De samenstelling van de bevolking in de Nederlandse Republiek in de zeventiende en achttiende eeuw was veelkleuriger dan wel is verondersteld. Deze stelling verdedigt kunsthistorica Esther Schreuder in Cupido en Sideron. Twee Moren aan het hof van Oranje (Uitgeverij Balans, 2017). In dit boek beschrijft ze de lotgevallen van twee zwarte bedienden aan het hof van stadhouder Willem V.
In het Woord vooraf lezen we dat Esther Schreuder eind 2013 van koning Willem-Alexander toestemming kreeg om het levensverhaal van Cupido en Sideron met behulp van documenten uit het Koninklijk Huisarchief te onderzoeken. Wie waren deze zwarte bedienden? Wat waren hun taken en werden ze aan het hof hetzelfde behandeld als blanke hofbedienden? Dit zijn de kernvragen die Schreuder in Cupido en Sideron beantwoordt.
Presentje
De beide jongens Cupido en Sideron werden in respectievelijk de jaren 1766 en 1763 als presentje van vermoedelijk de West-Indische Compagnie (WIC) aan stadhouder Willem V gegeven. Ze waren op dat moment nog jong:
“Sideron en Cupido waren twee kinderen die rond hun zevende in dienst traden van stadhouder Willem V. Dat bleven ze tot hun dood, en ze zagen diens zoon, de latere koning Willem I, en kleinzoon, Willem II, voor een deel opgroeien en volwassen worden.” (9,10)
Jager Willem V: bij elk schot een echo…
Drie jaar na de komst van Sideron, kwam Cupido vanuit CuraƧao naar de Republiek. Dit gebeurde begin maart 1766, kort voor de installatie van Willem V als erfstadhouder. Terwijl Cupido vanaf CuraƧao kwam, was Sideron afkomstig van de kust bij Guinea in Afrika. Meer was er over de afkomst van laatstgenoemde niet bekend:
Ergens tussen zijn gevangenneming en zijn aankomst aan het hof moet iemand hem de naam van het liefdesgodje Cupido, de zoon van Venus, hebben gegeven. Het was destijds een populaire naam voor een Afrikaans jongetje in Europees bezit. (46)
Op 8 maart 1766 werd Willem V officieel aangesteld als stadhouder, in de TrĆŖveszaal op het Binnenhof in Den Haag. Cupido en Sideron waren bij deze plechtigheid aanwezig. Beide Moren raakten al snel bekend in de Republiek en ook over de grenzen, wat blijkt uit het feit dat beide bedienden op diverse schilderijen werden afgebeeld.
Beide jongetjes kregen mooie, kleurige mutsen op, maar droegen – anders dan de rest van de hofhouding – geen pruiken. Ook hadden ze, wat veel slaven wel moesten, geen oorbellen in. En een slavenband van zilver om hun nek – in de zeventiende eeuw en achttiende eeuw populair als modeaccessoire – is niet terug te zien op de verscheidene schilderijen en tekeningen die van beide jongens gemaakt zijn. Cupido en Sideron genoten aan het hof een voorkeurspositie, zoveel is wel duidelijk, aldus Schreuder. Zo kregen ze ook dansles, wat alleen weggelegd was voor Willem V zelf en diens kinderen. Daarnaast leerden ze aan het hof schrijven, lezen, rekenen, Frans en paardrijden.
Enkele keren per jaar verplaatste het hele stadhouderlijke hof zich naar onder andere Huis ten Bosch, het Hof in Dieren, Paleis Soestdijk, het kasteel in Breda of naar Paleis Het Loo in Gelderland. Over laatstgenoemde verhuizing, een hele operatie, schrijft Schreuder:
“Voor Cupido en Sideron betekende het verblijf op Het Loo zowel werk, opleiding als vermaak. Qua opleiding lag de aandacht vooral bij jagen, met name schieten. Er waren permanent minstens drie jagers, onder wie de uit Dillenburg afkomstige N. Mohr, in dienst. Willem V hield erg van jagen, vooral op patrijzen en fazanten en de lange jacht met windhonden of de valkenjacht, maar goed was hij er niet in. In de familie Oranje-Nassau ging een anekdote dat er altijd een echo te horen was als Willem V schoot. De echo werd veroorzaakt door de bediende naast hem die een tweede schot loste om de prooi echt te raken.” (66)
Een uitzonderlijk privilege
In de loop der jaren klommen Cupido en Sideron in de hiĆ«rarchie aan het hof. Vooral Sideron kreeg als kamerdienaar van Willem V in de jaren 1780 steeds meer verantwoordelijkheden. Zo kreeg hij regelmatig geld mee om aankopen voor de stadhouder te doen. Hij regelde bijvoorbeeld een betaling van rekeningen in Scheveningen, waar de stadhouder en diens vrouw Wilhelmina regelmatig heengingen om te genieten van de kermis en het strand. En…
“…later kende hij hun een uitzonderlijk privilege toe om zelfstandig te mogen jagen in het stadhouderlijk domein Honselaarsdijk.” (258)
De belangrijkste taak van beide Moren was niet om de vorst te vermaken – zoals in Frankrijk normaal was -, maar om het aanzien van de regering te vergroten. Ze werden veelvuldig ingezet bij parades en entourages van het stadhouderlijk hof.
Een interessant detail is, ter afsluiting, dat Cupido in 1802 in het Duitse Dietz trouwde met een dame uit Denzlar. Toen Cupido in 1806 overleed in Denzlar, nam Willem V de financiƫle verantwoordelijkheid op zich voor de weduwe van Cupido en hun kinderen.
Boek: Cupido en Sideron – Esther Schreuder