Duizenden neo-nazi’s en tegendemonstranten zijn vandaag in Dresden aanwezig. In de stad wordt het geallieerde bombardement herdacht dat Dresden 65 jaar geleden vrijwel volledig verwoestte.
Een grote politiemacht moet er voor zorgen dat de verschillende groepen demonstranten uit elkaar gehouden worden. Ieder jaar komen in Dresden neo-nazi’s en linkse tegendemonstranten naar aanleiding van de herdenking van het bombardement van februari 1945. Boven Dresden cirkelt vandaag een politie-helikopter die toezicht moet houden op de verschillende groepen.
Het centrum van Dresden werd in de nacht van 13 op 14 februari 1945 vrijwel volledig verwoest door een Brits-Amerikaans bombardement. Zeker is dat hierbij tienduizenden mensen om het leven kwamen. Het bombardement is vaak onderwerp van discussie geweest. Volgens sommigen hadden de geallieerden de stad niet mogen bombarderen omdat er zoveel vluchtelingen in de stad aanwezig waren en omdat de stad geen strategisch militair doel zou zijn geweest.
Duitse neo-nazi’s beweren dat het bombardement tussen de 500.000 en 1.000.0000 slachtoffers heeft gemaakt en noemen de luchtaanval ook wel ‘Bomben-Holocaust’. Behalve neo-nazi’s komen ook ieder jaar duizenden linkse tegendemonstranten naar Dresden. Dit jaar hebben de neo-nazi’s toestemming gekregen voor een mars. Tegendemonstranten hebben al aangekondigd dat ze de neo-nazi’s met blokkades willen stoppen.
Vorig jaar waren er ook duizenden demonstranten in Dresden te vinden. Een grote politiemacht kon toen niet voorkomen dat het tot ongeregeldheden kwam waarbij meerdere mensen gewond raakten.