Albert Speer was een persoonlijke vriend van Adolf Hitler en architect in het Duitse Rijk. In 1942 werd hij minister van Bewapening en Munitie en zorgde hij dat het oorlogsapparaat geoptimaliseerd werd.
Albert Speer werd in 1905 in Mannheim geboren als zoon van een architect. Hij kwam uit een goede familie. De jonge Speer studeerde in Karlsruhe en München en vertrok in 1925 naar Berlijn waar hij een aantal jaren werkte voor de architect Heinrich Tessenow. In Berlijn woonde hij een bijeenkomst bij waar Adolf Hitler sprak. De architect was zo onder de indruk dat hij zich – ondanks dat hij totaal geen politieke aspiraties had – aanmeldde bij de NSDAP, de partij waarvan Hitler het boegbeeld was.
Speer ging in 1932 terug naar Mannheim om zich daar te vestigen als architect, maar hij kreeg geen opdrachten.
Opdrachten NSDAP
In 1934 werd hij door de NSDAP gevraagd om mee te denken met de mei-vieringen van de partij. Hij bedacht dat het leuk zou zijn om zoeklichten zo te plaatsen dat deze tot in de hemel schenen. Dit idee vond Hitler zo goed dat Speer na de dood van Hitlers huisarchitect werd aangesteld als diens opvolger.
Hitlers huisarchitect
Kort daarna kreeg Speer zijn eerste grote opdracht: in Neurenberg moest hij verschillende bouwwerken maken voor de partijdagen van de NSDAP. Alle bouwwerken die Hitler in gedachten had zouden voortaan megalomaan worden. De gebouwen moesten van zulke proporties zijn, dan ze – net als de piramides – over duizenden jaren nog steeds overeind stonden. Speer bedacht hiervoor de zogenaamde ruïnetheorie, een bouwstijl die er voor moest zorgen dat de gebouwen de tand des tijds zouden weerstaan.
Germania
Hitlers grote ideeën kregen vorm in het ontwerp voor Germania. De Duitse hoofdstad, Berlijn, moest binnen vijftien jaar verrijzen tot een enorme stad met 15 miljoen inwoners die zou passen bij zijn ambities voor Duitsland en het duizendjarige rijk dat hij zou vestigen. Hiervoor maakte Speer het ontwerp. Germania zou bestaan uit een enorme koepel met daaraan een vijf kilometers lange boulevard met een grote triomfboog. De oude stad zou hiervoor moeten wijken. De plannen waren echter behoorlijk onrealistisch, omdat onder meer het hele spoorwegstelsel geheel moest worden herzien.
Voor de wereldtentoonstelling van 1937 ontwierp Speer een enorm paviljoen met bovenop een Duitse adelaar met hakenkruizen in zijn klauwen. In 1938 en 1939 ontwierp Speer in recordtempo vervolgens de Rijkskanselarij. Hiermee liet hij al zien dat hij goed was in organiseren. Normaal zou het bouwen van zo’n bouwwerk veel meer tijd in beslag nemen. Opvallend in het gebouw was de enorme hal die uiteindelijk uitkwam bij Hitler en die was belegd met marmer, waardoor de vloer heel erg glad was. Speer zei later over zijn werk dat het vooral kil en koud was en dat de persoon Adolf Hitler er goed in terug kwam. De Rijkskanselarij werd tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd en kort daarna in opdracht van de Sovjet-Unie afgebroken.
Albert Speer als minister van bewapening
Nadat in 1942 de minister van Bewapening en Munitie overleed, bepaalde Hitler dat Speer deze minister moest opvolgen. Ondanks zijn gebrek aan politieke ervaring had hij al eerder bewezen goed te zijn in plannen en organiseren. Ook als minister liet Speer hierin zijn talent zien. Hij centraliseerde de bewapeningsindustrie waardoor de productie met zestig procent toenam. En dit terwijl het aantal arbeidskrachten veel minder steeg. Speer haalde kortom grote successen. Dat kon echter niet gezegd worden van de strijd die ondertussen woedde aan het oostfront, waar de Slag om Stalingrad werd verloren.
Volgens Speer was Hitler zo van slag door de nederlaag bij Stalingrad dat hij vanaf dat moment al zijn pijlen op de Joden richtte. Die zouden zo ongeveer voor alle ellende in zijn leven verantwoordelijk zijn.
Na 1943 werd alles ingezet voor de productie van oorlogsmaterieel en bleek Speer opnieuw effectief te zijn. Er wordt zelfs gezegd dat de oorlog zonder de goede organisatie van Speer een en misschien zelf wel twee jaar eerder tot een einde zou zijn gekomen.
Verzet
Toen Hitler als uiterste wanhoopsdaad de techniek van verschroeide aarde wilde toepassen en een groot deel van West-Europa wilde vernietigen, kwam Speer naar eigen zeggen in opstand. Hij zorgde ervoor dat fabrieken, mijnen en elektriciteitscentrales onklaar werden gemaakt, maar niet werden vernietigd. Ook verklaarde hij na de oorlog dat hij Hitler in 1045 had willen ombrengen. Hij zou een plan bedacht hebben waarbij vloeibaar dodelijk gas in Hitlers bunker onder de Rijkskanselerij zou worden verspreid. Albert Speer had deze bunker elf ontworpen. Kort voordat Speer zijn plan had willen uitvoeren liet Hitler echter een grote schoorsteen op de bunker zetten, die continu werd bewaakt. Of de bewering van Speer serieus genomen moet worden is zeer de vraag. Critici vermoeden dat hij het verhaal na de oorlog verzon om beter voor de dag te komen.
Arrestatie en proces
Op 23 mei 1945 werd Speer gearresteerd in Flensburg. Ruim een jaar later werd hij tijdens het Proces van Neurenberg aangeklaagd op vier punten:
- Samenzwering tot het voeren van een agressieve oorlog ofwel misdaden tegen de vrede
- het voeren van een agressieve oorlog
- oorlogsmisdaden
- misdaden tegen de menselijkheid
De architect en nazi-minister werd alleen op de laatste twee punten schuldig bevonden, vooral omdat hij in zijn oorlogsfabrieken veel gebruik had gemaakt van dwangarbeiders.
Dat Speer de doodstraf niet kreeg opgelegd dankte hij volgens sommige critici aan het feit dat hij zijn ondervragers na de oorlog een rad voor ogen draaide, door zich voor te doen als een naïef man. Van de grote misdaden zou hij niet op de hoogte zijn geweest. Albert Speer wilde vooral heel graag een goede architect worden. Jaren na zijn vrijlating werd door verschillende getuigenissen duidelijk dat Speer veel meer wist dan hij verteld had. Als het proces later had plaatsgevonden had hij vermoedelijk wel de doodstraf opgelegd gekregen.
Laatste woorden Albert Speer tijdens Proces van Neurenberg
In 1966 werd Speer vrijgelaten uit de Spandaugevangenis in Berlijn. Hij ging wonen in het huis van zijn vader in Heidelberg en schreef verschillende boeken, waaronder De derde Rijk-dagboeken. Na zijn dood bleek hij ook heel veel geld te hebben verdiend met de verkoop van schilderijen die tijdens de oorlog waren gestolen. Albert Speer overleed in 1981 tijdens een bezoek aan Londen, kort voordat hij werd ‘ontmaskerd’.
Documentaire: Albert Speer, The Nazi who said Sorry
Boek: De derde Rijk-dagboeken – Albert Speer
Boek: Albert Speer, de ruinebouwer – J Bernlef
Bronnen â–¼
– Hitler’s handlangers – Henk van Capelle en Peter van de Bovenkamp