Het college van B&W van Den Haag heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop de gemeente na de oorlog is omgesprongen met leden van de Joodse gemeenschap. Het concludeert nu dat de handelswijze “immoreel” is geweest en komt met een voorstel voor rechtsherstel.
Onderzoek heeft aangetoond dat de gemeente na de oorlog onterecht erfpacht en straatbelasting inde van Joodse eigenaren die na de oorlog terugkeerden. Voor beide belastingen is een berekening gemaakt die is aangepast naar de actuele waarde. Dit resulteert in een bedrag van 2,6 miljoen, dat nu beschikbaar wordt gesteld voor compensatie van nabestaanden.
Het Haags college erkent in een vandaag uitgegeven verklaring dat de handelwijze tijdens en na de oorlog immoreel was:
“We betreuren het dat er niet eerder een passende wijze van erkenning of (moreel) rechtsherstel heeft plaats gevonden. We hechten dan ook zeer aan het feit dat, op verzoek van de raad en de Joodse gemeenschap, dit nu in alle zorgvuldigheid recht wordt gezet.”
Nabestaanden kunnen aanspraak maken op de restitutie van opgelegde erfpachtcanon en straatgelden. Dit geldt ook voor andere, nog onbekende nabestaanden die onderbouwd kunnen aantonen dat zij aanspraak maken op teruggave. De gemeente Den Haag probeert hen met steun van de Joodse organisaties in Den Haag te traceren. Het neemt hier een jaar de tijd voor.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog onteigenden de nazi’s al onroerend goed van de Joden. Desondanks ontvingen veel Joden na de oorlog naheffingen voor belastingen die in de oorlogsjaren niet werden betaald.
Gedenksteen
Na uitkering aan individuele nabestaanden zal het resterende bedrag van de 2,6 miljoen ter beschikking worden gesteld aan de Joodse gemeenschap. Daarnaast doet het college, op aangeven van de Joodse gemeenschap, een aantal voorstellen om te komen tot rechtsherstel. Het wil bijvoorbeeld geld steken in een boek over de kwestie en het plaatsen van een gedenksteen bij het voormalige Joods weeshuis in de stad.
Overzicht van boeken over de Tweede Wereldoorlog