De koningin van Seba
Hypothetisch circa tiende eeuw v.Chr
Het verhaal dat de koningin van Seba het koninkrijk Aksum heeft gesticht, is veel meer op de overlevering gebaseerd dan op puur historische feiten. De koningin van Seba reisde volgens Ethiopische bronnen van Aksum naar het koninkrijk Juda om koning Salomo te bezoeken. Hij stond bekend om zijn grote wijsheid en zij wilde zijn advies vragen en hem op de proef stellen wat betreft een aantal belangrijke kwesties. In de Tenach en het Oude Testament wordt beschreven hoe ze in Jeruzalem aankwam met…
…een grote karavaan dromedarissen beladen met reukwerk, een grote hoeveelheid goud en edelstenen.
Het Ethiopische verhaal over de koningin van Seba en Salomo staat in de Kebra Nagast, het boek van de ‘Heerlijkheid van de koningen.’ De Kebra Nagast is een verzameling legenden, volksverhalen en overleveringen over de heldhaftige dagen en overwinningen van de koningen en koninginnen van Aksum. Het werd in de dertiende eeuw in de Ethiopische Giiz-taal geschreven, mogelijk door monniken, en speelt tot op de dag van vandaag een centrale rol in de Ethiopische cultuur.

Daar vertelde ze dat ze ervan overtuigd is dat het verhaal van de koningin van Seba en Salomo waargebeurd is en dat het de fundamentele basis vormt van de identiteit en cultuur van Ethiopië en van de christelijke tradities van het land. De koningin van Seba is volgens prinses Mariam een sterk rolmodel en een inspirerend voorbeeld voor vrouwen in het Ethiopië van nu, en ze weet zeker dat zij van haar afstamt.

Het verhaal is heel bekend bij veel Ethiopiërs: de koningin van Seba ging koning Salomo opzoeken in Jeruzalem, met name om hem om raad te vragen hoe ze regeren moest, want volgens de Kebra Nagast konden vrouwen in Aksum erven en regeren en hadden ze een status gelijk aan die van de man. De twee vorsten werden verliefd en toen de koningin weer in haar vaderland terug was, beviel ze van Salomo’s zoon, Menelik. De Kebra Nagast zegt ook dat de koningin van Seba door Salomo tot het jodendom was bekeerd.
Toen Menelik oud genoeg was, stuurde zijn moeder hem naar Jeruzalem om daar om de zegen van zijn vader te vragen. Toen hij weer uit Jeruzalem vertrok, nam hij heimelijk de Ark van het Verbond mee terug naar Aksum om hem daar veilig te bewaren. Die bevatte de tafelen met de Tien Geboden die Mozes van God had gekregen.

Replica’s ervan worden in kerken in heel Ethiopië gebruikt en die worden afgeschermd tegen de ogen van het publiek met een laken dat een tabot heet. De veronderstelde aanwezigheid van de Ark droeg eraan bij dat Aksum een religieus centrum werd binnen het christendom, dat bezocht werd door veel vroege christenen uit verschillende delen van de wereld. De Kebra Nagast vertelt dat Menelik de eerste koning van Aksum was.
De koningin van Seba zelf blijft onderwerp van discussie. Sommige historici twijfelen aan haar bestaan, andere stellen dat ze feitelijk uit het oude land Saba kwam in zuidelijk Arabië, het huidige Jemen. Of dat ze vorstin was van zowel zuidelijk Arabië als Aksum. Niet ver van de huidige stad Aksum ligt Dungur, een uitgestrekte verzameling ruïnes, met keurig op elkaar gestapelde stenen, waar duidelijk een reeks kamers en gangen te zien zijn. Volgens de plaatselijke bevolking zijn het de resten van het paleis van de koningin van Seba.

Het verhaal van de koningin van Seba en de Ark van het Verbond zijn verankerd in het Ethiopische nationale denken. Ook als historische feiten en archeologisch bewijs dergelijke overtuigingen weerspreken, spelen tradities en overleveringen een krachtige rol bij het versterken, uitleggen en bewaren van het verleden en zijn ze bepalend voor de huidige identiteit.