Recycling, het hergebruik van afvalmateriaal, lijkt helemaal van deze tijd maar is dat het ook? Museum Boerhaave in Leiden laat in een nieuwe tentoonstelling zien dat men ook tweehonderd jaar geleden al druk bezig was met het hergebruik van afval.
Straatafval werd vroeger onder meer gebruikt om buskruit te maken. En handige ambachtslieden wisten koehoorns te verwerken tot kammen, lijm, zeep en glazen venstertjes. Museum Boerhaave:
“In de familietentoonstelling Rijk van Rotzooi betreedt de bezoeker een wereld met afgedankte lompen, slachtafval en uitwerpselen. Het afval ligt er niet voor niets. Bijzondere historische voorwerpen laten zien hoe ambachtslieden er fraaie en bruikbare producten van wisten te maken: wollen stoffen, glaswerk, papier, springstof en schoenen. En de ontlasting van stadsbewoners werd verzameld en verscheept om het land te bemesten.”
Het museum staat ook stil bij de Friese ondernemer Watse Gerritsma die een heuse fabriek bouwde zonder afvalproducten. Alle restanten werden in chemische kringlopen omgezet tot bruikbare eindproducten.
“Zo was er omstreeks 1800 dus al sprake van een ‘circulaire economie’: alles werd hergebruikt, niets ging verloren.”
In de tentoonstelling leidt Watse de bezoekers door zijn fabriek en neemt hen mee langs ambachten die toen van belang waren. Bij de leerlooier kunnen koeienhuiden gevoeld worden en in de blekerij is pis te ruiken (voor wie wil).
Rijk van Rotzooi loopt van 27 juni 2015 t/m 31 januari 2016.
Boek: Leven zonder afval