In 2021 bracht de Londense afdeling van de Amerikaanse uitgeverij Simon & Schuster de memoires uit van Magda Hellinger, een Slowaakse dame van joods geloof, die tijdens de Tweede Wereldoorlog twee jaar en negen maanden Auschwitz-Birkenau overleefde. Onlangs werd het egodocument in vertaling uitgegeven bij de Nederlandse uitgeverij Mozaรฏek.
Het is een opmerkelijk en aangrijpend verhaal. Magda Hellinger werd tijdens de Eerste Wereldoorlog geboren in het Slowaakse Michalovce, in een gelovig joods gezin dat sterk in de lokale samenleving was verankerd. Van haar vader kreeg ze de liefde voor het zionisme mee. Ze sloot zich aan bij Haโshomer HaโTzair (โDe bewaker van de jeugdโ, de socialistisch-zionistische jeugdbeweging die aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog het levenslicht zag), organiseerde festiviteiten voor hanoeka, en richtte een schooltje op waar ze zรฉlf les gaf.
Hellinger was pas 25 toen ze in maart 1942 door de fascistische Hlinka-Garde werd gearresteerd en naar Auschwitz werd gedeporteerd. Daar vond ze aansluiting bij kampcommandant Josef Kramer, SS-Aufseherin Irma Grese en kamparts Josef Mengele. Al snel klom ze op van blokoudste in de vrouwensectie van Birkenau (begin 1943) tot Lagerรคlteste (kampoudste) van de hele kampafdeling (mei 1944). Hellinger beschrijft hoe ze in die hoedanigheid kampbewoners materieel en mentaal kon bijstaan, voor selectie kon behoeden en soms rechtstreeks van een wisse dood kon redden. In januari 1945, nadat ze bijna drie jaar vernietigingskamp had overleefd, ging ze met duizenden anderen op dodenmars. Na een slopende voettocht werd ze in open wagons naar kamp Ravensbrรผck versleept, waar ze in buitenkamp Malchow door de Russen werd bevrijd. Na de oorlog migreerde ze van Tsjecho-Slowakije naar Israรซl, voor ze zich in 1956 definitief in Australiรซ vestigde. Magda Hellinger overleed in 2006, op 89-jarige leeftijd.
Wordingsgeschiedenis
Voor historici zijn Hellingers herinneringen een bron โ ze zijn een overblijfsel uit het verleden, hier in schriftelijke neerslag, die er niet zouden zijn geweest als de bewuste gebeurtenissen zich niet hadden voorgedaan. Meer specifiek zijn Hellingers memoires een gepubliceerde (of uitgegeven) bron, wat betekent dat het ongepolijste document (haar herinneringen zoals die aan het papier zijn toevertrouwd) door een uitgever werd voorbereid en klaargemaakt om aan een breder leespubliek te worden voorgelegd. Soms – zeker als het om bronnen met een grote historische waarde gaat – worden die uitgaven met de grootst mogelijke precisie voorbereid. Een team van deskundigen wordt dan samengesteld om de authenticiteit van het document te verifiรซren, de wordingsgeschiedenis van de bron onder de loep te nemen, de oorspronkelijke tekst van de toevoegingen te onderscheiden en de beschreven gebeurtenissen te toetsen aan uitvoerig gedocumenteerde feiten en stevig gefundeerde inzichten. In een resem voetnoten wordt de lezer daarbij gewezen op de eventuele afwijkingen, fouten en onduidelijkheden, en wordt hem een gedegen, relevante literatuurlijst voorgelegd die hem de mogelijk biedt zich verder in het thema te verdiepen. In dat geval spreken we van een wetenschappelijke uitgave.

