De komende maanden doen archeologen in Deventer onderzoek op de plek waar tussen 1345 en 1578 een leprozenhuis stond. Gehoopt wordt dat men meer inzicht krijgt in hoe het gasthuis er in de late middeleeuwen uitzag en hoe de mensen er leefden.
In een leprozenhuis werden mensen met de besmettelijke ziekte lepra opgevangen. Die ziekte kende, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de pest, een heel langzaam verloop. Wie de ziekte kreeg, kon nog tientallen jaren leven en vormde daarmee een risico voor zijn of haar omgeving. Daarom lieten verschillende steden, waaronder dus ook Deventer, kleine samenlevingen inrichten, waar de leprozen bij elkaar konden wonen. Het leprozenhuis van Deventer bevond zich ver van de stad. Bekend is dat het complex werd omgeven door een muur waarbinnen een kapel, slaapzalen, een keuken, een ziekenzaal en werkplaatsen te vinden waren.
Archeologen van de gemeente Deventer gaan de komende maanden samen met studenten archeologie van de Hogeschool Saxion en de Universiteit Leiden onderzoeken hoe het gasthuis er in de late middeleeuwen uitzag. Hiervoor worden kleine opgravingsputjes gegraven en daarnaast wordt gebruikgemaakt van grondboringen en geofysisch onderzoek.
Geïnteresseerden zijn tot 8 juli iedere werkdag tussen 11.00 en 16.00 uur welkom om de opgraving te bezoeken. Men kan zelf over het terrein lopen en rondkijken bij de verschillende opgravingsputten of vragen stellen aan de archeologen die aan het werk zijn. Elke woensdag- en vrijdagmiddag zijn er verder rondleidingen.