Onder ‘ancien régime’ wordt de maatschappijstructuur verstaan die in de westerse wereld dominant was tot de achttiende eeuw. Westerse maatschappijen in Europa kenmerkten zich door een standenstructuur, waarbij de geestelijkheid en adel in politiek, economisch en cultureel opzicht de dienst uitmaakten.
Het ancien regime had zijn wortels in het leenstelsel (ook wel het feodalisme genoemd) van het Frankische Rijk in de Middeleeuwen. Hierbij hadden leenheren op allerlei manieren zeggenschap over leenmannen: politiek, economisch en sociaal.
Ancien régime: betekenis en structuur
Letterlijk betekent ancien régime, een Frans woord, ‘oud regiem’, ‘oud stelsel’ of ‘oud systeem’. Aanvankelijk was het begrip vooral bedoeld om de politiek-culturele geschiedenis van Frankrijk mee aan te duiden tijdens de Middeleeuwen en vroegmoderne tijd, tot de Franse Revolutie van 1789. Kenmerkend voor het ancien régime waren de privileges die de geestelijkheid en adel hadden – slechts enkele procenten van de bevolking – boven de grote massa, de derde stand.
De term ancien régime is populair gemaakt door de Franse filosoof en socioloog Alexis de Tocqueville (1805-1859), die het begrip gebruikte in zijn boek L’Ancien Régime et la Révolution (1856). In dit werk beschreef Tocqueville de oorzaken en gevolgen van de Franse Revolutie en de overgang van absolutisme naar democratie.
Het absolutisme paste bij deze maatschappijstructuur: een vorst die alle macht had en, op basis van het droit divin (het goddelijk recht), bóven de bevolking stond. Absolutisme is ontleend aan het het Latijn absolvere, losmaken: de vorst was letterlijk los van de bevolking en regeerde op eenzame hoogte. God had dat zo bepaalt, geloofde men.
Later is de term ancien régime ook toegepast op de geschiedenis van Nederland en het huidige België. Het begrip duidt daarbij op de institutionele organisatie in de Nederlanden vóór het ontstaan van de Bataafse Republiek in 1795, die ontstond na de Franse invasie.
De ommekeer: van standen naar klassen
De achttiende eeuw maakte in Frankrijk en de Nederlanden een einde – in zekere zin tijdelijk, want in Frankrijk werd de monarchie tijdelijk hersteld – aan de oude gezagsstructuren. Cruciaal waren hierbij de Verlichting met zijn waarden gelijkheid, vrijheid en broederschap en de politieke vertaling van de Verlichting in de drie democratische revoluties: de Amerikaanse Revolutie (1776), de Franse Revolutie (1789) en de Patriottentijd in Nederland (1781-1787).
Bij deze drie revoluties moest de koning zijn verheven positie inleveren. Sinds de achttiende eeuw werden ook de standen (geestelijkheid, adel en de boeren-burgers) minder belangrijk. De standenmaatschappij maakte, versterkt door de Industriële Revolutie vanaf 1750, in het Westen steeds meer plaats voor een klassenmaatschappij. Niet de geboorte in een bepaald sociaal milieu was bepalend voor iemands status, maar steeds meer de economische positie die men bekleedde.
Praktisch bleek het einde van het ancient régime uit onder meer de afschaffing van privileges van adel en geestelijkheid, de republiek als staatsvorm in plaats van de monarchie, eerlijker rechtspraak (zoals het burgerlijk wetboek Code Napoléon uit 1804 als vervanger van het gewoonterecht) en een evenwichtiger verdeling van belastingen.
Franse Revolutie: samenvatting, tijdlijn, oorzaken en gevolgen
Bronnen ▼
Boeken
-W. Frijhoff & L. Wessels, Veelvormige dynamiek. Europa in het Ancien Regime. 1450-1800 (Amsterdam: Boom, 2006).
-Dik Verkuil en Tom van der Geugten (red.), Handboek Historisch overzicht Geschiedeniswerkplaats VWO, tweede fase (2013) p.119, 124.
Internet
-https://www.universalis.fr/encyclopedie/ancien-regime/
-https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/43504/de-ongewenste-franse-revolutie.html
-http://www.kampenhout.be/heemkring/geschiedenis-ancien_regime.php