Dark
Light

Toffe jongens: seks in de jaren ’60 en ’70

100 zestigplussers over hun jeugd
Auteur:
11 minuten leestijd
Klaas Hollander (derde van links) verbleef in de jaren zeventig een paar maanden in een kibboets in Israël. Hij had daar een geweldige tijd met al die leuke meiden.
Klaas Hollander (derde van links) verbleef in de jaren zeventig een paar maanden in een kibboets in Israël. Hij had daar een geweldige tijd met al die leuke meiden. Uit: Toffe jongens
Deze week verscheen bij Just Publishers het boek Toffe jongens, 100 zestigplussers over hun jeugd. Hierin beschrijft Emile Bode zijn eigen jeugd en daarnaast interviewde hij honderd andere zestigplussers over alle facetten van hun jeugd die zich afspeelde tussen pakweg 1950 en 1980. Over een lekkend inktpotje op school, papieren pijltjes schieten en cowboytje spelen in straten waarin bijna geen auto’s staan. Over zwartwit-tv met Rawhide en Bonanza, eenvoudige maaltijden en de Spoetnik en vlaflip. Kolen scheppen in de kelder. Over meisjes in minirokken. Maar ook over het eindeloos sparen voor een brommer, de smartphone van de sixties. Niet onbelangrijk is het ‘hoofdstuk Seks in Wording’. Op Historiek plaatsen we een interessant deel van dit hoofdstuk.


Seks in wording

In 1950 werden veel jongeren voorgelicht uit het Boek voor verloofden en jonggehuwden van dr. H.L. Batenburg, ‘bevattende de voortplanting van den mensch: practische wenken, nuttige raadgevingen, ernstige waarschuwingen, belangrijke voorschriften, enz’.

Boek voor verloofden en jonggehuwden
Boek voor verloofden en jonggehuwden
De eerste druk verscheen in 1934 en het zou goed kunnen dat de ouders van onze zestigplussers het boekje hadden gelezen alvorens de man op zoek ging naar het toverdoosje. Het was toen bijna vanzelfsprekend dat je als maagd het huwelijk in ging. Pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd met deze gedachte gebroken, godzijdank. Mijn tante Fernanda, de jongere zuster van mijn moeder, had in 1945 al lak aan haar maagdelijkheid. Net als vele duizenden andere jongedames viel zij als 18-jarige als een blok voor de stoere Canadese bevrijder, in dit geval Bill Wood. Zo werd zij op 18 juni 1946 moeder van Ferdinand, en hij is dus een volle neef van mij. De verwekker ging terug naar Halifax in Canada, maar beloofde terug te keren. En dat deed hij. De vriendelijke oom Bill is tot zijn vroege dood met mijn tante getrouwd geweest.

De teksten in de bestseller van H.L. Batenburg zijn nu, ruim zeventig jaar later, ondenkbaar en tenenkrommend bekrompen. Seks was niet bedoeld voor genot, maar vond na het huwelijk plaats om kinderen te krijgen. Bovendien was de vrouw de man onderdanig in alles wat eerbaar is. Batenburg stond niet alleen in deze opvatting. De meeste huisartsen bemoeiden zich niet met de anticonceptie. In de jaren vijftig kwam de pastoor of dominee ook nog bij getrouwde stelletjes op bezoek om hen aan te sporen tot gezinsuitbreiding.

‘Volgens deze en zoveel andere kwakzalvers was masturberen ongezond’

Batenburg legde in zijn boek ook het voorspel tot het ‘huwelijkse mingenot en geslachtsdrift’ uit. Als je als man klaarkwam, had je ‘teelvocht uitgeworpen’ en ‘de vrucht in de haven des levens neergelegd’. Men kon zich overigens het beste aan het mingenot overgeven wanneer er een noordenwind waaide. Volgens deze en zoveel andere kwakzalvers was masturberen ongezond. ‘Bij degene wiens temperament nogal vurig is en wiens geest onwillekeurig geneigd is om denkbeeldige denkbeelden te koesteren en bij wier veelvuldige dromen een gebiedende behoefte verraden, zullen de nachtelijke zaaduitstortingen steeds talrijker zijn en van dat ogenblik af de oorzaak zijn van een snelle verzwakking.’

