De gemeente Amsterdam en het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) hebben besloten om permanente gedenktekens te plaatsen bij drie tramhaltes in Amsterdam, waar Joodse Amsterdammers tijdens de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd werden. Ook wordt 100.000 euro in een fonds gestort.
Al langer was bekend dat het gemeentelijke vervoerbedrijf tijdens de oorlog transporten uitvoerde voor de bezetter. Onlangs werd duidelijk dat het bedrijf hiervoor na de oorlog nog jarenlang geld probeerde te innen bij de Duitsers. Ook toen al lang duidelijk was dat veel getransporteerde Joden uiteindelijk vermoord waren in de vernietigingskampen. Het GVB bleek bijvoorbeeld een incassobureau te hebben ingeschakeld om de laatste facturen voor de transporten betaald te krijgen.
Deze geschiedenis werd recent uit de doeken gedaan in het boek en de documentaire Verdwenen stad van Willy Lindwer en Guus Luijters. Hierbij staat de rol van de Gemeentetram Amsterdam bij de deportatie van Joodse Amsterdammers centraal.
Het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders gaf het NIOD in 2020 al opdracht onderzoek te doen naar alle gemeentediensten die in Tweede Wereldoorlog betrokken waren bij de uitsluiting en vervolging van Joodse Amsterdammers. Dit onderzoek is naar verwachting begin volgend jaar klaar.
Vooruitlopend op dit onderzoek betuigt het GVB nu al officieel spijt voor de rol die de Gemeentetram en het Gemeentevervoerbedrijf in de Tweede Wereldoorlog speelden.
Het is afschuwelijk en wreed dat het Gemeentevervoerbedrijf facturen heeft gestuurd voor het uitvoeren van de ritten om Joodse Amsterdammers naar het Centraal Station en het Muiderpoortstation te vervoeren.
Bij haltes aan de Plantage Middenlaan, Beethovenstraat en het Victorieplein (centrale punten bij het wegvoeren van Joodse Amsterdammers) worden binnenkort permanente gedenktekens geplaatst die herinneren aan de geschiedenis. Ook wil GVB in haar eigen reisinformatie-app extra uitleg geven over de gebeurtenissen. Verder wordt bekeken of de naam van halte Artis aan de Plantage Middenlaan verandert kan worden in Artis/Nationaal Holocaust Museum. Bij station Amsterdam Muiderpoort komt mogelijk ook een gedenkteken.
Gemeente en GVB willen afstand doen van het geld dat is verdiend met het meewerken aan de deportaties. Omgerekend zou dit gaan om ongeveer 61.000 euro. Dit bedrag is door het Amsterdamse college afgerond naar 100.000 euro. Dit bedrag wordt in een speciaal fonds gestort en kan besteed worden door het Centraal Joods Overleg (CJO). Burgemeester Halsema benadrukt dat dit niet om een schadevergoeding gaat, maar slechts om “de teruggave van het geld dat de gemeente nooit had mogen ontvangen”.
Na het verschijnen van het NIOD-rapport zal het college zich beraden op de financiële gevolgen van het totaal aan bevindingen.