Noch de uitgave van Simon & Schuster, noch die van uitgeverij Mozaรฏek zijn wetenschappelijke edities. Dat is jammer, want daardoor wordt de lezer bij de beoordeling van het boek helemaal aan zijn lot overgelaten. En die beoordeling is niet zo eenvoudig. Zowel de voorflap (โmet David Brewsterโ) als het dankwoord (โzijn schrijftalent is van doorslaggevende betekenis geweest om het manuscript onder de aandacht te brengen van uitgeverij Simon & Schuster,โ p. 317) geven aan dat de basistekst werd bijgewerkt door een freelance journalist (p. 320), maar waar de stem van Magda Hellinger ophoudt en die van David Brewster begint kan uit de tekst niet worden opgemaakt. Over de wordingsgeschiedenis van het manuscript vinden we weinig informatie in het boek. Klaarblijkelijk sprak Magda Hellinger slechts zelden met haar kinderen over de oorlogsjaren. Pas toen ze de kaap van de tachtig al een tijdje had gerond, vertrouwde ze haar herinneringen toe aan het papier, waarna het manuscript door een jongeman tegen betaling werd herwerkt en uitgetypt in โeen dun boekwerkje,โ zoals haar dochter verklaart (p. 11). De eerste versie van Hellingers memoires werden in 2003 in Melbourne onder de titel From childhood to Auschwitz Birkenau in eigen beheer uitgegeven en besloeg niet meer dan 100 paginaโs, waarvan 69 paginaโs over haar tijd in Auschwitz-Birkenau (in de editie die hier besproken wordt zijn dat er 202 geworden; de vooroorlogse periode is ongeveer even lang: 15 paginaโs in de eerste, 18 paginaโs in de huidige uitgave).1 Eรฉn exemplaar van deze eerste editie bevindt zich in de Lamm Jewish Library in Australiรซ, een tweede bij de University of Southern California (Los Angeles).2
Na het overlijden van de auteur deed dochter Maya Lee naspeuringen en stootte zo op enkele interviews die haar moeder had gegeven aan het United States Holocaust Memorial Museum in Washington (daar bevindt zich vier uur beeldmateriaal op vier analoge videocassettes in kleur, die op 11 juni 1990 werden opgenomen door Linda Kuzmack; รฉรฉn Engels ingesproken audiocassette van anderhalf uur en 5 klankopnames uit 1987, 1989 en 1990, op audiocassettes geregistreerd).3 Bovendien, zo schrijft ze, beschikte ze over privรฉcorrespondentie, waarmee het verhaal van haar moeder verder aangevuld kon worden. Maar daar waar die privรฉcorrespondentie in een duidelijk onderscheiden epiloog werd opgenomen (het gaat om vijf verklaringen van diverse oorsprong, tien fotoโs die dateren van voor 1945 uit een persoonlijk archief, en afdrukken van een handvol postkaarten en officiรซle documenten), is het niet duidelijk wat de oorspronkelijke tekst is, en welke stukken er eventueel door de dochter (of de journalist) aan werden toegevoegd.
Evenmin is het duidelijk wat Hellinger zich werkelijk herinnert, en waar die herinneringen door navorsingen in de jaren na de Tweede Wereldoorlog werden aangevuld. Dat eerst 4000 Slowaakse vrouwen en uiteindelijk twee derde van de joodse bevolking van Slowakije tot oktober 1942 naar Auschwitz zou worden gedeporteerd ten gevolge van een overeenkomst tussen de Slowaakse regering en het naziregime, kon ze bij aankomst in het kamp niet weten (p. 52). Dat meer dan 400.000 Hongaarse joden in de zomer en de herfst van 1944 zouden worden vernietigd is vandaag uitvoerig gedocumenteerd, maar was in mei โ44 slechts voor een kleine groep ingewijden bekend (p. 157). Hoe ze in 1942 op de hoogte zou kunnen zijn van de administratieve onderverdeling van het vrouwenkamp van Auschwitz (dat formeel van Ravensbrรผck afhing) is onduidelijk โ wellicht ontleent ze die informatie aan later historisch onderzoek (p. 73).
