Dark
Light

‘Goede moeders geven borstvoeding’ (want de opvoeding begint met de eerste druppel melk)

De geschiedenis van de vrouw in 100 voorwerpen – Annabelle Hirsch
5 minuten leestijd
The Good Mother, door Carl Gottlieb Luck in het Germanisches Nationalmuseum in Nuremberg
The Good Mother, door Carl Gottlieb Luck in het Germanisches Nationalmuseum in Nuremberg
Welke voorwerpen beschrijven het leven van de vrouw door de eeuwen heen? Er zijn talloze manieren om een verhaal over vrouwen te vertellen. Annabelle Hirsch doet het aan de hand van objecten in het boek De geschiedenis van de vrouw in 100 voorwerpen. De cultureel journalist neemt honderd alledaagse voorwerpen die getuigen van het verlangen van vrouwen naar vrijheid en rebellie, maar die ook symbool staan voor de mythen en normen waarmee vrouwen zijn klein gehouden. Op Historiek een fragment uit haar boek over een discussie die nog steeds actueel is: zoogt een ‘goede moeder’ haar kind zelf?

‘De goede moeder’

In Mary McCarthy’s roman De groep zit een scène die me altijd is bijgebleven. Het verhaal volgt een groep van acht jonge vrouwen, acht vriendinnen, die zich na de universiteit in het leven storten en hun weg proberen te vinden in de VS van de jaren 1930. Een aantal van hen gaat kapot aan de realiteit, anderen veranderen gewoon van koers, en sommigen slagen erin hun dromen te verwezenlijken.

De groep - Mary Mccarthy
 
De scène gaat ongeveer zo: Priss Hartshorn, een van de acht vriendinnen, een politiek activiste, heeft net een baby gekregen, en haar man, een arts, heeft het zich in zijn hoofd gehaald dat hij via haar en zijn kind de voordelen van borstvoeding wil aantonen. Het maakt hem niet uit dat in die tijd gezworen werd bij flesvoeding en dat de jonge vrouw grote moeite heeft met het geven van borstvoeding, hij drijft zijn zin door omdat hij denkt dat dat het beste is: voor het kind, voor de vrouw, voor zijn eigen idee van het moederschap.

De vraag over borstvoeding, dus of je het doet of niet, en zo ja, hoe lang, steekt steeds weer de kop op. De trends en de houding ertegenover veranderen elke paar decennia, maar aan het feit dat iedereen – dus ook mensen die geen borsten en melkklieren, en misschien zelfs geen kinderen hebben – er een mening over heeft, verandert al eeuwen weinig. Als een vrouw geen borstvoeding geeft, omdat ze dat niet wil of niet kan, hebben buitenstaanders vaak een oordeel klaar dat zelden mild is en vaak zelfs hard en afkeurend. Het argument dat vaak aangehaald wordt, is de natuur. Voorstanders van de melkdruppelende borst zijn er altijd geweest, in de Oudheid pleitten velen er al voor.

Maar het beeld van wat een goede moeder is, duikt in de opdringerige en zelfverzekerde vorm waarin we het vandaag meemaken voor het eerst op in de achttiende eeuw. Tot dan toe was de relatie met het kind, net als die met de echtgenoot, niet noodzakelijkerwijs met emoties verbonden. Familie was iets wat je had, maar waarmee je je gevoelsleven niet onnodig belastte. In die zin was het ook volkomen ondenkbaar dat een vrouw die ook maar enigszins welgesteld was, haar baby zelf voedde. Het kind werd na een paar dagen naar het platteland gestuurd, naar een voedster.

Verpleegsters van een kinderdagverblijf in Rome, geportretteerd terwijl ze pasgeborenen borstvoeding geven
Verpleegsters van een kinderdagverblijf in Rome, geportretteerd terwijl ze pasgeborenen borstvoeding geven. (CC BY-SA 3.0 – Ulassai – wiki)

Wie heel veel geld had, haalde er een in huis, maar pas nadat ze als een paard was geïnspecteerd (een beetje zoals in The Handmaid’s Tale). En daar waren goede redenen voor. Ten eerste hadden de meeste vrouwen simpelweg geen tijd om de halve dag bezig te zijn met het voeden van een baby, want het concept huisvrouw was nog niet bedacht. Ten tweede wilden ze niet gehecht raken aan de zuigeling. Het sterftecijfer was destijds nog steeds extreem hoog, het was een daad van zelfbescherming om zich pas meer met het kind bezig te gaan houden als het de eerste kritieke maanden of zelfs jaren had overleefd. Bovendien hechtten de mannen er vaak weinig waarde aan dat hun vrouw borstvoeding gaf, omdat ze dan niet seksueel beschikbaar was (het was lang taboe om naar bed te gaan met een vrouw die borstvoeding gaf).

