In het befaamde Antikythera-scheepswrak hebben archeologen delen van een menselijk skelet gevonden. De onderzoekers vonden onder meer een stuk schedel met drie tanden, twee dijbenen, enkele ribben en delen van de armen. Naast de botten werden stukjes verroest ijzer gevonden; Â het is nog niet duidelijk of dat sluitingen waren van een kledingstuk of de boeien van een slaaf.
De botstukken lagen zo’n 2000 jaar verborgen onder zand en potscherven en zijn opmerkelijk goed bewaard gebleven. Meestal worden de lichamen van schipbreukelingen meegevoerd door de stroming of opgegeten door vissen. Complete skeletten worden wel aangetroffen in minder oude schepen, maar hoe ouder het schip, des te kleiner die kans wordt. De archeologen hopen door de bijzondere vondst nu meer te weten te komen over de passagiers die aan boord waren van het oude vrachtschp.
Volgens de Deense botexpert en DNA-deskundige Hannes Schroeder, die de skeletdelen onderzocht, gaat het waarschijnlijk om een jonge man van begin twintig. Maar was het een bemanningslid, een rijke passagier of een slaaf? Om meer te weten te komen, wil Schroeder proberen DNA uit de schedel te halen en te analyseren. Als dat lukt, kan hij zeggen welke kleur ogen en haar de jonge man had, welke erfelijke ziektes hij had en misschien zelfs waar hij vandaan kwam.
Het nieuwe onderzoek kan ook meer informatie opleveren over het schip zelf. Het was onderweg naar Rome toen het zonk, maar de archeologen denken dat het schip werd gebouwd in Griekenland en een Griekse bemanning had. Als uit DNA-onderzoek blijkt dat de jonge man uit Griekenland kwam, voedt dat deze theorie.
Antikythera-mechanisme
Het scheepswrak waarin het Antikythera-mechanisme (een soort analoge computer met 29 bronzen tandwielen) werd gevonden, stamt uit ongeveer 60 voor Christus en werd in 1900-1901 door sponsduikers ontdekt bij het eiland Antikythera. Er zijn al heel wat expedities naar het wrak gedaan. Vorig jaar ontdekten onderwaterarcheologen meer dan vijftig nieuwe luxueuze voorwerpen in het beroemde scheepswrak.
~ Natascha Neef – Parakalo