De “Bund Deutscher Mädel”, kortweg BDM, vormde onder het naziregime samen met de “Jungmädelbund” de vrouwelijke vleugel van de “Hitlerjugend” en was bedoeld om meisjes tussen tien en achttien jaar oud vertrouwd te maken met het huiselijk leven en éénmaal volwassen voor te bereiden op een huwelijk en het toekomstig moederschap. Dat laatste leverde de BDM in sommige kringen de weinig lovende bijnaam op van “Bond van Duitse matrassen”. Hieronder het ontluisterend verhaal van deze organisatie die het leven van een ganse generatie jonge meisjes voor altijd tekende:
Wat voorafging
Al vanaf de opkomst van het nazisme in de vroege jaren twintig van de vorige eeuw, telde Duitsland in zowat alle grote steden nationaalsocialistisch geïnspireerde jeugdbewegingen. Ook meisjes hadden hun eigen verenigingen die elk min of meer los van elkaar stonden. Daar kwam begin jaren dertig met de oprichting van de BDM verandering in. De vele her en der verspreidde “Mädchengruppen” werden onder eenzelfde banier gegroepeerd en functioneerden voortaan in een strak georchestreerd hiërarchisch keurslijf.
Aanvankelijk werden de meisjes naargelang hun leeftijd onderverdeeld in twee groepen. De jongsten, tussen tien en veertien jaar oud, behoorden tot de “Jungmädelbund”, de iets ouderen van tussen de veertien en achttien jaar waren lid van de BDM. Later werd nog een derde groep opengesteld voor meisjes tussen de achttien en eenentwintig jaar.
In de zomer van 1934 kreeg Trude Mohr (1902-1989), een Berlijnse postbeambte en trouw partijlid, van “Reichsjugendführer” Baldur von Schirach de leiding toevertrouwd over de BDM die tot enige wettelijk toegestane jeugdorganisatie voor meisjes werd uitgeroepen. Bovendien werd vanaf 1936 het lidmaatschap bij de BDM voor alle meisjes tussen tien en achttien jaar oud bij wet verplicht, voor zover ze een raszuivere achtergrond hadden. Het maakte dat toen Mohr het jaar daarop ontslag nam als hoofd van de BDM, de organisatie al meer dan 2,7 miljoen leden telde, een aantal dat aan het einde van de oorlog de 4,5 miljoen overschreed.
De oorlogsjaren
Mohr werd in november 1937 opgevolgd door Jutta Rüdiger (1910-2001), een psychologe van opleiding en overtuigde nationaalsocialiste voor wie geheel volgens de nazi-ideologie waarden zoals zelfdiscipline, groepsgeest en loyauteit jegens het vaderland de hoekstenen moesten vormden bij de opvoeding van de jeugd.
Al snel na het uitbreken van de oorlog veranderde de rol van de BDM. De meeste jonge mannen waren immers onder de wapens geroepen waardoor zowat overal in het land een acuut tekort dreigde aan arbeidskrachten. De BDM-meisjes werden dan ook massaal ingezet om de vrijgekomen arbeidsplaatsen in te nemen. Sommigen werden op het platteland tewerkgesteld om te helpen bij het binnenhalen van de oogst, anderen werden ingeschakeld als werkkrachten in wapen- en munitiefabrieken.
Een ander gevolg van de oorlog was dat er steeds meer mannen naar het front werden gestuurd waardoor het geboortecijfer onrustwekkend begon te dalen. “Lebensborn”, een organisatie die midden jaren dertig initieel was opgericht als welzijnsinstelling voor zwangere echtgenotes van SS-officieren werd belast met het opstarten van een geboorteprogramma die meisjes en jonge vrouwen ertoe moesten aanzetten om met een raszuivere partner Arische kinderen te verwekken. Hoewel er geen precieze cijfers bekend zijn, beschouwden heel wat meisjes en jonge vrouwen van de BDM het als hun morele plicht aan het “Lebensborn project” deel te nemen en voor het vaderland zwanger te worden.
Tegen het einde van de oorlog deinsde het naziregime er niet voor terug BDM-meisjes in te zetten voor het bemannen van luchtafweergeschut terwijl anderen samen met de “Volksturm” en de “Hitlerjugend” de laatste verdedigingslinie vormden rond Berlijn.
Het verdere verhaal
Na de oorlog werd de BDM, samen met de “Hitlerjugend” en andere nazi-organisaties, door de geallieerden ontbonden en later in het Duitse wetboek van strafrecht expliciet omschreven als ongrondwettelijke organisaties waarvan het gebruik en verspreiding van de symbolen een strafbaar feit vormen.
Baldur von Schirach werd voor zijn rol als verantwoordelijke voor het jeugdbeleid in nazi-Duitsland en zijn aandeel in de deportatie van Joden toen hij Reichs-gouverneur was van Wenen op het proces van Neurenberg veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf. Trude Mohr, die als eerste aan het hoofd stond van de BDM, werd in juni 1945 door de Britten gearresteerd maar uiteindelijk niet vervolgd. Ook haar opvolgster, Jutta Rüdiger, werd nooit berecht en ging na de oorlog opnieuw aan het werk als psychologe.
Boek: Der ‘Bund Deutscher Mädel’ (BDM). Instrumentalisierung einer ganzen Generation