De goede moeder, door Carl Gottlieb Luck in het Germanisches Nationalmuseum in Nuremberg
‘De goede moeder’, door Carl Gottlieb Luck
Net als dat sommige vrouwen tegenwoordig hun buik verkopen of uitlenen, was het destijds een goedbetaalde baan met een hoog maatschappelijk aanzien om je borst en melk aan te bieden. Voedster zijn was voor jonge vrouwen een van de meest lucratieve banen, maar toen besloot een groepje mannen een nieuwe mythe in de wereld te helpen en daarmee nieuwe druk op vrouwen uit te oefenen: de moederliefde. De band met de moeder en daarmee in zekere zin met de wereld, begon nou eenmaal met de naakte uitgestoken moederborst, zo werd met veel bravoure beweerd. Deze Neurenbergse groep porseleinen figuren van Gottlieb Lück heet niet voor niets ‘De goede moeder’.

De vrouw is omringd door slapende en musicerende kinderen, die aan haar borst, haar schouder of haar hand hangen alsof ze een voedend klimrek is. Dat lijkt haar niet te storen, ze is een en al geduld en zelfopoffering. Dit groepsbeeld, waarvan veel verschillende versies bestaan en dat in vele welgestelde huishoudens stond, beeldt een ideaal van de jaren 1770 uit en is niet alleen decoratief, maar geldt ook als een waarschuwing. Het schreeuwde vanaf de bijzettafel naar de vrouw:

Kijk! Zo moet een ‘goede moeder’ zijn! Haar lichaam is een permanent ‘open house’!

Emile, of Over de opvoeding - Jean-Jacques Rousseau
Emile, of Over de opvoeding – Jean-Jacques Rousseau
‘We beginnen te leren als we beginnen te leven, de eerste lerares is de vrouw die ons aan haar borst voedt’, zo schreef de moederloos opgegroeide Jean-Jacques Rousseau. Net als zijn vriend en collega Denis Diderot vond Rousseau (een van de meest gelezen en gewaardeerde opvoedingstheoretici van zijn tijd) het niet kunnen dat een vrouw zich tegen haar ‘natuur’ verzette en haar kinderen ‘gewoon zomaar’ wegdeed. In zijn beroemde boek Emile, of Verhandeling over de opvoeding schreef hij beschuldigend:

‘Weten die zagt-hartige moeders, die, van hunne kinderen ontlast zijnde, zich met vreugde aan de vermaaken der stad overgeven, wel eens, welke behandeling inmiddels hun kind, op het dorp, in deszelfs zelfs luuren ondergaat?’

Zoals gezegd: in de achttiende eeuw was de ‘biologische natuur’ van de vrouw ontdekt, dus werd daar nu voor elke theorie – hoe vreemd die ook was – een beroep op gedaan. Door permanent naar de zogenaamde ‘natuur’ van de vrouw als moeder te verwijzen, ontwikkelden deze verder slimme en helemaal niet misogyne heren destijds het beeld van de ‘goede’ versus de ‘slechte’ moeder, dat op veel plaatsen nog steeds geldt.

Aan de ene kant stond de vrouw die in haar zogenaamd ‘natuurlijke’ rol van voedende, zorgende, opvoedende instantie opging. Aan de andere kant stond de vrouw die nog steeds ‘alleen maar’ aan zichzelf of tenminste soms aan andere dingen dan aan haar baby dacht. Het verraderlijke aan dit idee van ‘natuurlijke moederliefde’ was dat het de vrouw niet alleen vastpinde en haar weer een nieuwe mythe oplegde, maar haar ook nog eens liet geloven dat dit goed voor haar was: het zou zorgen voor een grotere waardering van haar rol binnen het gezin.

De geschiedenis van de vrouw in 100 voorwerpen
 
Ze zou niet meer zoals Aristoteles zei, het ‘vat’ zijn waarin het kind ontstaat, geen broedmachine, maar zou nu door de ‘van nature’ innige relatie met het kind ook zoiets als invloed hebben. De opvoeding begon immers met de eerste druppel melk, aldus Rousseau, waarmee hij de borstvoeding gevende moeder in een opvoedingsinstantie veranderde. Anderzijds zei hij ook dat de vrouw er is om de man te dienen. De reactie van de Britse feministe Mary Wollstonecraft, die haar dochter Mary Shelley nooit borstvoeding gaf omdat ze in het kraambed stierf (wat haar dochter er niet van weerhield de nog steeds wereldberoemde horrorklassieker Frankenstein te schrijven), op deze uitspraak van Rousseau, die ze eigenlijk bewonderde, was een slim en droog:

Wat een onzin!

Boek: De geschiedenis van de vrouw in 100 voorwerpen – Annabelle Hirsch

Annabelle Hirsch (1986) heeft een Duitse en Franse achtergrond. Ze studeerde kunstgeschiedenis, theaterwetenschappen en filosofie in München en Parijs, en werkt als cultureel journalist voor de Frankfurter Allgemeine Zeitung (faz) en verschillende andere tijdschriften. Daarnaast schrijft ze korte verhalen en vertaalt Franse literatuur.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×