Het beeld dat in sommige geschiedenisboeken wordt opgeroepen dat na de komst van de pil in de jaren zestig opeens iedereen met iedereen het bed in kon duiken, is schromelijk overdreven. Ik sprak honderd mannen en bijna niemand leidde indertijd een bandeloos seksleven en/of was verslaafd aan drugs.

Demograaf Jan Latten (1952) stelt het volgende vast:

Vanaf het midden van de jaren zestig werd het een stuk vrijer met de seks. Maar die excessen van vrije seks en ‘alles moet kunnen’, speelden zich in het begin vooral af in de grote steden en dan vooral onder studenten en andere jonge vrijgestelden, en wellicht in de muziekwereld en in andere creatieve gremia. Studenten waren ‘bevrijd’ van hun conservatieve ouders en woonden op kamers. Ik zag dat allemaal aan, want ik was tegen het eind van de jaren zestig ook student. Ik had zelfs een beetje lang haar, maar verder was ik braaf. Ik ben één keer dronken geweest. Ik was ook niet – zoals veel studenten, al dan niet onder invloed – zoekende naar de zin van het leven. Ik wilde gewoon leren en iets presteren.

De verhalen van de babyboomers en de generatie daarna over de eerste seks zijn legio. “Ik was een jaar of veertien toen ik voor het eerst masturbeerde,” vertelt Ernst-Jan de Jongh (1945).

Mijn oudere broer had ‘vieze boekjes’ gekocht in de Warme Buurt in Amsterdam en die lagen onder zijn matras. Ik herinner me nog titels zoals Bolero, Piccolo en De Lach. Bij zo’n winkel werd niet geadverteerd dat je er seksboekjes kon kopen, dat mocht kennelijk niet, maar op de etalageruit stond wel de aankondiging: ‘Alle nacht-studies’. Dat betekende dat er onder de toonbank wel degelijk spannende boekjes werden verkocht waarin je kon bestuderen wat je in de nachtelijke uren zoal kon doen. Het was nog heel netjes met, laten we zeggen, bedekte erotiek. Je kreeg er niet zomaar een stijve van. Je moest behoorlijk de hand aan jezelf slaan en ik schrok toen er voor het eerst sperma uit mijn piemel kwam. Het is allemaal goed gekomen. Nou ja, twee mislukte huwelijken en een hoop alimentatie.
Voorlichtingskoffer van de NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming
Voorlichtingskoffer van de NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (CC BY-SA 3.0 – Amsterdam museum– wiki)

Condooms waren officieel alleen te koop bij de Rutgershuizen van de NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Later ook bij drogisterijen en apothekers. Eerst onder tafel, later in alle openheid. Arnold Burlage (1944):

“Ik kocht condooms niet bij de drogist, want daar werkte een klasgenootje en dan wist gelijk het hele dorp dat ik kapotjes had. Ik kocht ze onder de toonbank bij kapper Arie Egas en moest er dan meer voor betalen.”

Arnold woonde in Rhenen, omringd door dorpen zoals Achterberg, Veenendaal Opheusden en Kesteren, waar een groot deel van de bevolking tot de strenggelovige reformatorische kerkgenootschappen behoorde, zeg maar de Zwartekousenkerk.

“Wij zeiden dat je in Veenendaal nog geen geit gedekt kon krijgen. Het vlakbij gelegen Elst werd ‘Zwart Nazareth’ genoemd. De rivaliteit tussen de dorpen was groot en er waren regelmatig vechtpartijen, maar anders dan nu, gewoon met de vuisten. Er kwam nooit een mes of iets dergelijks aan te pas. Je kreeg ook niet snel verkering met zo’n ‘zwartekousenmeisje’, want het was afgebakend gebied en je had bovendien geen zin om dan zondags twee keer naar zo’n kerk te gaan. Maar van die meisjes werd ook gezegd: ‘Hoe langer de rok, hoe natter het hok.’”

