Over Willem van Oranje zijn, volgens gangbare bibliografieën, bijna 1400 wetenschappelijke boeken en artikelen verschenen. Valt er aan het beeld van de ‘Vader des vaderlands’ dan nog wel iets toe te voegen? Wel als er nieuw materiaal gebruikt wordt. Historicus Ronald de Graaf benut in het boek De prins. Willem van Oranje 1533-1584 (Uitgeverij Karmijn, 2018) de correspondentie van Willem van Oranje met een goede vriend van hem. Het resultaat is een persoonlijke en intieme biografie van Willem van Oranje.
Over de auteur: Ronald de Graaf
Ronald de Graaf promoveerde in 1996 op Oorlog om Holland, 1000-1375, dat bij Uitgeverij Verloren verscheen. In 2004 publiceerde hij Oorlog, mijn arme schapen. Een andere kijk op de Tachtigjarige Oorlog. Nu verschijnt dus zijn boek over prins Willem van Oranje, terwijl De Graaf verder nog werkt aan een levensbeschrijving van Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711).
‘Willem de Zwijger’: beeldvorming van held tot dictator
Terecht constateert Ronald de Graaf in de inleiding dat Willem van Oranje door een vertaalfout van zijn biograaf Emanuel van Meeteren – ‘de Zwijger’ is genoemd. De Graaf:
“Hij citeerde een Latijnse bron, waarin van astutus Gulielmus, sluwe Willem, door hem abusievelijk ‘den swijger’ werd gemaakt.” (11)
Maar deze kennis is niet nieuw. Wat wel nieuw is in De Graafs levensbeschrijving, is het gebruik van nieuw materiaal uit Duitse archieven. Specifiek de persoonlijke correspondentie van Willem van Oranje met zijn boezemvriend, vertrouweling en zwager Günther XLI van Schwartzburg-Arnstadt (1529-1583) biedt een persoonlijk en intiem inzicht in wie Willem van Oranje als persoon was.
Het beeld dat Ronald de Graaf van Willem van Oranje schetst, laveert tussen de twee historiografische uitersten. Enerzijds is er de verheerlijkingsliteratuur (vooral aan protestantse zijde, onder wie Hugo de Groot en P.C. Hooft) waarin Oranje gekarakteriseerd wordt als ultieme, door God gezonden held. Anderzijds is er de eveneens eenzijdige literatuur die Willem van Oranje wegzet als egoïstische opportunist, onderdrukker en dictator. Een extreem voorbeeld van de laatste variant is het veelbekritiseerde Willem van Oranje. De opportunistische Vader des Vaderlands van Aron Brouwer en Marthijn Wouters.
Oranje was eigengereid en zelfzuchtig, maar tevens een groot staatsman en een hardwerkende dromer én doener. De Graaf:
“Ik meen dat de prins larger than life was, iemand die in zijn eigen missie ging geloven en daarbij boven zichzelf uitsteeg. Hij was een mens die graag regeerde, maar daarbij fouten maakte. Hij kon zeker berekenend en zelfzuchtig zijn, maar bovenal was hij een hardwerkende idealist, die militair telkens krachten wist op te roepen, die uiteindelijk hebben geleid tot de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hij was de grondlegger van deze nieuwe staat die geboren werd als gevolg van die Opstand. Die staat was niet de volkomen uitdrukking van zijn idealen, maar droeg wel het stempel van zijn persoonlijke inzichten.” (10,11)
‘Concubines geen probleem’
De Graaf tekent in zijn boek vooral een biografisch portret van Willem van Oranje. Niet zozeer de context van de zestiende eeuw, maar de persoon Willem staat centraal in De prins. Het nieuw gevonden bronnenmateriaal leent zich goed voor een dergelijke insteek, want de briefwisseling tussen Willem van Oranje en Günther van Schwarzburg-Arnstadt geeft een mooie inkijk in Oranjes persoonlijke opvattingen. ZO schrijven hij en zijn zwager onder meer over zaken als oorlog, politiek, religie, de rol van vrouwen en sociale verhoudingen.
De Graaf biedt de lezer allerlei bijzondere en soms ook intieme informatie over Willem van Oranje. Toen de prins in het voorjaar van 1558 als diplomaat in dienst van koning Filips II (1527-1598) in Frankfurt aanwezig was, liet de licht benevelde Oranje zicht tegen de keurvorsten van Saksen en Württemberg het volgende ontvallen:
“Het huwelijk is ingesteld opdat iemand zeker weet wie hij als erfgenaam heeft, maar het is geen zonde als men er buiten huwelijk concubines op na houdt.” (67)
Latere koningen die van Willem afstamden – onder wie Willem I (1772-1843), Willem II (1792-1849) en Willem III (1817-1890; laatstgenoemde bij minstens acht vrouwen), prins Hendrik (1876-1934) en prins Bernhard (1911-2004) – zouden deze visie van de stamvader van het Koninklijk Huis in de praktijk brengen.
Oranjes standaardvloek: ‘Sinterklaas!’
Mooi is hoe uit de biografie duidelijk wordt dat Willem van Oranje sociaal gezien tactvol optrad, eerder als een ‘verzwijger dan zwijger’. Willem van Oranje sprak vaak kort, maar wel krachtig en scherp. Hij paste zijn toon slim en listig aan dat van de ander aan, aldus tijdgenoten. Qua kleding, ook mede omdat Oranje arm was geworden doordat hij zijn complete vermogen in de Opstand had gestopt, was hij rond 1580 niet te onderscheiden van de gewone burger.
Eindigend met een fraai citaat van De Graaf, die gevoelsmatig dicht bij de persoon Willem van Oranje komt, beveel ik diens levensportret van Willem van Oranje bij de lezer aan:
“Hij had een berekendheid die gepaard ging met de gaven van empathie, welsprekendheid en intelligentie. Maar hij hield zijn pokerface niet altijd vol. Naarmate de oorlog zijn tol eiste, drukte de buitenkant van zijn verschijning beter uit hoe zijn innerlijk was. Hij had een standaardvloek, ‘Sainct Nicolas!’, en zelfs als hij goed nieuws hoorde, krabde hij zich nerveus op zijn hoofd.” (245)
Boek: De prins. Willem van Oranje 1533-1584 – Ronald de Graaf
Lees ook: Willem van Oranje (1533-1584) – Vader des Vaderlands