Een ring
Op p. 198-199 vertelt ze het verhaal van een ring die medegevangene Erich Kulka haar zou hebben overhandigd. Diรฉ zou hebben toebehoord aan het joodse verzet in Warschau, dat lucht had gekregen van haar voorbeeldig gedrag in Auschwitz-Birkenau en haar het kleinood uit dankbaarheid wilde schenken. Kort daarna, vertelt Hellinger, zou kampcommandant Kramer in een oogopslag de ring om haar vinger hebben opgemerkt en hebben gedreigd haar vinger er met een vuurwapen af te schieten. In de permanente collectie van Yad Vashem bevindt zich inderdaad een weelderig vormgegeven gouden ring met een leeuw van Juda (op de binnenzijde, dus onzichtbaar wanneer gedragen), die door de leiders van een splintergroep van het joodse verzet in Warschau in hun contacten met het Poolse verzet zou zijn gebruikt. Het Poolse exemplaar werd in 1960 door een voormalig partizaan opgespoord en kort voor eind 1978 door de eigenaar, Henryk Iwanski, aan Yad Vashem geschonken.4 Los van de vraag hoe het tweelingexemplaar van de ring (volgens plan, zo blijkt) in Auschwitz is beland (Kulka was nooit eerder in het getto van Warschau geweest), hoe het verzet in het zorgvuldig afgegrendelde getto van Warschau (dat begin mei 1943 werd geliquideerd; Hellinger was pas enkele maanden eerder blokoudste geworden en werd niet vroeger dan mei โ44 kampoudste) van haar activiteiten had gehoord en waarom ze zo onvoorzichtig was om in het kamp een opzichtige gouden ring aan haar vinger te willen schuiven, stelt zich de vraag hoe Kramer een sieraad, dat door een kleine ondergrondse organisatie in een vreemd land in het diepste geheim als herkenningsteken werd gebruikt, in 1944 als een โring van saboteursโ kon aanwijzen (in de Engelse editie klinkt het anders en scherper: โYou dare to wear the ring of the uprising on your finger?โ, mijn cursivering, p. 192).16 Op die manier lopen memoire, romanesk verdichtsel en historische navorsing constant in elkaar over.
Fouten en omissies
Een zorgvuldige redactie had heel wat onvolkomenheden, fouten en omissies in Hellingers memoires kunnen vermijden. Op pagina 74 vermeldt ze dat โde kampcommandant en een flink deel van het personeelโ van Auschwitz eerder in KL Ravensbrรผck tewerkgesteld waren. Die kampcommandant was in maart 1942 Rudolf Hรถss, en hoewel hij voor zijn aanstelling tot hoofd van de kampen in Auschwitz in Dachau (1934-1938) en Sachsenhausen (1938-1940) had gewerkt, had hij nooit eerder een functie in Ravensbrรผck bekleed.5 Mocht ze met โde kampcommandantโ Josef Kramer bedoelen (die vanaf mei 1944 commandant van Auschwitz-Birkenau was), dan strookt dit evenmin met de feiten: Kramer had weliswaar in Esterwegen, Sachsenhausen, Mauthausen, Dachau en Natzweiler gewerkt, maar zette voor zover bekend nooit een voet in Ravensbrรผck (Sarah Helm vermeldt hem in haar monumentale studie over het kamp slechts รฉรฉn keer, als commandant van Bergen-Belsen, wanneer hij in 1945 weigert een konvooi gevangenen uit Ravensbrรผck op te nemen).6
Hellinger situeert haar ontmoeting met de beruchte SS-Aufseherin Irma Grese in juli 1942 (p. 69-71; in haar interview voor het USHMM heeft ze het over augustus-september)7; in werkelijkheid arriveerde Grese pas in maart 1943 in het kamp.8 Anderzijds lijkt Hellinger geen herinnering te hebben aan het bezoek van Reichsfรผhrer-SS Heinrich Himmler aan het kampencomplex van Auschwitz (ook aan het Stammlager, inclusief de keukens en het vrouwenkamp, zoals kampcommandant Hรถss zich na de oorlog herinnerde)9 op 17 en 18 juli 1942 (een bezoek dat volgens Auschwitz-gevangene Rudolf Vrba al een week eerder via zijn blokoudste was aangekondigd en in het kamp heel wat ophef veroorzaakte).10
De SS in Birkenau beschikte begin oktober 1944, toen het joodse Sonderkommando (op pagina 220 en 233 fout gespeld als Sondernkommando; de Engelse editie spelt de Duitse term wel correct, p. 212 en 226) crematorium IV onklaar maakte, niet over drie vernietigingsinstallaties, maar over vier (omdat Bunker II, het zogenaamde โwitte huisโ, in mei/juni 1944 terug in gebruik was genomen voor de vergassing van de Hongaarse transporten en functioneerde tot november van dat jaar).15 De data van die Hongaarse transporten werden in de Nederlandse editie fout overgenomen โ โI worked alongside Zippy doing this work (โฆ) over the winter of 1943-1944โ wordt in het Nederlands โeen tijdlang, in de winter van 1942 en 1943, werkte ik zij aan zij met Zippyโ; en wat verder op diezelfde paginaโs wordt โin spring 1944, my relative peace was brokenโ in het Nederlands โin het voorjaar van 1943 kwam er een einde aan die relatieve rustโ (p. 137 van de Engelse en p. 144 van de Nederlandse editie, mijn cursiveringen).