Condooms waren in de jaren vijftig en in het begin van de jaren zestig relatief duur. Twee stuks voor 30 cent en voor de dunste variant moest je zelfs 50 cent betalen. Alex (1942) die begrijpelijkerwijze liever niet met zijn echte naam in het boek wil komen, vertelt:

“Ik kocht ze voor het eerst omstreeks 1961 en ik waste ze uit als er niemand thuis was. Ik droogde ze onder mijn matras. Of dat onhygiënisch was, weet ik niet. Alleen mijn eigen zwikkie zat er toch in?”

Het woord condoom komt in vrijwel elk gesprek terug. Zeker bij de zestigplussers die in de late jaren zestig een jaar of zestien waren, zo geil als boter, en stiekem het eerste pornotijdschrift Chick lazen en vooral bekeken en zagen hoe mooi en (toen nog) weelderig vrouwen konden zijn.

Pas eind jaren zestig kon je open en bloot pornoboekjes kopen. Met dank aan Joop Wilhelmus en Peter J. Muller, die in 1968 met resp. Chick en Candy de eerste Nederlandse pornografische tijdschriften op de markt brachten.
Pas eind jaren zestig kon je open en bloot pornoboekjes kopen. Met dank aan Joop Wilhelmus en Peter J. Muller, die in 1968 met resp. Chick en Candy de eerste Nederlandse pornografische tijdschriften op de markt brachten. Uit: Toffe jongens
Joop van Barneveld (1955): “De dame met wie ik omging was nog niet aan de pil. Dus ik weet nog dat ik bij de drogist zenuwachtig Black Shadow-condooms van Durex kocht. Vond ik gewoon een mooie naam.”

Paul Botman (1944) had met acht broers en zusters geen enkele privacy thuis.

“Toen kreeg ik verkering met een meisje van zeventien jaar uit de Wieringermeer. Ik was twintig en reed met mijn zuurverdiende Batavus 35 kilometer naar die polder om haar te zien. Een gezin met twaalf kinderen en zij was de jongste. Ze had nooit iets van seksuele voorlichting gehad, wist er niks van. Ik was verbijsterd. “

Jan Goeijenbier (1953) werd op zijn 21ste tijdens diensttijd ‘ontmaagd’.

“Ik was dienstplichtig sergeant en we kwamen net terug van een oefening in Duitsland. Na de douche konden we naar het carnavalsfeest in het officiershotel. Daar werd het heel gezellig en werd ik ontmaagd door een 37-jarige officiersvrouw. Ze ging op me zitten en toen gebeurde het.”

Lou Beurdens (1945) kent zijn vrouw dit jaar zestig jaar.

“Ik was achttien toen ik haar leerde kennen. Seks was uit den boze. Ook toen ik in Amsterdam economie ging studeren, sliep ze niet bij mij, maar bij een vriendin. In 1967 zijn we verloofd. Ook toen nog geen seks. In 1969 hadden we onze eerste vakantie samen, bij een wijnboerin in Duitsland. De moeder van mijn verloofde eiste dat wij twee aparte kamers namen, en dat deden wij. Nou ja, één keer sliepen we bij elkaar, omdat de wijnboerin het vroeg. Dan kon ze mijn kamer nog een keer verhuren. Maar ook toen hebben we ons keurig gedragen. In 1970 zijn we getrouwd.”

Henk Schröder (1948) had daarentegen weinig problemen met seks.

“Op 18 oktober 1966 had ik voor de eerste keer seks – met Wil, op de gele bank van haar moeder. Eigenlijk werd ik door Wil verleid, maar ik stribbelde niet tegen. Ze zei: ‘Dit zijn de goede dagen om het te doen.’ Iets met eisprong. Wist ik veel. We zijn op 17 januari 1967 verloofd en Wil raakte meteen in verwachting. Eind juni van dat jaar zijn we in Schotland getrouwd, in het plaatsje Gretna Green. Want ik was pas achttien jaar en in Nederland had je dan toestemming van je ouders nodig, maar daar niet.”

