren voort: vijftig procent van zijn leerlingen werd professor.
De Groot woonde vanaf 1979 op Schiermonnikoog. Hij overleed in 2006.