Chinese en Turkse onderzoekers denken de Ark van Noach te hebben gevonden op de Turkse berg Ararat. De wetenschappers zeggen resten hout van 4800 jaar oud te hebben gevonden.
Volgens de bijbel werden voor de zondvloed, ongeveer 4800 jaar geleden, van alle dieren twee exemplaren opgenomen in de Ark van Noach, zodat hun soort niet uitstierf. Na de zondvloed zou de boot zijn gestrand op de berg Ararat. In Genesis 8 vers 4 staat:
“En de ark rustte in de zevende maand, op den zeventienden dag der maand, op de bergen van Ararat.”
De berg in Turkije met de naam Aratat kreeg zijn naam echter pas in de Middeleeuwen. Het is daarmee onduidelijk of de hoogste en grootste berg van het Armeens Hoogland ook het gebergte is waarover de bijbel het in Genesis heeft.
De onderzoekers die beweren een deel van de ark van Noach te hebben gevonden maken deel uit van Noah’s Ark Ministries International in Hong Kong, een conservatieve, fundamentalistisch christelijke groepering. Zij zoeken op de berg al twee jaar naar bewijs voor de Ark van Noach en vonden in oktober 2008 op 4000 meter hoogte de constructie. Inmiddels hebben ze negen compartimenten uitgegraven en denken ze met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de Bijbelse Ark te hebben gevonden.
Volgens de betrokken onderzoekers komt de ouderdom van het hout overeen met de tijd waarin de zondvloed zich volgens de bijbel zou hebben voltrokken. Het gevonden hout is volgens hen niet afkomstig van een menselijke nederzetting. Die werd namelijk nooit eerder gevonden op die hoogte. De vele ‘kamers’ die zijn gevonden zouden duiden op de kamers waarin volgens het bijbelverhaal de dieren verbleven.
De onderzoekers hebben de nieuwe ontdekking aangemeld bij UNESCO en hopen dat de vondst op de Unesco Werelderfgoedlijst komt te staan. Dan is er meer ruimte en geld voor archeologisch onderzoek.