In juni 2023 zijn Henk en Wil 56 jaar getrouwd. Ze hebben samen twee dochters van 55 en 54 jaar, drie kleinkinderen en vier achterkleinkinderen en zijn domweg gelukkig in Dordrecht.

Barbara Loden draagt een babydoll in de film 'Splendor in the Grass' (1961).
Barbara Loden draagt een babydoll in de film ‘Splendor in the Grass’ (1961). (Publiek domein/wiki)

Het verhaal van Piet Wensink (1943) is een lachsalvo waard.

Ik had omstreeks 1962 een heel leuk vriendinnetje. Een kleine ondeugd. Haar ouders gingen een lang weekend weg. Dat was al heel wat, want ouders gingen nooit weg. Zij mocht alleen thuisblijven en ik dacht: nu of nooit. Ik had al condooms gekocht en ik kocht ook een babydoll. Dat was toen in de mode. Zo’n kort nachthemd en pofbroekje. Best wel sexy. Mijn vrienden zeiden dat vrouwen dat prachtig vinden. Ik kocht het met knikkende knieën en met een rode harses in een gerenommeerde lingeriewinkel in Utrecht, waar ik anders nooit kwam. Ik geloof dat ik 25 gulden moest betalen. Dat was machtig veel geld, want ik verdiende toen 450 gulden per maand. Afijn, ik kom in de bovenwoning en ze kraaide: ‘O, een cadeau en wat mooi ingepakt.’ Toen maakte ze het open en gooide de lingerie meteen in mijn gezicht. Ze riep: ‘Ik ben je hoer niet!’ Gelukkig zat het prijskaartje er nog aan. Ik kon het ruilen en trakteerde mijn vrienden in de plaatselijke snackbar op een biertje. Ik hoor ze nog lachen. Met dat meisje is het verder nooit iets geworden.

Voor de jongere zestigplussers was seks een veel minder groot probleem. In de loop van de jaren zeventig werd de pil een normaal verschijnsel. Met meisjes maakte je vooral contact in de jeugdsoos, die niet zelden onder kerkelijk gezag stond. Marien Braber (1955):

“Op mijn zestiende mocht ik van mijn ouders alleen op vakantie. Dat werd de camping Ernst Sillem Hoeve in Lage Vuursche, nu een groot conferentieoord. Ik was een leek op seksgebied, maar op die camping trok ik met al die jonge meiden snel bij.”

Wim Dingelstad (1954) vertelt:

“Wij woonden vlak bij de Duitse grens. Er werd over en weer gesmokkeld. Boter, sigaretten, melk, koffie. Bij ons kwamen veel Duitse meisjes naar de zeilclub. Zo ook een dochter van een Duitse apotheker. Dat was wel prettig wat betreft voorbehoedsmiddelen. Zij was een paar jaar ouder en zij heeft het mij geleerd. Ha, ik was natuurlijk een aantrekkelijke vent.”

Met de komst van de nozems in de jaren vijftig werd de kleding een stuk losser, maar ook de seks. Nog mooiere tijden braken aan.
Met de komst van de nozems in de jaren vijftig werd de kleding een stuk losser, maar ook de seks. Nog mooiere tijden braken aan. Uit: Toffe jongens
Vrijwel geen enkele jongeman kreeg seksuele voorlichting van pa of ma. Robert-Jan van den Berg (1954):

“Mijn vader zei alleen: ‘Zolang je je gulp dichthoudt, kan er niks gebeuren.’ Ik had al vrij jong vriendinnetjes en het duurde niet lang voordat ik het deed. Mijn vader rook wel onraad en zei dan: ‘Toch geen gekke dingen gedaan uilenbal?’”

Ik kan het als auteur niet wetenschappelijk onderbouwen, maar de vermeende seksorgiën in de jaren zestig en zeventig zijn als je het mij vraagt sterk overdreven. Misschien speelde dat in de grote stad en op de Gooise matras, maar ik kom in alle gesprekken relatief weinig uitspattingen tegen. De meeste jonge mannen van toen waren ook niet aan de drugs. Een ruime minderheid, zoals ik, rookte af en toe een jointje, maar dat werd ook al vrij snel afgezworen. Voor de meeste zestigplussers gold het cliché ‘huisje-boompje-beestje’.

