Politiemannen bleken minder geschikt om met mishandelde kinderen en onzedelijke meisjes om te gaan dan vrouwen. Daarom nam de gemeentepolitie Rotterdam in 1911 de sociaal werkster en feministe Dina Sanson (1868-1929) in dienst als eerste politievrouw van Nederland. Ze spande zich vooral in om een eind te maken aan de zogenaamde ‘engeltjesmakerijen’ in de stad.
Onlangs verscheen de biografie Voor vrouw en kind. Dina Sanson de eerste politievrouw (1868-1929) van Tsila Rädecker. Het boek vertelt het verhaal van het voor die tijd opmerkelijke leven van Dina Sanson. Vrouwen die rond het fin-de-siècle iets anders werden dan huisvrouw, gouvernante, dienstmeid of verpleegkundige waren per definitie uitzonderlijk. Dat gold ook voor haar.

Omdat een huwelijk er om een of andere reden ook niet inzat, en Sanson van haar liefdadigheidswerk een beroep wilde maken, ging ze na haar dertigste studeren aan de pas opgerichte Opleidingsinrichting voor Socialen Arbeid in Amsterdam, een voorloper van wat later de Sociale Academie werd en tegenwoordig hbo-Social Work heet. Een echt studiehoofd had ze niet, ze was meer praktijkgericht. Daarmee was ze in de cirkel van Nederlandse feministes een uitzondering, omdat dat bijna altijd academisch geschoolde dames waren.
Verzuiling en klasse
Nederland was begin twintigste eeuw sterk verzuild. Iedere religie of politieke overtuiging had haar eigen politici, sportverenigingen en scholen. Ook het sociaal-maatschappelijk werk was volgens de verzuiling ingedeeld. Als een joods weesje aanklopte bij een christelijk weeshuis, dan bleef de deur dicht. Daarom zette Sanson zich sterk in voor het opzetten van een joodse zuil in het sociaal werk, ook al lag dat vanwege het altijd sluimerende antisemitisme gevoelig.
Niet alleen de verzuiling speelde een rol in het sociaalmaatschappelijk werk, ook klassenverschil deed dat. De hogere, belastingbetalende klasse keek tot het begin van de twintigste eeuw nauwelijks om naar het lot van de onderklasse en de sociale problematiek die daar speelde. De in 1908 in Rotterdam aangestelde hoofdcommissaris T.M. Roest van Limburg daarentegen had wel oog voor de zelfkant van de in die tijd vrij ruige Rotterdamse samenleving. Hij richtte een afdeling Zedenpolitie op die zich met prostitutie en jeugdcriminaliteit ging bezighouden.
Inlevingsvermogen
Helaas bleken mannelijke politieagenten zelden in staat om een vertrouwensband op te bouwen met de jonge meiden die dreigden af te glijden naar een bestaan als hoer. Afschrikking, vervolging en bestraffing bleken weinig effectief. Roest meende dat een vrouw dankzij haar inlevingsvermogen en sociale vaardigheden, beter in staat was om contact te leggen met de doelgroep. De Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming stelde daarop Dina Sanson voor.

Engeltjesmakerijen
Sanson was in haar jaren als politie-assistente vooral actief als onvermoeibare bestrijdster van zogenaamde ‘engeltjesmakerijen’. Abortus was niet toegestaan en illegaal toegepast levensgevaarlijk voor de ongewenst zwangere vrouw. Als je als dienstmeid of anderszins alleenstaande vrouw dus ongewenst zwanger werd, moest je ergens heen met het kind, want anders raakte je je baan kwijt. De zorg voor dergelijke ‘bastaarden’ werd daarom uitbesteed aan private kinderverzorgingstehuizen.
Vaak waren dit opportunistische vrouwen die in hun eigen woning meerdere kinderen onder hun hoede namen voor het geld dat het opleverde. Omdat financieel gewin de primaire drijfveer was, werd er voor die kinderen vaak niet goed gezorgd, met een hoog sterftecijfer als gevolg. Deze praktijk stond eufemistisch te boek als ‘engeltjesmakerijen’ naar de gestorven kinderen die engeltjes werden.
Voor vrouw en kind

Voor vrouw en kind is naast een biografie over Dina Sanson vooral ook een geschiedenis over sociaal werk. Het bewijst hoe dicht sociaal werk en politiewerk soms tegen elkaar liggen. Tsila Rädecker deed grondig onderzoek naar de persoon Dina Sanson en de wereld waarin zij leefde. Ze besteedt veel aandacht aan Sansons Joodse achtergrond en het milieu waarin zij een prominente rol vervulde. Het bij de Walburgpers verschenen boek is interessant voor lezers die zijn geïnteresseerd in een gedetailleerde persoonlijke geschiedenis met thema’s als sociaal werk, politie, Joods Rotterdam en feminisme.