Als je een kopje koffie krijgt voorgezet dat maar voor de helft gevuld is, kan je zeggen: “wat een Haags bakkie!” Deze informele uitdrukking voor een karig gevuld kopje koffie is vrij algemeen bekend. Maar waar komt de uitdrukking eigenlijk vandaan?
Vroeger was het vrij gebruikelijk om bewoners van streken, steden of provincies wat schamper van zuinigheid te betichten. Denk bijvoorbeeld aan de Groningers met hun kniepstuuvers of aan de Zeeuwen, die zelf met enige trots ons bin zuunig zeggen.
Inwoners van Den Haag werden lange tijd ook beticht van enige zuinigheid. Volgens het Woordenboek van Populair Taalgebruik zouden rijke Hagenaars hun ondergeschikten uit zuinigheid vaak maar weinig koffiepauze gunnen. Er was hierdoor nauwelijks tijd om de kopjes koffie op te drinken en daardoor kon men dus ook maar beter minder koffie in de kopjes schenken… Halve bakjes volstonden dus.
Volgens een andere lezing vonden de vooraanstaande stadsbewoners het deftiger om slechts kleine hoeveelheden koffie te drinken. Heel anders dan de ‘gewone’ man en vrouw die het oppeppende drankje maar hersenloos achterover zouden slaan. Voor de aanzienlijken volstond een half, Haags bakkie.
Tegenwoordig zijn de inwoners van Den Haag wel trots op het bekende Haagse bakkie. Zo is er bijvoorbeeld een Haagse koffiemerk dat de naam draagt.
Bakkie pleur
In Den Haag én Rotterdam heeft men het van oudsher ook geregeld over een bakkie pleur als er een kopje koffie gedronken wordt. De herkomst van deze informele uitdrukking, die tegenwoordig in heel Nederland gebruikt wordt, is onduidelijk.
Surrogaatkoffie: ‘geen zuivere koffie’
Een ode aan vers gebrande koffie
‘Haagse Hopjes’ vertrekken uit Nederland
Bronnen â–¼
-https://www.ensie.nl/redactie-ensie/bakkie-pleur