Op p. 22-23 beschrijft Hellinger hoe ze in mei 1944 Lagerรคlteste van Bauabschnitt IIc (B-IIc) werd, een deel van het kamp waar zich een dertigtal barakken bevond. โElke barak was groot genoeg om dertig paarden comfortabel te huisvesten,โ zegt ze in de Nederlandse editie (een wel zeer vrije vertaling van het Engelse โEach barack could have been used to stable around forty horsesโ, p. 15, mijn cursivering). Noch de Engelse, noch de Nederlandse editie doen recht aan de gedegen studie die door het Auschwitz museum werd gepubliceerd (en al meermaals op punt werd gesteld), waarin wordt verwezen naar de uitvoering van een ontwerp dat midden augustus 1942 voor Birkenau werd uitgetekend: โDe kampen BIIb, BIIc, BIId, en BIIe telden elk 32 bewonersbarakken. Kamp BIIa had er 16, van het type โpaardenstalbarakkenโ OKH-type 260/9. Elk van die constructies was voorzien voor 52 paarden. De kampautoriteiten wilden er meer dan 400 gevangenen in onderbrengenโ (mijn cursivering). Het zijn onvolkomenheden die niet zozeer de essentie van het verhaal raken, maar die een oplettende redactie opgemerkt en gekaderd had moeten hebben.
Hagiografisch
De gevangenen die in Auschwitz als kapo, blokoudste, kampoudste of hoofd van een arbeiderscommando bijzondere functies bekleedden โ ongewenst, al was het maar omdat geen van de gevangenen erom had verzocht daar te zijn โ kregen weliswaar zekere privileges, maar namen daarmee meteen ook bijzonder grote risicoโs. Kampoudsten zoals Hellinger waren, in de woorden van Nikolaus Wachsmann, โde belangrijkste verbindingsschakel tussen onderdrukker en onderdrukte,โ17 en het viel beslist niet mee om in de moordende machinerie van een vernietigingskamp enige waardigheid en menselijkheid te behouden. Dat Hellinger haar functies met tegenzin aanvaardde, maar (uitsluitend) ten goede aanwendde, wordt in de memoire zeer sterk in de verf gezet. Het boek is een aanรฉรฉnrijging van goede daden die bijwijlen hagiografisch aandoet: Hellinger zorgde voor de radelozen (p. 62), spaarde zich het eten uit de mond voor anderen (p. 68), โvloog op gevangenen die in een greppel waren gevallen af om ze te helpenโ (p. 77), behoedde op risico van eigen leven verzwakte vrouwen voor de dood (p. 99), โorganiseerdeโ voedsel, make-up en medicijnen voor medegevangenen (p. 137-138 en 190-191) en een viool voor een orkestje (p. 119), smokkelde briefjes van en naar de deelkampen (p. 174), verbeterde de hygiรซne in de blokken (p. 105) en vrijwaarde het kamp van een roodvonkepidemie (p. 176). Het is een kleine greep uit een ellenlange lijst. Ze werd ervoor bedankt (p. 62), op handen gedragen (p. 137) en geknuffeld (p. 142). โDit was mijn leven als Blockรคlteste,โ betoogde ze. โZoeken naar manieren om de leefomstandigheden een klein beetje te verbeterenโ (p. 134).