De jonge jaren van Cees Vos (1954) waren wel bijzonder:

Ik trouwde al op mijn eenentwintigste en werd ook snel vader. Maar na drie jaar ging zij er met een ander vandoor en nam ze ons tweede kind, een drie maanden oud zoontje, mee. Om onze oudste bekommerde ze zich niet. Die heb ik zelf opgevoed, terwijl ik als psychiatrisch verpleger werkte in het psychiatrisch zorgcomplex de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder, destijds bij het volk bekend als ‘gekkenhuis’. Voordat ik daar werkte, zwaaide Carel Muller er de scepter. In het gedeelte Dennendal, voor verstandelijk gehandicapten, meende hij dat oude gezagsverhoudingen moesten verdwijnen en bewoners en verzorgenden bij elkaar moesten leven. Nou, dat werd een zwijnenstal. Iedereen van de verpleging deed het met elkaar, ook met de cliënten. En Carel Muller liep er rond als een soort Jezusfiguur. Totdat De Telegraaf op het spoor kwam van deze excessen. Toen ik op het complex begon te werken, was hij al weg, maar de verhoudingen onder het personeel waren nog steeds – op zijn zachtst gezegd – uiterst hartelijk. Voor mij een geweldige tijd, want mijn zoontje kon ik daar in een crèche onderbrengen en iedere vrouwelijke verpleegkundige wilde wel op hem passen én met mij mee naar huis. Het zal je niet verbazen dat ik toen, als jong gescheiden man, erg veel vriendinnetjes had. Ja, het was een bijzonder heftige tijd. Ik trouwde overigens al vrij snel voor de tweede keer en werd een keurige huisvader.

Heel wat zestigplusser waren niet zo succesvol in hun zoektocht naar verkering. Ik sprak ook enkele mannen die zelfs altijd vrijgezel bleven en/of vrijwel hun hele leven thuis zijn blijven wonen. Eentje, laten we hem Walther (1949) noemen, zei eerlijk dat hij als ‘masturberende maagd’ het graf in gaat. Ook bij Theo Vogel (1962) ging het ‘scoren van een meisje niet van een leien dakje. Theo:

“Ik had een spraakgebrek en een lui oog. Op de mavo was ik verliefd op een prachtig meisje, maar ik durfde niet. Op een reünie, ik was toen al een jaar of 30, vertelde ze dat ze mij ook wel leuk vond.”

Toffe jongens
Toffe jongens – Emile Bode
Theo is heel lang ongetrouwd gebleven.

“Ik had wel vriendinnen, maar ik was als internationaal chauffeur soms maanden van huis, dus relaties hielden geen stand. Pas in 2009, toen ik al tegen de vijftig liep, leerde ik mijn huidige vrouw kennen. Dat bleek een lot uit de loterij.”

Het is natuurlijk de vraag of alle geïnterviewden wel even eerlijk zijn over eventuele seksuele uitspattingen in hun jonge jaren. Of wellicht de gebeurtenissen een beetje kuisen, of juist aandikken. Zo stuurde Klaas Hollander een geweldige hippiefoto uit een kibboets in de Sinaïwoestijn aan de Rode Zee (zie openingsafbeelding). Hij zegt:

“Daar was ik in 1979 vier maanden na mijn diensttijd. Ik mag wel zeggen een heel bijzondere ervaring. Het was daar een stuk vrijer met meisjes. Ik heb de topless foto’s maar voor mezelf gehouden…”

Boek: Toffe jongens – Emile Bode

Journalist Emile Bode (1954) werkte 38 jaar voor dagblad De Telegraaf en inmiddels al weer zeven jaar voor Max Magazine. Hij is auteur van zestien boeken, waaronder de bestseller De Dikke, Bode met honderden schoonmaaktips.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×