Tijdens de selecties โwas [ze] aanwezigโ; ze โmoest (โฆ) naast de SSโer staan die de selectie deed en lijdzaam toezien hoe hij jonge vrouwen (โฆ) afzonderde en naar de zijkant dirigeerdeโ (p. 98 en 192). Waarschijnlijk had de SS haar echter niet gerekruteerd om alleen maar โaanwezig te zijnโ en โnaast de SSโer te staanโ en toe te kijken. Sinds mei โ44 droeg ze een armband met โLAโ (Lagerรคlteste) op de mouw, en had ze een stok bij zich. โNiet om mee te slaan, maar om wat meer gezag uit te stralenโ (p. 159). Na de oorlog werd ze er door overlevenden meermaals van beschuldigd fysiek geweld te hebben gebruikt. Dat de ongelukkigen niet inzagen dat zij de orde moest bewaren (โals ik dat niet doe wordt het een puinhoop. En als het een puinhoop wordt, duikt de SS op en begint mensen dood te schieten. Orde houdt hen op afstand,โ p. 159) kon ze absoluut niet begrijpen.
Voorzichtigheid
Boek: De naziโs kenden me bij naam
Bekijk dit boek bij:
2 – https://www.worldcat.org/title/from-childhood-to-auschwitz-birkenau/oclc/241598280&referer=brief_results; een kopie werd aangevraagd, maar kon om auteursrechtelijke redenen niet worden overgemaakt (zie elektronische correspondentie 2/8/2022 en 4/8/2022, privรฉ-archief auteur).
3 – โMagda Hellinger,โ Holocaust Encyclopedia, USHMM, https://encyclopedia.ushmm.org/content/en/id-card/magda-hellinger
4 – โA ring used for identification between members of the ZZW โJewish military unionโ in the Warsaw ghetto and members of the Polish underground who helped them from outside the ghetto walls,โ zie: https://www.yadvashem.org/artifacts/museum/ring.html; de authenticiteit van het verhaal wordt al een tijd betwist, zie: Libionka, Dariusz en Weinbaum, Laurence, โA legendary commander.โ Haโaretz (online versie), 22 juni 2007, https://www.haaretz.com/2007-06-22/ty-article/a-legendary-commander/0000017f-f8c8-d318-afff-fbeb63d80000 (laatst geraadpleegd 1 augustus 2022).
5 – Klee, Ernst. Auschwitz. Tรคter, Gehilfen, Opfer und was aus ihnen wurde. Frankfurt/Main: Fischer Verlag, 2013, 506 p. (hier pp. 182-183); zie ook de biografische schets van Hรถss in: Harding, Thomas. Hanns and Rudolf. The German Jew and the hunt for the Kommandant of Auschwitz. Londen: Windmill Books, 2013, 358 p.; zie ook het getuigenis van Hรถss in: Broszat, Martin, ed. Kommandant in Auschwitz. Autobiographische Aufzeichnungen des Rudolf Hรถss. Mรผnchen: Deutscher Taschenbuch Verlag, 2008, 288 p. (vooral pp. 80-133).
6 – Helm, Sarah. Ravensbrรผck. Geschiedenis van het concentratiekamp voor vrouwen. Amsterdam: Ambo/Anthos, 2015, 800 p. (hier p. 601); gegevens over Kramer ontleend aan Klee, op. cit., 233-234.
7 – โOral history interview with Magda Blau,โ https://collections.ushmm.org/search/catalog/irn504535 (deel 3, op 50โ van het begin).
8 – Bevestigd in Klee, op. cit., p. 150; Grese geeft in de verklaring die ze tijdens het Belsenproces aflegde zรฉlf maart 1943 aan (โIn March 1943 I was sent to Birkenau near Auschwitzโ), zie: Statement of SS Kommandofรผhrerin Irma Grese, โTranscripts of the official shorthand notes of โThe trial of Josef Kramer and forty four othersโ.โ http://www.bergenbelsen.co.uk/pages/trialtranscript/Trial_Day_017.html#Day017_Grese2 (laatst geraadpleegd 4 augustus 2022); zie ook: Mรผller, J.M. Angeklagte Nr. 9. Die โHyรคne von Auschwitzโ im Kreuzverhor. Das Protokoll eines Kriegsverbrecher-Prozesses. Norderstedt: Books on Demand, s.d., hier p. 6-7 en de kopie van haar verklaring onder eed (โIm Mรคrz 1943 wรผrde ich nach Berkenau [sic] bei Auschwitz versetztโ), p. 86.
9 – Broszat, Martin, ed. Kommandant in Auschwitz. Autobiographische Aufzeichnungen des Rudolf Hรถss. Mรผnchen: Deutscher Taschenbuch Verlag, 2008, 288 p. (hier pp. 277-278).
10 – Vrba, Rudolf. Je me suis รฉvadรฉ dโAuschwitz. Parijs: Editions Ramsay, 1988, 399 p. (hier pp. 8-20).
11 – Klee, op. cit., 23-24; volgens het โStandortbefehl Auschwitzโ van 18 augustus 1943 werd hij op die dag al opgevolgd door Heinrich Schwarz, zie Klee, op. cit., 370-371.
12 – โWilhelm Bogerโ https://en.wikipedia.org/wiki/Wilhelm_Boger (laatst geraadpleegd 1/8/2022) en โWilhelm Boger,โ https://de.wikipedia.org/wiki/Wilhelm_Boger (laatst geraadpleegd 7/8/2022);
13 – Frei, Norbert e.a., eds. โStandort- und Kommandanturbefehle des Konzentrationslager Auschwitz, 1940-1945.โ Institut fรผr Zeitgeschichte, Darstellungen und Quellen zur Geschichte von Auschwitz. Mรผnchen: Saur (De Gruyter), 2000, 604 p. (hier p. 277 en 325).
14 – Klee, op. cit., p. 56-57; Sterbebรผcher von Auschwitz. Fragmente, Staatliche Museum Auschwitz-Birkenau, ed. Mรผnchen: Saur, 1995, 214 p. (hier p. 28 voetnoten 8 en 9, p. 109 en de โTรคterbiographieโ van Aleksandr Lasik op p. 269-270).
15 – Forges, Jean-Franรงois en Biscarat, Pierre-Jรฉrรดme. Guide historique dโAuschwitz. Parijs: Editions Autrement, 2011, 288 p. (hier pp. 114-115); zie ook: Mรผller, Filip. Trois ans dans une chambre ร gaz dโAuschwitz. Parijs: Pygmalion/Gรฉrard Watelet, 1995, 242 p.; zie ook getuigenis Szlama Dragon, โMet de transporten kwamen echter meer Hongaarse joden toe, zodat Bunker nummer 2 opnieuw in gebruik werd genomen,โ in: Piper, Franciszek. Die Zahl der Opfer von Auschwitz. Aufgrund der Quellen und der Ertrรคge der Forschung 1945 bis 1990. Auschwitz: Verlag Staatliches Museum in Oswiecim, 1993, 248 p. (citaat p. 212).
16 – Czech, Danuta. โLa gรฉnรจse du camp, sa construction et son agrandissement.โ In: Danuta Czech, ed. Auschwitz. Camp de concentration et dโextermination. Auschwitz: Musรฉe dโAuschwitz-Birkenau ร Oswiecim, 1994, 366 p. (pp. 20-39, citaat p. 34); zie ook: Van Pelt, Robert-Jan en Dwork, Deborah. Auschwitz. Von 1270 bis heute. Zรผrich en Mรผnchen: Pendo Verlag AG, 2000, 469 p. (hier p. 301).
17 – Wachsmann, Nikolaus. KL. Een geschiedenis van de naziconcentratiekampen. Amsterdam en Antwerpen: De bezige bij, 2015, 1163 p. (hier p. 177).
18 – โTranscripts of the official shorthand notes of โThe trial of Josef Kramer and forty four othersโ.โ http://www.bergenbelsen.co.uk/pages/TrialTranscript/Trial_Contents.html (laatst geraadpleegd 2/8/2022).